Niekerker fluit in betaald voetbal: “Ik had eigenlijk eerder moeten beginnen.”

Afbeelding
voorpagina foto

ZUIDHORN – Nog geen vijf jaar geleden begon Marco Oosting uit Niekerk voor het eerst serieus voetbalwedstrijden te fluiten, destijds bij zijn club VV Niekerk. Recentelijk maakte hij zijn debuut in het betaalde voetbal: een snelle klim naar de top voor Oosting. “Vorig jaar had ik ook al een aantal oefenwedstrijden van FC Groningen gefloten, en daar is de bal gaan rollen,” vertelt Oosting aan tafel in het makelaarskantoor waar hij werkt in Zuidhorn. “Dat was heel goed bevallen, en nu is het wachten op de officiële aanstelling van de KNVB. Het is eigenlijk heel snel gegaan, vorig jaar floot ik de hoofdklasse en de derde klasse. Dit jaar is dat de top van de amateurs: de derde divisie en tweede divisie.”


De 32-jarige Oosting is nog niet zo heel lang bezig als scheidsrechter. Hij voetbalde in het eerste elftal van VV Niekerk toen een knieblessure hem dwong te stoppen. Naast zijn activiteiten als bestuurslid van de club floot hij af en toe wel eens een wedstrijd. “En zo ben ik er eigenlijk ingerold, en ben ik ieder jaar een stapje hoger gaan fluiten. Ik denk wel eens: ik ben eigenlijk net te laat gaan fluiten, want boven de dertig kom je als scheidsrechter praktisch niet meer het betaalde voetbal in. Maar tegelijkertijd heb ik wel de voetbalervaring om het spel goed te begrijpen en dat is een enorm voordeel.”


Je moet sterk in je schoenen staan als scheidsrechter: iedereen vindt wat van je beslissingen, gaat Oosting verder. “Wat je ook doet, men probeert je altijd aan het twijfelen te maken. Ik denk dat dat een van mijn sterke punten is: ik doe dat niet, ik kan mijn beslissingen heel goed uitleggen. Het is heel belangrijk ook dat je niet gaat compenseren, als je niet helemaal zeker weet of het aan de ene kant een penalty is, is het makkelijk om dan aan de andere kant ook sneller een strafschop te geven. Dat doe ik niet. En het feit dat ik lang gevoetbald heb, betekent dat ik het spel heel goed aanvoel. Ik ben misschien niet de allersnelste, maar ik sta wel op de juiste plaats op het juiste moment. Tegelijkertijd kan ik het ook wel toegeven, als ik er naast zit. Als je na afloop de beelden terugkijkt, en je beslissing is niet de juiste, kom ik daar ruiterlijk voor uit. Daar moet je niet te moeilijk over doen. Maar dat komt niet zo vaak voor,” lacht Oosting.


De inbreng van techniek in het voetbal is een positieve ontwikkeling, vindt Oosting. “Ik denk dat het het voetbal ten goede komt, zolang het uit te leggen is. Sowieso is dat met de veranderende regels van de afgelopen jaren altijd het geval geweest: het gaat erom dat de regels logisch zijn en dat ze makkelijk te begrijpen zijn. De regels zijn veranderd naar het publiek. Overigens verbaas ik me wel eens over het feit dat sommige spelers niet op de hoogte zijn van de laatste regels. Het is uiteindelijk wel hun baan.”


Een wedstrijd goed leiden is niet alleen maar overtredingen zien en daar op reageren. “Hoe je communiceert, is heel belangrijk, en de lijn die je uitzet in je arbitrage ook. Als je in de vijfde minuut niet fluit voor een duwtje, maar in de negentigste minuut wel, dan raken de spelers ook het vertrouwen kwijt. Je moet één lijn hebben, duidelijk zijn in je beslissingen, en die vervolgens ook kunnen uitleggen. De laatste jaren merk je dat er wat meer focus is geweest vanuit de FIFA voor meer respect richting de arbitrage. Dat heeft wel effect gehad, en daar zijn wel positieve stappen gemaakt, dat heb ik de afgelopen jaren wel gemerkt. Er wordt nog steeds wel wat geroepen af en toe, maar heel vaak hoor ik dat niet eens. En als ik het wel hoor, glijdt het volledig langs me heen, daar moet je niet eens bij stilstaan.”


Oosting heeft veel plezier heeft in het fluiten, maar de trainingen zijn niet zijn favoriete onderdeel. “We hebben vier keer per jaar de fitheidstesten in Zeist, en daar moet je goed voor trainen. Die haal ik altijd wel, maar het is nou niet zo dat ik voor mijn lol hele lange afstanden gaat lopen. Maar goed, dat hoort er nou eenmaal bij.”


Fitheid mag dan belangrijk zijn, maar het is niet het allerbelangrijkst, vertelt de boomlange Oosting. “Natuurlijk moet je fit zijn, dat is de basis. Maar je moet het spel begrijpen, de omgang met de spelers is belangrijk, en je moet je beslissingen kunnen uitleggen. Ik merk wel dat hoe hoger het niveau van de spelers is, hoe slimmer de jongens ook zijn in hun spel. Daar accepteren ze beslissingen veel sneller. Bij de amateurs wordt er nog wel eens een duidelijk overtreding voor je neus uitgehaald. En dan roepen ze vervolgens doodleuk dat er niets aan de hand is. Dat werkt dan niet hè. Hoe hoger je komt, hoe slimmer de jongens je ook proberen te beïnvloeden. Zonder resultaat, natuurlijk,” vertelt Oosting lachend.


Oostings stijl van wedstrijd leiden draagt, denkt hij zelf, ook bij aan zijn succes. “Ik vind het belangrijk als ik een wedstrijd fluit om de jongens zo veel mogelijk te laten voetballen, om ze zo veel mogelijk ruimte te geven. Uiteraard alles binnen de regels, maar je moet niet overal zo snel bovenop gaan zitten. Gaan jongens toch over de schreef, dan moet je ook resoluut in je beslissingen zijn. Want als je een overtreding één keer laat gaan, denkt die jongen ook: kennelijk mag dit. En de tegenstander denkt dan precies het zelfde. Je moet er dus wel bovenop zitten. Maar over het algemeen laat ik, binnen de regels, de jongens zo veel mogelijk voetballen.”


De leukste wedstrijden zijn voor Oosting de wedstrijden waar wat op het spel staat. “Ik vind het heel leuk om wedstrijden te fluiten waar een beslissing gemaakt wordt over promotie, Spakenburg tegen Go Ahead Kampen bijvoorbeeld. Je voorbereiding op zo’n wedstrijd is ook anders, daar bereid je je net iets intenser op voor. Naast mijn reguliere wedstrijdvoorbereiding luister ik dan bijvoorbeeld in de auto op weg naar de wedstrijd toe naar wat energiekere muziek, of soms juist naar wat rustigere muziek. Uiteindelijk bouw je toch een bepaald soort spanningsboog op, ook als arbitrage.”


De afgelopen vijf jaar is Oosting snel naar de top van de scheidsrechters binnen het amateurvoetbal geklommen, en nu fluit hij dus zo nu en dan in het betaald voetbal. De droom is echter nog een stapje verder. “Ik zou het heel leuk vinden om op regelmatige basis in het betaalde voetbal te gaan fluiten. Qua leeftijd is dat misschien niet heel realistisch om dat op contractuele basis te doen, maar als ik de topwedstrijden in de tweede divisie op regelmatige basis kan gaan fluiten, of eens een wedstrijd die live op televisie wordt uitgezonden, zou dat heel leuk zijn. Dat gaat sowieso wel lukken, ik ben nu zo dichtbij, als de stijgende lijn nog een klein stukje doorzet, dan ben ik daar ook zo.”

UIT DE KRANT