Omgevingstraject moet leiden tot de juiste dialoog

Afbeelding
voorpagina groningen

‘Er moet een duidelijke plek zijn waar mensen melding kunnen maken’


ZUIDHORN – Het omgevingstraject rondom de uitfasering van de ondergrondse gasopslagen in Norg en Grijpskerk bevindt zich in een nieuwe fase nu de omgevingstafels ingericht zijn en de dialoog is geopend. Leendert Klaassen, die als onafhankelijk procesbegeleider werd aangesteld, geeft aan dat er nog een lange weg te gaan is, maar dat de wijze waarop er nu wordt samengewerkt het voorgenomen doel uiteindelijk dichterbij haalt.


Met het omgevingstraject hebben vier partijen samen met vertegenwoordigers van de omgeving het gesprek geopend over de toekomst van de ondergrondse gasopslagen. Transparantie en participatie vormen de inzet van het gezamenlijk traject waaraan het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Gemeente Noordenveld, Gemeente Westerkwartier en de NAM deelnemen. De omgevingstafel, waar informatie uit diverse hoeken van de samenleving samenkomt, bespreekt de lijnen richting de toekomst legt Klaassen uit.


‘We gebruiken de omgevingstafel om informatie uit te wisselen vanuit de overheden en de NAM naar de burgers, maar ook vanuit de burgers naar de overheden als het gaat om de signalering van specifieke problemen. Heel vaak krijgen burgers bij wijze van spreken informatie vanuit de overheid ‘over zich heen gestort’, maar de omgevingstafel kan dus ook een adviserende rol spelen als het gaat om de vraag hoe je bepaalde zaken het beste kan aanpakken. Het is dus een manier om draagvlak te creëren voor wat er in het gebied gebeurt, maar ook een manier om problemen op het juiste moment te signaleren en op te lossen. De aanleiding hiervoor was de wijziging van de functie van de gasopslagen, bijvoorbeeld die in Grijpskerk, waarbij hoogcalorisch gas voor industrieel gebruik in onze regio wordt omgevormd naar laagcalorisch gas voor huishoudens. De zorgen die er binnen kwamen vanuit het gebied bij gemeentebestuurders zijn vooral ook aanleiding geweest om het gesprek te openen. Als door een ander gebruik van de gasopslagen de leveringszekerheid van de gasvoorziening in Nederland na de sluiting van het Groningenveld moet worden gegarandeerd, dan zijn de mensen hier bang dat in ons gebied dezelfde problemen ontstaan die we nu in Noord en Oost Groningen kennen. Wij willen met de omgevingstafel een plek creëren waarin deze zorgen onmiddellijk kunnen worden geuit en er direct zaken besproken kunnen worden als zich problemen voordoen in het gebied.’ Terugkijkend op de eerste bijeenkomst die onlangs plaatsvond kwam er inhoudelijk al een groot aantal onderwerpen aan bod waarmee de dialoog op gang kan komen blikt Klaassen terug. ‘Het was vooral ook een moment waarop we hebben kennisgemaakt met elkaar en in kaart hebben gebracht welke problemen er spelen en welke onderwerpen we het eerst aan de orde moeten stellen. Daaruit zijn drie dingen naar voren gekomen. Allereerst of we wel voldoende weten wat er in de ondergrond gebeurt. Heel vaak wordt ervan uitgegaan dat overal waar gaswinning plaatsvindt dezelfde effecten optreden, maar het tegendeel is waar vanwege de geologische structuur die niet over gelijk is. In de tweede plaats is uitgesproken dat we in de monitoring meer moeten doen. We moeten beter meten wat er aan bewegingen en trillingen in de ondergrond gebeurt. Daarover is veel kennis beschikbaar en de partijen die dit kunnen delen, zullen we vragen in dit proces samen met ons op te trekken. Het derde punt dat naar voren kwam is dat we goed moeten bekijken hoe we met de schadeafhandeling omgaan. Grijpskerk en omgeving valt bijvoorbeeld deels onder de regels van het IMG (Instituut Mijnbouwschade Groningen) en voor een ander deel onder de Commissie Mijnbouwschade. Mensen weten vaak niet waar ze heen moeten als ze schade hebben en wie de schade moet beoordelen. Er worden ook geregeld mensen heen en weer gestuurd, dus er moet een duidelijke plek zijn waar mensen melding kunnen maken van schade. Dit moet tegelijkertijd een werkwijze zijn waardoor elke nieuwe melding zorgvuldig wordt afgehandeld. Dan bestaat er nog een belangrijk punt en dat is de zogenaamde omgekeerde bewijslast. Dit betekent dat de NAM of het IMG moet bewijzen dat schade aan bijvoorbeeld een woning niet het gevolg is van gaswinning. Voor inwoners van Grijpskerk en omgeving is dit een belangrijke wens, want mochten er in de toekomst schademeldingen worden ontvangen, dan hoeven de inwoners dit in hun persoonlijke situatie niet zelf te bewijzen. Om dit mogelijk te maken moet de wet worden gewijzigd en staatssecretaris Vijlbrief heeft al aangegeven dat hij hiervan voorstander is. Het moet nog wel formeel worden besloten door de Nederlandse wetgever, maar het is onderweg en in beginsel is dat goed nieuws.’


Los van het feit dat de omgevingstafel moet ontzorgen en bijdragen aan een duurzame versterking van de regio zullen de betrokken regio’s op termijn ook van de voordelen moeten kunnen genieten. De omgevingstafel geldt daarbij als gids naar de toekomst besluit Klaassen. ‘Ik denk dat we met de inzet van de omgevingstafel in ieder geval veel eerder kunnen signaleren waar iets fout gaat en dat is een goede ontwikkeling. Het is daarnaast ook de bedoeling van de bijeenkomsten dat er na verloop van tijd een afsprakenkader ontstaat over wat er in het gebied verder moet gebeuren en hoe schade beter wordt afgehandeld. We hebben het overigens niet alleen over deze kant van de zaak, want we kijken ook verder. We zijn tegelijkertijd ook bezig met het nadenken over een investeringsagenda. Op het moment dat er opbrengsten uit het gasgebied komen, dan is het ook de bedoeling dat een deel van de opbrengst ten goede komt aan het gebied. Een voorbeeld daarvan is Ternaard in Noordoost Friesland waar ook wordt gewerkt met een omgevingstafel om belangrijke onderwerpen aan de orde te stellen. Daar is afgesproken dat tien procent van de opbrengst terugvloeit naar de samenleving als de gaswinning daar van start gaat. Daarmee kunnen mooie dingen tot stand komen als de gelden ook daadwerkelijk goed worden geïnvesteerd. We zijn in ons gebied nog niet zo ver, maar zijn inmiddels wel een duidelijke richting ingeslagen waar transparantie en participatie de boventoon moeten voeren.’

UIT DE KRANT