Piet’s Big City – week 04 - ‘15

piet's big city

Ik ga een boek schrijven. Samen met regisseuse Léonie Albers. Over hyperventilatie. Over angsten. Over fobieën. En over nog veel meer. Ik popel om te beginnen. Had al last van hyperventilatie voordat het écht bekend werd. Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig. Toen al begon de ellende voor mij.  Léonie en ik willen ook  een aantal bekende Nederlanders aan het woord laten. Mensen die ook al jaren hinder van deze vervelende verschijnselen hebben. Mensen zoals Matthijs van Nieuwkerk, René van der Gijp, de oud-voetbaltrainers Hans Eijkenbroek en Hans Kraay senior en nog nader te traceren dames. In het programma College Tour vertelde Van Nieuwkerk ten overstaan van een volle zaal en een miljoen kijkers dat wanneer hij op de racefiets plotseling oog in oog komt te staan met een brug hij daar dan niet over durft  maar op zoek gaat naar een andere oplossing om de overkant te bereiken. Maar over de brug fietsen, no way!! Mijn eerste verschijnselen van hyperventilatie openbaarden zich in de nadagen van mijn carrière als diskjockey. Eigenlijk was ik al gestopt, maar toen de eigenaren van de splinternieuwe discotheek Cachet mij vroegen of ik de eerste weken wel wilde draaien zei ik volmondig ja. Dit had ik beter niet kunnen doen. De eerste week ging het nog wel, maar naarmate de tijd vorderde begon ik mij in de nachtelijke uren steeds slechter te voelen. Gelukkig was Cachet een nachtclub, wat in hield dat het ene half uur het orkest speelde en de andere 30 minuten door mij werden ingevuld. Toch waren er nachten dat ik bij wijze van spreken de schilderijen niet meer aan de muur zag hangen. Zo slecht voelde ik mij. Toentertijd was hyperventilatie iets totaal nieuws. Ik weet nog heel goed dat bij de eerste keer ik dacht dat ik dood zou gaan. Door de angst raakte ik in paniek en ging verkeerd ademen. Ik zag alleen maar hartproblemen, maar de huisarts verloste mij uit mijn lijden. Het was hyperventilatie en ik hoefde dus niet bang te zijn voor de dood. Maar een drama was het wel. Steeds vaker kreeg ik er last van. Volgens mijn huisarts was er maar een oplossing en dat was de gang naar de psycholoog. In totaal ben ik maar liefst 32 keer bij hem geweest. Hij daagde mij uit en liet me van alles doen om de angsten te overwinnen. Wanneer ik mijn eigen Herestraat in liep en van de andere kant al die mensen zag aankomen ging ik terug. Van de psycholoog moest ik juist dan door lopen en zou ik merken dat er niets gebeurde. Aan het einde van de sessies had ik de kop weer door het halster. Als een abces dat brak keerde ik terug op aarde. Ik had het overwonnen. Bij het afscheid zei mijn psycholoog dat ik er nooit helemaal vanaf zou komen. Hij heeft helaas gelijk gekregen. Vandaar ons boek!

UIT DE KRANT