“Mijn grootste rivaal is het onkruid”

|||||
||||| Foto: |||||
Uitgelicht

GRIJPSKERK - “Deze mag je allemaal plukken, hoor,” zegt Denise van der Molen tegen haar nichtje die met een snoeischaar in de hand bij een perk met gladiolen staat. “Pak die grote witte maar.” Van der Molen staat met grote laarzen in haar pluktuin ‘Plukgeluk’ in Grijpskerk, die ze dit voorjaar opende. Voor vijftig cent per bloem kan je je eigen boeket samenstellen. En met succes, ze is nu al toe aan haar tweede planting. “Ik ben vorig jaar in oktober begonnen, toen heb ik 7000 tulpenbollen gepland. In maart waren die klaar voor de pluk en toen heb ik de pluktuin onder de naam Plukgeluk geopend, in de hoop dat er misschien een paar mensen op af zouden komen. Drie weken later was alles weg. Op de een of andere manier ging dat zo snel, we hadden hier wel de krant, en er werd heel veel via Facebook gedeeld. Maar dat er zo veel animo voor was, had ik totaal niet verwacht. Ik was totaal overdonderd door het succes. Het is zo snel gegaan dat ik niet eens voor mezelf een bosje heb kunnen plukken voor thuis op tafel.” En dus besloot ze ook voor de zomer een pluktuin te openen. “Van jongs af aan heb ik altijd ontzettend van bloemen gehouden. Ik was altijd al een bloemenmeisje en was altijd in de velden bloemen aan het plukken. De tulpenvelden in Noord-Holland heb ik ook altijd prachtig gevonden, maar dat is zo ver weg en daar mag je niet aankomen, laat staan plukken of middenin staan. Toen dacht ik: waarom doe ik dat niet gewoon hier in de regio, en dus ben ik de boeren bij langsgegaan voor bollen. Dat bleek nog niet zo heel makkelijk te zijn, de meeste boerderijen leveren grote partijen en hadden geen interesse voor mijn tuin. Uiteindelijk is het me gelukt om twee boeren te vinden die ontzettend enthousiast waren over het initiatief. Vervolgens hebben we de 7000 bollen allemaal met de hand geplant, met hulp van mijn vader, broer, en vriend.”


Comeback van de Dahlias’s


Terwijl Van der Molen door haar pluktuin loopt, vertelt ze: “Bij deze bloem moet je goed kijken dat het hart nog gesloten is, dan blijft hij langer mooi. We hebben van alles in de tuin hier. Dahlia’s, die eigenlijk een beetje ouderwets waren, maar nu langzaam aan weer een comeback maken. Laatst kwam een vrouw een stel dahlia’s halen voor haar moeder die in een verzorgingshuis zat. Die moeder had daar hele mooie herinneringen aan, en dat maakt het verhaal ook heel menselijk. Verder heb ik gladiolen in allerlei verschillende kleuren, cosmea, verschillende droogbloemen, en cynia’s. Er is wel een beetje schade geweest door de storm van vorige week, maar gelukkig heeft het merendeel de storm overleefd. Je ziet hier ook heel veel bijen en vlinders, die vinden de bloemen natuurlijk ook maar wat fijn.” Het is voor Van der Molen vooralsnog alleen een hobby, want ze werkt gewoon viereneenhalve dag. “Ik doe dit er als hobby bij. En als ik er niet ben, ligt hier altijd wel een mandje en een snoeischaar, dus dan kunnen mensen gewoon hun gang gaan, dan stoppen ze het geld maar in het potje. En ik vind het heel erg leuk als mensen in het gastenboek schrijven als ze geweest zijn, dat is leuk om te lezen wie er geweest zijn. Ik ben zo iemand die als ik iets in mijn hoofd heb, ik er ook gelijk iets mee ga doen. Dus toen ik het idee had, dacht ik: ik zie wel wat er van komt. En dat het dan gelijk zo’n succes is, is hartstikke leuk. Dit jaar beschouw ik als een soort proefjaar, en gezien al het enthousiasme is het nu al een groot succes. ”


Onkruid wieden


Voor Van der Molen is het dus een hobby die langzaam maar zeker meer tijd begint te vragen. Maar dat vindt ze niet erg: “Ik vind het heerlijk, om als ik de hele dag binnen gezeten heb mijn jas en laarzen aan te doen en met mijn handen in de grond te gaan en lekker onkruid te wieden. Mijn grootste rivaal is het onkruid, dat houdt me wel aan het werk. Als ik achter klaar ben, kan ik vooraan weer beginnen. In de toekomst, wanneer het project zal groeien, zal ik misschien wel de hulp nodig hebben van een aantal vrijwilligers. Het leuke is dat het publiek ontzettend verschilt, soms hebben we hier wandelaars, dan weer een groepje vriendinnen dat koffie komt drinken en wat bloemen plukken, dan weer mensen met kinderen.


Volgend jaar weer


Vooral de kinderen zijn dan heel erg enthousiast: normaal gesproken mogen zij natuurlijk niet bloemen plukken, maar hier wordt het juist aangemoedigd.” Van der Molen’s vriend vindt haar pluktuin een prachtig initiatief. “Hij is heel erg blij dat ik dit doe en dat ik er zo veel lol aan beleef. Ik kom hier oorspronkelijk niet vandaan, dus hij vindt het heel leuk en helpt me zo veel mogelijk.” Voor de toekomst heeft Van der Molen eerst weer tulpenbollen op de planning staan. “Als ik klaar ben met de zomertuin, gaan we de tuin wat uitbreiden, en dan weer bollen planten. Dit jaar doen we er 20.000. Mijn moeder helpt me wel veel, en ook mijn schoonmoeder, die hier tegenover woont, komt vaak wel even kijken als ik er zelf niet ben. En ik heb zo veel andere ideeën in mijn hoofd die ik nog wil doen. Ik ben hier nog niet klaar mee!”


|||||
|||||
|||||
|||||
|||||

UIT DE KRANT