Niezijl stelt zich open voor Oekraïners

Afbeelding
Nieuws

‘Zolang de oorlog duurt, zijn we één gezin’


NIEZIJL – Inwoners van Niezijl zetten zich samen in om mensen uit Oekraïne op te vangen. Het is geen individuele hulp, maar het dorp stelt zich als team op om het zo aangenaam mogelijk te maken voor de vluchtelingen.


Jelkje Kloosterman, Jurjen Veenstra, Abel Dijkstra en Klaziena Royenga komen graag bij elkaar om te vertellen hoe het dorp zich gezamenlijk inzet. Ook de dames Milzaelian Sofiya (38), Hryshchuk Oleksandra (23), Hryshchuk Halyna (47) en Cheechil Krystyka (32) uit Oekraïne vertellen over hun ervaringen in Niezijl. Dijkstra steekt van wal: ‘Toen de oorlog begon, waren er gelijk al veel vrijwilligers in het dorp die zich graag wilden inzetten. We hebben eerst contact gezocht met Airbnb. We hoorden dat het daar erg lang zou duren, voordat we daadwerkelijk mensen konden ontvangen. De organisatie Missie 050 nam contact met ons op, dat is een organisatie die zich inzet door kerken en organisaties te verbinden. In samenwerking met Stichting Quartermasters zijn ze naar de grens van Oekraïne gegaan om spullen te brengen en weer mensen hier mee naartoe te nemen. We hebben ons via een aanmeldformulier met foto’s opgegeven, zodat de mensen uit Oekraïne ook weten waar en bij wie ze terecht komen. Wij ontvingen ook weer updates van de chauffeurs over de mensen, zodat er goede matches gemaakt konden worden. Na een lange rit van achttien uur, zijn ze de maandag na Pasen bij ons in het dorp ontvangen.’


Bij de ontvangst van de mensen komt ook een voorbereiding kijken. Iedereen zet zich op zijn eigen manier in en vult elkaar aan. ‘We hebben het er wel even goed over gehad. Behalve de fysieke voorbereidingen, weet je ook niet in wat voor emotionele staat de mensen aankomen. We zijn op dit moment ook bezig om hand-outs te maken voor gastgezinnen. Wat moet je wel en niet doen? We zitten nu nog een beetje in de ontdekkingsfase, maar al doende leert men,’ aldus Dijkstra. Kloosterman vult aan: ‘We wisten niet precies wanneer ze zouden komen. Soms kregen we te horen dat ze aan zouden komen, en kwam er helemaal niemand. Hierdoor hadden we alle fysieke voorbereidingen wel al goed op orde. Al weet je niet wie er precies komt. Een kind van twaalf heeft andere benodigdheden dan een baby. Ik ondersteun de mensen doormiddel van een ‘winkeltje’ in onze schuur met allerlei benodigdheden voor de vluchtelingen en de gastgezinnen. Denk bijvoorbeeld aan luiers, maandverband, shampoo, maar ook aan dingen om ze bezig te houden, zoals een naaimachine voor Sofiya. We hebben De Schil opgericht. Dat is een groep vrijwilligers die om de gastgezinnen heen staat om ze te ondersteunen.’ Veenstra vertelt: ‘De Schil voorkomt chaos en zorgt voor rust. Als er een vraag komt uit de gemeenschap, pakt De Schil deze op. Op deze manier worden we niet overspoeld met goedbedoelde rotzooi, maar alleen met wat er echt nodig is.’ Dijkstra komt met een voorbeeld: ‘We proberen de Oekraïners te laten fietsen. Nu was de fiets bij ons thuis te klein, ik kan vanavond een herenfiets bij een andere vrijwilliger ophalen. Elke gerichte vraag die ik tot nu heb gesteld, is binnen twee uur opgelost.’


Veenstra vertelt: ‘We doen het echt als dorp, niemand staat er alleen in. We zijn allemaal betrokken en vormen een vangnet voor elkaar. Hierdoor zijn de Oekraïners niet geïsoleerd en ontmoeten ze nieuwe mensen uit hun eigen land die ook in het dorp zijn. Er zit voor ons geen limiet aan de opvang. Zolang de oorlog duurt, zijn we één gezin. De kinderen redden zich ook allemaal goed en stappen overal vrolijk binnen. Vandaag zijn ze voor het eerst naar school geweest in Grootegast.’ Veenstra heeft tijdens zijn studie Scheikunde ook Russisch gestudeerd en fungeert hierdoor als tolk. Ook al gaat veel communicatie ook met handen en voeten en via de app SayHi. Hij vertaalt namens de Oekraïense dames: ‘We vinden het hier helemaal te gek, we vormen echt een gemeenschap. Twee gezinnen kwamen uit het Oosten van het land en één uit het Zuiden. We hebben elkaar hier leren kennen. Klaziena en Jurjen nemen ons veel mee het dorp in. Via ouders op school ontmoeten we ook weer nieuwe mensen. Toen we net aankwamen in het dorp was het net alsof je op bezoek was bij je ouders. Alles wat je nodig hebt, staat voor je klaar en er was meteen voldoende eten. Alles hier is erg schoon. Toen we hoorden dat we in een dorp terecht zouden komen, 20 kilometer van de stad af, dachten wij aan koeien en kleine huisjes zonder wateraansluiting. Maar je komt onverwachts op een hele andere plek terecht.’


Royenga: ‘De kinderen zijn nu begonnen op school, maar de volwassen zijn ook druk bezig. We doen vaak spelletjes zoals sjoelen, vissen of we gaan gezellig winkelen. Bij ons thuis zitten ze voornamelijk boven, we gunnen elkaar ook privacy.’ Veenstra vult aan: ‘Het is erg leuk om de cultuurverschillen te zien. We hebben allemaal hele andere gewoontes. Zij zijn bijvoorbeeld gewend om bij elke maaltijd iets warms te eten. Binnenkort gaan we op vakantie naar Duitsland en ons nieuwe gezin gaat gewoon gezellig mee.’

UIT DE KRANT