Op bezoek bij Fruitteeltbedrijf Oudebosch

Nieuws

“Fruit worden we nooit zat”

NIEHOVE – Alleen de rit ernaar toe al, is prachtig. Via de piepkleine dorpjes Niezijl en Kommerzijl, door de groene weilanden met de dijkjes erom toe; het is geen straf. Vlak voor Kommerzijl kan je het 20 hectare tellende land van Oudebosch al zien. Je kijkt recht op de oudste stukken, zal ik later leren. Jan en Marijke Woudenberg stevenen recht op het 45-jarig bestaan van hun bedrijf af, maar zijn het nog lang niet zat. De appeltap staat op tafel, koffie wordt geschonken in appelmokken en al snel wordt het ook uitgesproken: “fruit worden we nooit zat”.

Vijf jaar geleden leverde de kersenpluktijd een prachtige voorpaginafoto op. “Is het alweer vijf jaar geleden?”, klinkt het onder de koffie als ik de krant laat zien. De foto prijkt nog altijd op het prikbord. Dit keer zijn we iets te vroeg voor de kersen. “Half juli meestal. Sowieso zijn juli en augustus hier de piekmaanden”, vertelt Marijke. “Op dit moment hangen alleen de pruimen voluit, maar er komen wel genoeg kersen.”

Haar man Jan startte in 1968 met het bedrijf. De familie kwam uit Vleuten bij Utrecht, waar ze melkvee met hoogbomen hadden. “We hadden er plezier in, in de fruitbomen, ook al was het op de ladder. Onze buurman had lage boompjes, dat was nog mooier. En koeien die heb je zeven dagen in de week, terwijl je met fruit op zondags vrij hebt”, vertelt Jan. De familie trok naar het noorden voor de gunstige grondprijzen. “We zijn een paar jaar druk geweest met de voorbereidingen, eind ’69 gingen de eerste fruitbomen de grond in en in ’71 werden de eerste vruchten geoogst.”

Het is een risicovol bestaan. “In ’72 hadden we zo’n erge hagel. Dan zie een jaar hard werken teniet gaan. Je bent wel verzekerd, maar nooit voor alles. Zo erg hebben we het nooit weer gehad, maar dat is geen garantie. Een bakker kan als het brood of gebak niet bevalt, gewoon na een paar dagen ander brood of gebak bakken. Als wij een boom geplant hebben, dan zeg je niet zomaar, doe maar wat anders. Bovendien kan het best zo zijn dat je drie mindere jaren hebt en dat het ras daarna opeens wel in trek is. Het is een stukje gevoel, maar heeft ook te maken met wat er in de markt speelt.” Het weer is een belangrijke en onzekere factor. “Ieder zonnestraaltje probeer je wel te benutten.” Daarin is het paar ook niet bang aangelegd en durven ze hun eigen weg te volgen. “Pionieren, hè”, zegt Jan lachend. “Nou”, voegt Marijke toe, “we volgen gewoon ons eigen pad. Maar we zijn ook vrij, niet gebonden.” De belangrijkste keuze? “We oogsten hier later, omdat we willen dat het fruit optimaal op smaak is. Zouden we voor de veiling werken, dan zouden we toch zeker een week eerder oogsten.” Maar dat hun eigen weg loont, merken ze wel aan de klanten. “Kersen, daar hou ik niet van, horen we wel eens. Maar dan zeggen wij: maar déze wel. En als ze onze kersen dan proeven, dan hoef je niet meer te verkopen. De smaak brengt ze hier naar toe.” Ze vinden het ook een must om kwaliteit te bieden. “Als iemand er ook een extra rit voor moet maken, dan moet het ook de moeite waard zijn. En bedenk wel: om iemand twintig jaar als vaste klant te houden, moet het allemaal wel in orde zijn.”

De techniek heeft niet stilgestaan in al die jaren. “We zaten hier al tien jaar toen we voor het eerst een heftruck kregen”, vertelt Marijke. De technische vooruitgang heeft het werken in de boomgaarden wel veel makkelijker gemaakt. “Snoeien deden we vroeger met de hand, maar daarvoor hebben we nu een elektrisch snoeimes. En voor de toppen van de bomen hoeven we ook al niet meer de trap op.” Een groot verschil is dat er nu ook onder de grond gesnoeid wordt. “Daar worden de bomen veel vruchtbaarder van. Ze blijven bovendien veel compacter, waardoor er meer zonlicht bij de vruchten kan komen.” Het oogsten gaat tegenwoordig ook in veel grotere kisten dan vroeger. “Dat is zo’n gemak. Als ik dat eerder had geweten.”

Er is een indrukwekkend bedrijf opgebouwd. “Er staan zo’n 60.000 bomen, maar toen we hier kwamen stond er maar één meidoornstruik. Er moest wel van alles overwonnen worden.” Jan somt zo indrukwekkende cijfers als 60 kilometer druppelleidingen en 11 kilometer regendoek op. Zelf is het paar misschien wel de grootste fan van hun appels, pruimen en kersen. “Het is ondubbelzinnig bewezen dat fruit goed voor je is”, vertelt Jan. “We worden het nooit zat.” Als ik bijna beschaamd vertel dat ik helemaal geen fruit heet, zie ik twee grote ogen verschijnen. “En ze ziet er nog zo goed uit”, fluistert Marijke haar man toe.

Een rondleiding bij het bedrijf is zeker de moeite waard. Het paar probeert het wel te doseren. “Ze willen toch allemaal graag dat wij ze rondleiden.” En dat kan niet altijd, want uiteindelijk werken ze allebei maar aan één ding en dat is hun fruit.

Het fruit van Oudebosch is te verkrijgen in de boerderijwinkel bij het bedrijf aan de Heereburen 17 in Niehove en in hun winkel aan de Paterswoldseweg in Groningen. Bovendien staan ze op de streekmarkt bij Verhildersum in Leens, de streekmarkt op Nienoord in Leek en de Ommelandermarkt op het Ebbingekwartier in Groningen. En wie denkt dat de kwaliteit een hoge prijs heeft, heeft het mis. De prijzen zijn te vergelijken met de stuntprijzen van de supermarkt.

UIT DE KRANT