“Ik hou niet van makkelijk”

|
| Foto: |
voorpagina groningen

GERKESKLOOSTER/STROOBOS - De wereld is wit. De wegen glibberig. Ik ben blij dat ik mijn winterbanden, al is het nog maar net, onder de auto heb. Zo langs het water kan uitglijden fataal worden. Ik ben op weg naar Gerkesklooster-Stoobos. Het duo-dorp wat ik inmiddels goed ken. Onwillekeurig denk ik terug aan het dorpsbezoek met excursie wat ik daar heb gedaan. Maar ook de deelname aan “Doch it foar dyn doarp”, waar een vreselijk ongeluk plaatsvond. Zo krijg je in korte tijd veel binding met een dorp. En vooral met de plezierige, betrokken en actieve mensen die er wonen.

door Piet Adema

Het zijn de donkere dagen voor kerst. Ik denk dat ik straks een lichtpunt zal ontmoeten. Ik heb een afspraak met zorgondernemer Janny Reitsema. Zij is eigenaar van camping De 4 Elementen. Ben benieuwd hoe ze aan die naam komt.

Ik wordt hartelijk begroet. In deze koude, gure tijd kun je ook zeggen warm. In een stacaravan. Want het pand waarin ze is gestart is afgebrand.

In de stacaravan staan kunstwerkjes te drogen. “Van cliënten die hier komen, zo werken ze aan hun eigen ontwikkeling,” vertelt Janny gedreven. Want dat is wat ze hier doen: mensen met een beperking (en wie heeft geen beperking?) helpen om op eigen benen te staan. Zich te ontwikkelen binnen de natuurlijke dimensie van land, lucht water en vuur, de 4 elementen dus. Het is de bedoeling dat mensen inzicht krijgen in hun leven, hun kansen en mogelijkheden. We kijken naar de kwaliteiten van mensen en vergroten zo hun zelfvertrouwen. Momenteel verblijven er vier met de mogelijkheid van maximaal tien cliënten in chalets op de camping en twee deelnemers komen er voor dagbesteding.

“Wij zijn ons goed bewust van de beperkingen en mogelijkheden van onze deelnemers. Daarom proberen we met hele kleine stapjes verder te komen in de ontwikkeling. Een eigen huis en een baan zijn meestal heel ver weg. Natuurlijk zou het mooi zijn dat ze zover komen maar de weg daar naar toe is lang” aldus Janny. Toch gelooft ze erg in deze vorm van kleinschalige opvang en zorg. “Bij grote instellingen gaat veel geld op aan indirecte kosten. Geld wat niet rechtstreeks naar de cliënt gaat. Daarom is een cliënt niet gebaat bij dergelijke zorg. Wij zijn kleinschalig, zitten dicht op onze cliënten en kunnen daardoor veel efficiënter en persoonlijker werken”.

Naast de deelnemers komen er ook vakantiegasten op de camping en in de jachthaven. Gaat dat goed samen? Janny hierover:”Dat gaat prima samen. We zien wel wat verschuiving in gasten. Vaak komen er tegenwoordig gasten die ook wat hebben met de vier elementen. En begrijpen wat we hier doen. En onze cliënten spelen daar ook op in. Zo is een van de cliënten inmiddels havenmeester en dat gaat erg goed”

Het zijn diverse activiteiten waar de cliënten op worden ingezet. Naast het onderhouden van het campingterrein zijn ze creatief aan de slag of hebben ze werkzaamheden ergens in het dorp. De dorpsgemeenschap reageert positief op dit initiatief. Er zijn veel mogelijkheden om samen met de dorpelingen activiteiten op te zetten.”Het past ook goed bij de ontwikkelingen van deze tijd. Er wordt immers steeds meer een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van mensen. Inwoners zullen in de toekomst steeds meer de zorg voor hun eigen omgeving moeten oppakken. Schoonmaken, groenonderhoud, kleine klusjes, allemaal zaken waar wij prima onze bewoners mee kunnen helpen”.

We hebben het over de ontwikkelingen in Den Haag. Is ze niet bang dat het steeds moeilijker wordt nu er veel wordt bezuinigd? Ze ziet daar niet tegenop;”Ik hou niet van makkelijk. Het gaat erom dat we steeds weer worden uitgedaagd om te zoeken naar nieuwe wegen. En we zijn bezig om dit soort kleinschalige opvang ook in Den Haag onder de aandacht te brengen. En als de minister goed nadenkt zal ook hij beseffen dat dit soort opvang de toekomst heeft”.

Over toekomst gesproken. Janny droomt vast van de toekomst, maar hoe ziet die er dan uit? “We hebben eerst plannen om een multifunctioneel centrum op de camping te bouwen. Met onder andere activiteitenruimte, restaurant, trainingsruimte, kampwinkel en bibliotheek. Daarnaast willen we ruimte bieden aan bijvoorbeeld een wijkverpleegkundige voor een wekelijks spreekuur.” Trots laat ze de tekening zien. “Volgend voorjaar starten we met de bouw”. Ze heeft er zichtbaar zin in. Met zoveel nieuwe activiteiten zou je zo maar de concurrent van de plaatselijke kroeg en andere ondernemers kunnen worden. Want Gerkesklooster-Stroobos is een ondernemend dorp.”Natuurlijk doen we alles zoveel mogelijk in overleg met de dorpsbewoners. Een plaatselijke ondernemer is investeerder in het project en nauw betrokken bij de planvorming……”, is haar antwoord.

We moeten afronden. Ik zou nog uren door kunnen praten. Ik hou van dit soort mensen. Bevlogen en betrokken ondernemers die niet snel bij de pakken gaan neerzitten. Maar de tijd is om. Ik moet immers ook nog schrijven.

Met een warm gevoel neem ik afscheid en ga ik de kou weer in. Het regent inmiddels. Maar dat valt mij niet op. Ik denk nog na over alles wat ik heb gehoord. Inderdaad, het is niet altijd makkelijk, maar wel erg mooi.

|

UIT DE KRANT

Lees ook