MiniKul – week 46 ‘14

minikul

Dit stukje gaat over Sinterklaas. Niet over die belachelijke Zwarte Pietendiscussie – waarin een klein land klein kan zijn – maar over de Sint zelf en mijn geloofsbeleving in de goedheiligman. Want dat geloof was al op heel jonge leeftijd volledig verdwenen. Mijn ondernemende ouders waren in de Grote Stad, vlak voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, samen met een in Engeland wonende Jood een zaak in auto-onderdelen begonnen. Dat was een groot avontuur, auto’s waren toen nog een luxe, maar er zat toekomst in. Net toen de zaak goed begon te lopen, overvielen de moffen ons land. Een van de eerste dingen die ze deden, was de zaak confisqueren, in bezit nemen. Ze zetten er een Duitse Sachverwalter op. Mijn vader accepteerde dat niet en werd er uitgeknikkerd.
Bittere armoede viel ons gezin ten deel. Ik was een jonkie van zes toen mijn ouders me meedeelden, dat we dat jaar geen Sinterklaas zouden vieren. En ze hakten meteen stevig door: Sinterklaas bestaat niet. Veel droefenis bracht me de ontluistering van de Sint overigens niet. Ik ging – mijn buitenkerkelijke ouders waren nogal pragmatisch in die dingen – naar een christelijke school omdat die het dichtste bij was. En daar werd niet aan Sinterklaas, immers een katholieke heilige waarmee pure protestanten niks van doen wilden hebben, gedaan. Wèl heb ik op weg naar en van school – autoverkeer was er toen bijna niet dus ouders konden hun kind rustig op pad sturen – voldoende Sinterklaasvertier gehad. Sommige winkels, meer dan nu, hadden toen namelijk een Sint als klantentrekker. Zo vergaarde ik op mijn dagelijks pad bij drie verschillende Sinterklazen successievelijk altijd een zakje met mollebonen (surrogaat pinda’s), een stukje zoethout en elke keer een mooie glazen stuiter. Na drie voorspoedige dagen liep het bij één twee keer per dag door mij bezochte Sinterklaas mis. ‘Komst hier nou al veur de derde keer twei moal per dag,’ snauwde de kennelijk niet op zijn mijter gevallen nepsinterklaas me op zijn Gronings toe. ‘Opsodemietern’. Toen had ik er nog twee over die me tot en met 5 december, steeds nadat ik een deemoedig ‘Dag Sinterklaas’ had uitgesproken, twee keer daags hun standaardcadeau toestopten. Ik heb daardoor een mooie stuitercollectie kunnen opbouwen want het zoethout ruilde ik op het schoolplein ook voor stuiters. Zijn die er nog, van die mooie kleurige glazen stuiters? Of is dit pure nostalgie?
Henk Hendriks

UIT DE KRANT