Oproep voor bewustwording aan wandelaars en natuurbezoekers

Afbeelding
voorpagina groningen

“Stilte en rust zijn belangrijk voor broedende vogels”


GROOTEGAST – Het nieuwe broedseizoen, dat officieel loopt van 15 maart tot 15 juli, is intussen begonnen. Broedende vogels hebben baat bij stilte en rust en nu we in coronatijd veel massaler de natuur intrekken, is het nog belangrijker om ons daar goed van bewust te zijn en ons gedrag daarop aan te passen. De Streekkrant ging hierover in gesprek met Herman Woltjer uit Grootegast, die als voorzitter van het Intituut Voor Natuureducatie (IVN) Westerkwartier e.o. een warm pleidooi houdt om de vogels zo ongestoord mogelijk te laten broeden.

Woltjer begint met een toelichting op het oud-Nederlands gezegde ‘In mei leggen alles vogels een ei’ en legt uit dat dit niet klopt. “Het officiële broedseizoen duurt vier maanden, maar ook buiten die periode zijn er vogels die eieren leggen en gaan broeden”, vertelt hij. “Een vogel als de bosuil kan bijvoorbeeld al in februari gaan broeden en een meerkoet tot in de maand september. Het is geen enkel probleem dat mensen gedurende het broedseizoen de natuur intrekken, maar het is van belang dat ze rekening houden met broedende vogels. Verstoringen vinden vaak niet eens opzettelijk plaats, maar mensen zijn zich niet altijd van het gevaar daarop bewust. Het kan bijvoorbeeld worden voorkomen door honden aan de lijn te houden, ook op plaatsen waar dat niet verplicht is. Hondeneigenaren gooien geregeld met een stok of een bal en daarbij rennen honden ook buiten de paden. Dit gaat ook vaak gepaard met geblaf. Hier schrikken broedende vogels van en dan verlaten ze het nest. De vogels keren doorgaans wel weer terug op het nest, maar het is zaak om verstoringen zoveel mogelijk te voorkomen om zo betere garanties op een goed broedresultaat te krijgen. Mijn advies en verzoek is dan ook om op de paden te blijven en zoveel mogelijk de rust en stilte in acht te nemen. We kunnen er met elkaar op letten en elkaar ook op aanspreken. Dat laatste gebeurt ook wel, maar stuit geregeld op boze reacties. Het gebeurt echter met de beste intenties en ik hoop dat iedereen dat wil begrijpen en er passend op reageert”.

Woltjer wijst in dit verband ook op de weidevogels, waarvan de aantallen steeds verder teruglopen. Zonder met een beschuldigende vinger naar wie dan ook te wijzen, merkt hij daarover het volgende op: “Er is beleid ontwikkeld om het weidevogelbestand gunstig te beïnvloeden. Dit betreft provinciaal beleid, waarin ook de landbouwsector en natuurorganisaties participeren. Er wordt goed samengewerkt, maar er spelen meerdere belangen mee en er zijn eigenlijk te veel invloeden van buitenaf. Voor agrariërs gaat het om broodwinning en dat maakt dat het belang van de vogelstand niet altijd voorop kan staan. Dit vind ik jammer. Ook worden bepaalde gebieden ‘opgeofferd’ voor woningbouw, waardoor vogels uit die gebieden verdwijnen. Een ander probleem vormt het gebrek aan bloemrijk gras, wat er eerder wel was. Bloemen trekken insecten aan en die zijn bijvoorbeeld voor jonge grutto’s van levensbelang om tot een volwassen vogel uit te groeien. De vermindering van het aantal insecten maakt de kans op overleven voor deze categorie een stuk kleiner. Ook de kievit heeft het moeilijk. In het Westerkwartier waren er vroeger overal kieviten. Tegenwoordig hebben we nog maar slechts vier kleinere gebieden waar de kievit aanwezig is en zich probeert voort te planten. Dit is in de buurt van de Westerhornerweg tussen Lutjegast en Grijpskerk, in de Zuiderpolder tussen Enumatil en Zuidhorn, nabij de Polmalaan tussen Doezum en Kornhorn en in de buurt van Niehove. De weidevogels worden zelfs met uitsterven bedreigd. Ik hoop dat het niet zover komt. De grutto is onze nationale vogel en dan kan het toch niet zo zijn, dat de nieuwe generatie deze vogels straks niet meer in het echt kan zien en alleen maar vanaf foto’s”.

Aan het IVN zal het niet liggen. IVN Westerkwartier e.o. kent meerdere werkgroepen, die op allerlei manieren proberen om de natuur in het mooie Westerkwartier te behouden en te beschermen. De vogelstand is daar een belangrijk onderdeel van. “Wij gaan niet de barricaden op, maar we vinden er wel wat van. Wij bespeuren beslist geen onwil, maar zien dat het meer een kwestie van bewustwording is. Nogmaals spreek ik de hoop uit dat alle wandelaars en verdere bezoekers van onze natuurgebieden zoveel mogelijk de rust en stilte bewaren en geen onnodige en ongewenste verstoringen voor broedende vogels veroorzaken. Het belang daarvan is zeer groot”, aldus Woltjer.

UIT DE KRANT