Paul Matthijs: ‘Ze hebben het een beetje over zichzelf afgeroepen’

Afbeelding
facebook

HAREN - Hij veert op van de bank, steekt juichend de armen omhoog en heeft even nieuwe hoop. Wout Weghorst heeft zojuist de gelijkmaker gescoord, diep in blessuretijd na een legendarische vrije trap. Locatie is de Meerweg in Haren waar voormalig FC Groningen-voetballer en jeugdtrainer Paul Matthijs een meer dan voortreffelijk stulpje aan het Paterwoldsemeer bewoond.

Door: Johan Kamphuis



De gastheer is begaan met Oranje. Niet tevreden over het spel en hoopt dat het Nederlands Elftal op dezelfde manier als tijdens het laatste kwartier van de wedstrijd blijft voetballen in de verlenging: ‘Argentinië is mentaal zwaar aangeslagen. Die zijn rijp voor de slacht. Eerst krijgen ze de 2-1 tegen. Dat is voor hun geen probleem. Maar wanneer je dan in de allerlaatste minuut de gelijkmaker om je oren krijgt en je waande je al in de halve finale doet dat wat met een team. Dus druk er op houden en proberen die 3-2 te maken’, is het advies van de voormalig verdediger van de Trots van het Noorden. Hij komt bedrogen uit en irriteert zich zichtbaar. ‘Het is weer inzakken en hopen op een counter. Je hebt twee doelpunten gemaakt met een speelwijze die je vervolgens weer achter je laat. En valt terug op de manier van spelen waar je twee tegengoals te verwerken kreeg. De succesvolle tactiek wordt dan in de verlenging weer verworpen. Ik ben heel benieuwd of dat de opdracht is van Van Gaal of dat de spelers uit zichzelf teruglopen.’


Matthijs zag een wedstrijd die hem tot aan de 2-1 niet kon bekoren. ‘Laat duidelijk zijn dat ik heel erg hoopte dat Oranje de wedstrijd zou winnen, maar het spel is weinig inspirerend. Het is vooral een tikkie breed, risicoloos en hopen op een bevlieging van Memphis. Eigenlijk een beetje Nederland onwaardig.’ Vooral het functioneren van de wingbacks is Matthijs een doorn in het oog: ‘Blind kan het niveau gewoon niet meer aan. Je zag het bij de 1-0. Hij is twee keer te laat. Maar ook in aanvallend opzicht brengt hij veel te weinig. Ik snap het wel, hij durft niet goed omdat hij niet het vermogen heeft bij balverlies op tijd terug te zijn. In deze speelwijze zijn je backs zeer belangrijk maar zouden niet als echte backs moeten spelen maar vooral ook in de vijandige 16-meter moeten opduiken. Dat is op een enkele keer na niet gelukt. Dumfries heeft dat vooral tegen de VS beter gedaan dan Blind maar het voetbal was onder aan de streep veel te initiatief-loos. Ik denk dat Van Gaal echt heeft gegokt op Memphis maar die is totaal niet uit de verf gekomen. Je zou kunnen zeggen dat hij heeft gegokt en verloren.’ Matthijs deelt de kritiek van Van Basten dat Van Dijk zich te weinig als een leider heeft gedragen. ‘Hij speelt altijd op safe. Dribbelt nooit het middenveld in waardoor je een tegenstander dwingt te kiezen. Hij speelt op 70 procent van zijn capaciteiten. Hij kan en moet veel dwingender spelen. Deze manier met 5 verdedigers ligt hem niet zo goed. Hij is bang voor te grote ruimtes en daardoor speelt hij met de handrem. Je zag wel dat hij na de kritiek wat meer initiatief toonde en werd het in ieder geval verdedigend beter. Aanvallend bleef het echter heel matig.’


Matthijs, die elf jaar het groen/wit van FC Groningen droeg en 18 maanden een uitstapje maakte naar AZ, ziet met lede ogen aan hoe Oranje de strafschoppenserie verliest. ‘Daar heb je dan een jaar op getraind. Dit laat maar weer zien dat strafschoppen eigenlijk niet trainbaar zijn. Je kunt een vaste trap hebben maar de druk is er alleen op het moment zelf.’ Hoe jammer Matthijs de uitschakeling ook vindt, Oranje heeft het ook een beetje over zichzelf afgeroepen is zijn mening: ‘Ze hebben te veel gespeeld om niet te verliezen. Oranje speelt van oudsher met de borst vooruit. Brutaal, onderscheidend en met veel initiatief. Dat alles heb ik gemist. En dan is dit misschien wel een logisch gevolg.’


Tot slot kan het onderwerp FC Groningen natuurlijk niet onbesproken blijven. Matthijs, een kind van de club werd in maart vorig jaar als jeugdtrainer aan de kant werd gezet door Mark-Jan Fledderus. De ergste pijn is inmiddels verdwenen, maar het onbegrip over de handswijze van de technisch directeur zit de oud-verdediger nog immer hoog: ‘Naar buiten toe is een bepaald beeld van mij neergezet dat gewoon geen recht doet aan mij. Ik zou niet goed met collega’s om kunnen gaan. Dat zou de belangrijkste reden zijn waarom Fledderus niet met me verder wilde. Natuurlijk heb ik wel eens botsingen gehad met mensen. Wie niet. Het gekke is dat ik nooit van iemand klachten heb gehad en dat veel ouders en jeugdspelers maar ook collega’s het heel jammer vonden dat ik weg moest. Ik heb het afgelopen jaar ook nooit een functioneringsgesprek gehad. In zo’n gesprek kun je aangeven wat er goed gaat en wat verbeterd kan worden. Dan heb je een kans om dingen anders aan te pakken. Dat is er niet geweest. Ik ben eerlijk, duidelijk en direct, nooit in eigenbelang, maar altijd vanuit mijn visie van top opleiding en FC Groningen belang. Soms misschien te emotioneel. Hier is de afgelopen jaren ontwikkeling in geweest en het kan nog altijd beter, maar we werken ook in een topsport organisatie. Maar zomaar ineens was dat een onoverkomelijk probleem. Ik heb nooit de kans gehad om iets te veranderen.’


‘Diep van binnen snap ik wel waarom, dat wás het probleem niet. Ik heb een mening en die spreek ik uit. Kijk maar eens hoeveel mensen er onder Fledderus de club hebben verlaten. Ze houden niet van mondige mensen. Mening vanuit het belang van de club, omdat ik me zorgen maak over de ontwikkeling van de club en nu blijkt niet geheel onterecht. De laatste tijd komt FC Groningen niet erg positief in de media zowel lokaal als in het land.’


Rancune kent Matthijs niet en hij komt de technisch directeur nog geregeld tegen op Corpus. ‘We groeten elkaar. Ik ben een clubman. Ik hou met heel mijn hart van FC Groningen. Dat zal nooit verdwijnen.’ Ziet hij een terugkeer naar de club nog als een mogelijkheid? ‘Nogmaals, FC Groningen is mijn club. Ik heb daar altijd met veel plezier gewerkt en als FC Groningen mij denkt nodig te hebben kunnen ze me altijd bellen.’   

UIT DE KRANT