“De grootste bedreigingen? Malaria en tovenarij”

Afbeelding
voorpagina groningen

Dokter Paul is werkzaam voor de Stichting Kliniek Závora in Mozambique

OPENDE – De Opendenaren Hessel en Iety van der Sluis vertrokken in november 2005 naar Mozambique om daar vrijwilligerswerk te verrichten voor de organisatie Doctors for Life. Samen met Dr. Paul Zuidema reisden ze naar Závora, waar Hessel zich bezighield met het aanleggen van een toilet, de eerste hygiëne aldaar, en Iety en Paul probeerden vanuit een bungalowtent medische hulp te verlenen. De klik tussen de drie was er vanaf het eerste moment en de situatie in het Afrikaanse land liet zowel het echtpaar als Paul in Nederland niet meer los. Ze richtten de Stichting Kliniek Závora op en realiseerden in 2008 de bouw van een kliniek. Dr. Paul vestigde zich in 2009 definitief in Závora, maar komt nog elk jaar twee keer een maand naar Nederland. Uiteraard staat een bezoek aan Hessel en Iety dan ook op het programma.

Iety haalt voor de gelegenheid lekkere speculaaskoeken tevoorschijn. Eén van de zaken die Dr. Paul in Mozambique moet ontberen. “Wat ik allemaal meeneem vanuit Nederland? Eigenlijk alleen drop”, vertelt hij. Op de vraag wat hij nou echt mist vanuit Nederland blijft het lang stil. Geen lekkere warme douche, geen elektriciteit, geen luxe en geen supermarkten, maar het deert hem niet. “Ik ben een tevreden mens.”

Het drietal kan terugkijken op jaren waarin ze al veel bereikt hebben. “We hadden allemaal de overtuiging om in Nederland te kijken, wat we konden doen aan het verlangen om een ziekenhuis in Závora te realiseren”, vertelt dr. Paul. De ervaringen die ze hadden gehad brachten hun de overtuiging, welke ook in hun gebeden werd bevestigd. In twee jaar tijd kregen ze het voor elkaar om meer dan 200.000 euro aan financiële middelen en materialen bijeen te krijgen, waardoor ze de kliniek konden realiseren. En nog altijd zetten ze zich vol passie in. Hessel en Iety vanuit Nederland en Paul vestigde zich definitief in Mozambique.

“Of het een heftige stap is geweest om daar naartoe te vertrekken? Het stelt echt niks voor”, vertelt hij over zijn besluit om te emigreren. “Als je zo’n pad gaat en je denkt dat het je overtuiging is, dan gaat het gratis en voor niks. Vanaf het begin dat ik als huisarts ben gaan werken, heb ik moeite gehad met het grote verschil van de mogelijkheden in de gezondheidszorg hier tegenover daar. Dat is niet recht. Vooral in de latere jaren ben ik me ook bewuster geworden van de leiding die de Heer in mijn leven wilde. Toch had ik niet direct de indruk dat ik daar naar toe wilde, maar die overtuiging kwam uiteindelijk toch. Als je een appelboom op het strand plant, dan geeft hij geen vrucht. Als ik vrucht wil dragen, dan moet ik in Mozambique zijn.”

Ondanks dat er veel niet is in Mozambique, voelen alle drie zich rijker dankzij hun verblijf in het Afrikaanse land. “Wij denken dat we hun helpen”, vertelt Hessel, “maar zij helpen ons. We gaan daar weer terug naar de basisbehoeften en vriendelijkheid en dankbaarheid zijn heel gewoon.” “Dankbaar is hier bijna een ouderwets woord geworden”, vult Iety hem aan. “Maar wij nemen dat mee terug naar hier en dat is ons fundament geworden. Eigenlijk hebben ze niks daar, maar toch kunnen ze heel veel doen. En niet zeuren hè? Ze lopen soms uren met hun kinderen op de arm om bij de kliniek te komen en als ze dan moeten wachten dan klagen ze niet. Sterker nog, ze gaan zingen en het duurt maar even en dan beginnen ze ook te dansen. Er zijn trouwens ook al heel wat kinderen naar je vernoemd toch Paul?”, bedenkt ze zich. “Een dozijn wel”, beaamt hij lachend. Als je het over dankbaarheid hebt.

Malaria is één van de grootste bedreigingen vindt Paul. “Ik zie elke dag zeker tien zieke kinderen. Vooral de kinderen in de leeftijd van een half jaar tot een jaar of vijf, dat is een hele kwetsbare groep.” Werken als arts in Mozambique is heel anders dan in Nederland. “Je hebt er bijna geen kanker, geen hartinfarcten of suikerziekte. De dood heeft een andere rol. Je hebt geen stervensbegeleiding. Mensen gaan dood, zonder medicijnen of zuster.”

Iedere dag houdt Paul ’s ochtends spreekuur. “Meestal tot een uur of 12.00. ’s Middags ga ik een drie à vier keer per week op bezoek en vertel ik over de Bijbel.” Het geloof is belangrijk voor hem en hierin ziet hij een belangrijke oplossing voor een andere grote bedreiging: de tovenarij. “Het meest op het hart heb ik dat meer mensen de Here Jezus leren kennen. Het evangelie is de basis voor een beter leven. Er zijn nogal wat mensen daar die bezeten zijn en die leven met een heleboel angsten. In mijn ogen kunnen ze geholpen worden.” De tovenarij is nog altijd diepgeworteld in het land. Er komen verhalen over wonden die ingesmeerd moeten worden met uitwerpselen, mensen die vervloekt worden en onredelijke geldbedragen die gevraagd worden voorbij. Paul probeert de mensen zover te krijgen dit alles achter zich te laten. Ook Hessel en Iety zien hierin een oplossing voor veel problemen. “Als de hele wereld naar de tien geboden zou leven, dan zou de wereld er heel anders uit zien”, aldus Hessel.

Met kleine stapjes vooruit gaat het allemaal. Zo wordt er langzamerhand wat infrastructuur aangelegd, ook dankzij dit drietal, omdat de bewoners hebben geleerd stenen te bakken. De komst van een echoapparaat was een mooie mijlpaal en nog maar pas hebben Hessel en Iety een coagulatie apparaat toegezegd gekregen, waarmee wildvleeswonden behandeld kunnen worden. Wensen zijn er natuurlijk nog genoeg. Zo willen ze graag een vrijwilligershuis realiseren, maar staat vooral de operatiekamer hoog op het verlanglijstje.
“Het plan is er, maar we staan nog op fase nul”, vertelt Paul hierover. “Het is nog een droom. De ruimte is er, maar al zou je het gebouw kunnen realiseren, dan nog moet je de inrichting er komen en is er iemand nodig die kan opereren.”

Vol enthousiasme en passie blijft dit drietal doorzetten. “Het zal allemaal in fasen opgebouwd moeten worden”, verwoordt Iety. “Elk stapje dat we vooruit kunnen zetten, zijn we zo blij, alsof we het zelf allemaal krijgen. Dan staan Hessel en ik echt te dansen in de kamer.” “Hoe lang dit duurt?”, vraagt Hessel zich af, “nog een hele tijd. Maar we staan in vertrouwen in wat we doen.”

Doneren of op een andere manier helpen? h-ivandersluis@filternet.nl, rekeningnummer 293975000 of www.stichtingkliniekzavora.nl.

UIT DE KRANT

Lees ook