Minikul week 50

minikul

U zult, tenzij u als maatschappijbewuste burger in de lokale politiek bent geïnteresseerd, er als partijpoliticus bij bent betrokken óf er als modale burger even tegen uw zin mee te maken hebt, er misschien nog niet over hebben nagedacht. Maar over ruim drie maanden kunnen we naar de stembus voor het kiezen van onze lokale volksvertegenwoordigers. Misschien dat u nu nog zegt: Bekijk het maar. Ze kunnen me wat….

Ik kan me ook heel goed indenken, dat u, net als ik, van de landelijke politiek baalt. Dat u zich net als ik ergert aan al het gedraai en gekonkel, aan de in verkiezingstijd door politieke kopstukken gedane achteraf loos gebleven beloften die ons er toe moesten bewegen hún vakje rood te maken.

Maar dat ligt bij de lokale politiek tóch even anders. Want de gemeenteraden die in maart 2014 worden gekozen gaan over uw en mijn directe wel-en-wee. En ze moeten kort na hun benoeming al ingrijpende beslissingen nemen. Voor álle gemeenten geldt namelijk, dat de nieuwe lokale volksvertegenwoordigers binnen hun ‘looptijd’ niet enkel meer over het plaatsen van lantaarnpalen of de aanleg van een fietspad of een rotonde moeten beslissen, maar ook over veel écht fundamentele vraagstukken. Want over iets meer dan een jaar draagt de landelijke overheid een groot extra takenpakket met ingekrompen budgetten aan de gemeenten over. Red je maar. Zoals met de zorg aan langdurig zieken en ouderen, over het verstrekken van steunkousen en rollators. Gemeentes bepalen dan, wie arbeidsongeschikt is en wie bijstand krijgt of in een sociale werkplaats te werk wordt gesteld. Gemeentes zijn dan ook verantwoordelijk voor de jeugdzorg in hun territorium. Dat houdt in, dat gemeenten grofweg het dubbele van hun huidige budget zorgvuldig moeten gaan besteden. Van B en W-colleges maar vooral ook van de volksvertegenwoordigers die hen daarin moeten aansturen (de gemeenteraad is namens u en mij hun baas) wordt in de toekomst veel meer verwacht. Maar of de lokale politieke clubs zich daarover in hun verkiezingscampagnes, die ongetwijfeld binnenkort over ons als kiezersvolkje zullen neerdalen, ook expliciet zullen uitspreken is nog maar de vraag. Veel is immers nog ongewis en de materie is gecompliceerd. En de gekozenen zullen hun (voorbarige?) stellingen na de verkiezingen ook waar moeten maken. Het worden, kortom, roerige en onzekere tijden. Voor hen maar zeker ook voor ons, kiezersvolk én hun eventueel aanstaande werkgevers, vindt

Henk Hendriks

UIT DE KRANT

Lees ook