Harm de Vlas week 8 ‘14

Voorzitter Skûtsjemuseum
Earnewâld
‘Jaarlijks komen er gemiddeld tussen de 5000 en 6000 mensen naar Skûtsjemuseum de Stripe. Om al die mensen te informeren over hoe men vroeger leefde op skûtsjes, en te vertellen over de huidige skûtsjecultuur, hebben we in totaal meer dan vijftig vrijwilligers. Ieder heeft zijn eigen taak. Zo zijn er mensen die de rondleidingen verzorgen, mensen die er meer van houden om de handen uit de mouwen te steken, mensen die de catering verzorgen en we hebben ook een groep mensen die heel enthousiast bezig is om ons skûtsje de Aebelina te onderhouden. Ook is er een smid die bezoekers zijn werk laat zien. De meeste bezoekers komen in de periode april tot en met september, maar we staan het hele jaar klaar om groepen te ontvangen. Iedere dinsdag komt er een grote groep vrijwilligers bij elkaar voor onderhoudswerkzaamheden, het samenstellen van nieuwe exposities, noem maar op. Na afloop zitten we vaak met z’n allen gezellig bij te praten onder het genot van een drankje. Ook dat vinden we belangrijk. Het Skûtsjemuseum heeft een belangrijke functie. Mensen die nog herinneringen hebben aan bijvoorbeeld verhalen van hun ouders en grootouders over het skûtsjesilen vinden hier één en al herkenning. Sommige mensen komen hier zelfs ieder jaar terug. Zomers hebben we de allerbeste reclame die we ons maar wensen kunnen, het SKS. Dan hebben veel mensen de behoefte om meer te weten te komen over de geschiedenis van dit evenement, en dan is het bij ons enorm druk. Onlangs hebben we van de gemeente Tytsjerksteradiel de Kultuerpriis 2014 gewonnen. Met het geldbedrag dat hierbij hoorde hopen we de individuele bezoeker nog beter te kunnen bedienen. Groepen bezoekers doen vaak een rondleiding, terwijl een individuele bezoeker het liefst op eigen houtje door het museum gaat. Omdat wij niet overal bordjes bij willen hebben staan, krijgt deze bezoeker nog te weinig informatie. Daarom hopen we in samenwerking met de NHL een app te kunnen ontwikkelen waarmee de bezoekers naar een gids kunnen luisteren via hun telefoon. Zo krijgen zij toch de informatie die zij anders misschien niet zouden krijgen. We streven altijd naar verbetering. Streven om het bezoekersaantal te zien groeien hebben we dan weer niet. Zomers is het al behoorlijk druk. We werken met vrijwilligers. Het moet wel te doen blijven.’