Carmen Rodenboog en Sharon Smid wandelen een ‘thuiswedstrijd’

Afbeelding
voorpagina groningen

Struners Kiek’n’

LUTJEGAST – Nog een kleine twee maanden en het Westerkwartier mag zich verheugen op de Abel Tasman Struuntocht. In de rubriek ‘Struners Kiek’n’ vertellen verschillende deelnemers waarom ze meedoen aan de tocht en hoe ze zich voorbereiden. Deze week komen Carmen Rodenboog en Sharon Smid aan het woord. Voor de twee jonge vrouwen is het de eerste keer dat ze meedoen.
Ruim 25 kilometer wandelen door het Westerkwartier, waarbij het dorp Lutjegast een prominente rol vervult. Als inwoners van Lutjegast konden Carmen Rodenboog en Sharon Smid de loop niet negeren, vandaar dat ze er op 12 september voor het eerst bij zijn. Er wordt druk getraind. Zonder wandelschoenen, want de jonge vrouwen lopen gewoon op hun sneakers. Het moet er natuurlijk allemaal wel een beetje goed uitzien. Aan motivatie dan ook geen gebrek. `We doen voor het eerst mee. We zien het eigenlijk als een leuke uitdaging`, vertelt Carmen Rodenboog enthousiast. `Je ziet dat het leeft, dat het druk wordt in het dorp. We willen dat graag een keer meemaken als deelnemer.` Vandaar dat ze iedere week één keer oefenen. Vaak op de zondagmiddag, want deze dag kan door het wandelen goed worden benut. Ze zijn al behoorlijk goed op weg richting de 25 kilometer, want afstanden van 15 kilometer is al geen probleem meer voor de goedwillende wandelaars. `We lopen nu regelmatig en de ronde die we wandelen wordt steeds een beetje groter`, aldus Rodenboog. `Zo komen we vanzelf dichtbij de 25 kilometer.` Sharon Smid: “We hebben ook meegedaan aan de avondvierdaagse hier in het dorp. Dat was vier avonden ruim tien kilometer wandelen en dat ging ook goed. Of we al blaren hebben? Gelukkig niet”, lacht ze.
Met ruim 4500 verstrekte kaarten is de Abel Tasman Struuntocht ook een evenement van naam en faam in het gebied. Volgens de dames leeft de tocht dan ook in het dorp. De inwoners van Lutjegast zijn in de meeste gevallen deelnemer dan wel vrijwilliger van het evenement. “Er zijn best veel mensen die we kennen en die ook meedoen. Het is wel iets van het Westerkwartier”, legt Smid uit. “Het is de gezelligheid, de saamhorigheid wat het zo leuk maakt. Ook wordt er van alles omheen georganiseerd.” Rodenboog: “Wat ook werkt is dat het maar één keer in de vier jaar wordt georganiseerd. Dat maakt de uidaging leuker. Als het jaarlijks zou zijn werkt het op een gegeven moment gewoon niet meer. Om de vier jaar zorgt ervoor dat het ook iets unieks is. Dat maakt het ook leuk.”
De 25 kilometer moet voor Rodenboog en Smid en hun groepje haalbaar zijn. Ze lopen in totaal met z’n vijven en zijn zoals gezegd volop aan het oefenen. Niet alleen om conditie op te bouwen, ze zien ook iets van de eigen omgeving. “We lopen verschillende routes, komen op verschillende plekken. Normaal waren we daar niet zo snel gekomen”, aldus Smid. Zodoende kent het parcours op 12 september weinig geheimen voor de vrouwen. Ze zijn blij dat de Abel Tasman Struuntocht leeft en hopen dat het mooi weer is. “Het is wel afwachten wat dat betreft. Regent het, of is het erg warm, daar heb je geen invloed op. Doordat er veel omheen georganiseerd is, is er veel publiek”, weet Rodenboog. Smid: “Mijn moeder deed mee aan de Nijmeegse vierdaagse en daar sleept het publiek je erdoorheen. Dat maakt het wel draaglijker, dat hopen we bij de Struuntocht ook.”
En dan, wanneer ze na uren wandelen de 25 kilometer hebben voltooid, hoopt Rodenboog dat haar vriend met een bosje bloemen klaarstaat en hopen ze voldoende energie te hebben voor de dagafsluiter. Het traditionele Blarenbal staat dan op de agenda, een evenement wat de Abel Tasman Struuntocht na afloop nog leuker maakt. Maar voordat er met blaren kan worden gedanst, is het eerst bikkelen door het Westerkwartier.

UIT DE KRANT