Jan Oosterhof, beheerder ‘t Hornhuis

Afbeelding
geen categorie

“Den Horn kan niet zonder dorpshuis”

DEN HORN / NIEKERK – Een grote kop trekt de aandacht al neuzend in een oude Streekkrant van 2007. “Mij krijg je hier niet weg”, aldus de toenmalige beheerder van het dorpshuis ’t Hornhuis in Den Horn. Hoe anders het leven kan lopen, weet ook de inmiddels nieuwe beheerder, Jan Oosterhof, alles van. Hij en zijn vrouw hebben turbulente jaren achter de rug, maar zijn nu helemaal op hun plek in Niekerk en achter de bar in Den Horn.

Terwijl de vorige beheerder vrolijk in 2007 vertelde niet eens te weten dat het kleine plaatsje Den Horn bestond, is dat bij Jan en Tineke wel anders. Tineke werd geboren in Oostwold, waar ook Jan vanaf zijn zesde jaar woonde. Voordat hun echter in dit dorpshuis belanden, maakten ze vele omzwervingen door het Westerkwartier. “Ja, wij hebben op heel wat plekken gewoond”, vertelt Tineke met een lach. Terug in Niekerk nu, zijn ze wel klaar met het verhuizen. “Ja”, klinkt het uit beider mond resoluut als gevraagd wordt of ze hier nou blijven. “Dit is mijn plek”, voegt Jan er nog aan toe.
Jan werkte 28 jaar voor Smit en Hollander in Hoogkerk. Toen het bedrijf failliet ging, had het paar net hun huis verkocht en bouwden ze een nieuw huis in Kommerzijl. Daar hoorden ze dat er nog iemand voor het plaatselijk café werd gezocht en omdat ze jarenlang hadden geholpen in dorpshuis ’t Spectrum te Sebaldeburen, besloten de twee ervoor te gaan. Ze runden het een aantal jaren met veel plezier, maar toen de zaken minder gingen en de jongste zoon van de twee overleed, lieten ze Kommerzijl achter zich. Via via hoorden ze in die tijd dat er voor het dorpshuis van Den Horn een nieuwe beheerder werd gezocht. “En toen ging het vrij snel”, aldus Jan. “In december hebben we erover gesproken en in februari was alles al rond geloof ik.”
“Het voelde gelijk goed”, vertellen ze instemmend over de stap om het Dorpshuis in Den Horn te gaan beheren. “Wij zijn nooit angstig geweest om ergens in te stappen en we maken altijd makkelijk contact met mensen”, vertelt Jan. De twee beschikken over een verbazingwekkend positieve instelling. Ook na het verlaten van Kommerzijl kregen de twee nog een beste portie onheil over zich heen. Jan kreeg een hartinfarct en ook Tineke kreeg gezondheidsproblemen. Deze noodzaken haar nog altijd een stap terug te doen, waardoor Jan het vaste gezicht is in het Dorpshuis. In tijden van drukte kan hij altijd rekenen op zijn dochter en zoon die regelmatig bijspringen. “Je moet altijd positief blijven”, is het wijze advies van Tineke.
De rol van het dorpshuis is het laatste jaar nog belangrijker geworden. “Nu de school gesloten is, is het dorpshuis het enige wat er nog is”, vertelt Jan. “Eigenlijk is het een café, cafetaria en zalencentrum ineen.” Niet alleen Den Horners weten de weg ernaar toe te vinden. “Er komen ook veel mensen van buitenaf. Maar goed ook”, voegt hij er glimlachend aan toe, “want van Den Horn alleen kunnen we, vrees ik, niet bestaan.” Eigenlijk altijd als het Hornhuis geopend is, is er wel wat te doen. “Dinsdagavond komt de kaartclub om de week. Woensdag is het de ene week de schietclub en één keer in de maand bingo. Donderdags is de biljartclub er. Vrijdags ook om de week een biljartclub, waarnaast maandelijks een contactavond van Dorpsbelangen. Elke zaterdag is er klaverjassen. Daarnaast nog vrije inloop en op afspraak.” Het bevalt veel beter dan het cafe’. “De verhoudingen zijn ook heel anders. Dar was het 80% alcolhol en de rest koffie en fris, hier is het andersom. Ik vind het leuk om te doen, maar niet als er niemand is. Die dooie momenten kunnen me gestolen worden. Je kan het het beste maar druk hebben. Begrijp me niet verkeerd, want als er vrijdagavond zes man zijn en ik dobbel of kaart een rondje mee, dan is dat natuurlijk ook leuk.” Over het algemeen is het wel aanpakken voor Jan die dus veel alleen moet rooien. “Een gast komt wanneer het hem uitkomt, neemt een aantal consumpties, ouwehoert wat slap en gaat na twee à drie uurtjes weer weg. Ik ben er om 16.00 uur en als de laatste klant om 2.00 uur weggaat, moet ik nog een half uur alles opruimen. Dat zijn wel lange dagen. Dan nog de administratie buiten de openingstijden en het onderhoud.
“Je bent niet alleen bediende, maar ook maatschappelijk werker en beveiliger”, vertelt Jan over de afwisseling in zijn werk. “Even buiten kijken, want anderen moeten geen overlast van ons hebben. Maar je hoort ook veel van wat er in het dorp speelt. Tips? ‘Nieuwe Den Horners’, zoals ik ze noem, worden niet altijd even makkelijk geaccepteerd. Maar zonder hen zouden denk ik, een hoop verenigingen er al niet meer zijn. Andersom moet je de oudere bewoners niet vergeten. De Dorpsbel willen ze nu digitaal maken, maar kunnen zij hem dan ook nog lezen?” Jan heeft het goed naar zijn zin in het dorpje. “Er is nooit geen trammelant, met wie dan ook. Oh, even afkloppen.” Of een dorpshuis toekomst heeft, daar maakt hij zich geen zorgen over. “Als ik daar bij stil zou moeten staan. Bovendien, Den Horn kan niet zonder.”

UIT DE KRANT