Piet’s Big City week 46”15

piet's big city

Op het winkelcentrum van Lewenborg, de meest groene wijk van de stad, komt een oudere dame van ongeveer mijn leeftijd op me af. Ze zegt dat ze mij zo mist op de radio en dat ze elke dag naar me luisterde. Hoe gaat het eigenlijk met jou? Ik antwoord dat het wel goed met me gaat. Tussen wel goed en goed zit een behoorlijk groot verschil, ik weet het, maar ik voel me nu eenmaal wel goed en niet echt goed. Beetje last van de knie. Voltaren! roept de dame. Voltaren! Gebruik ik ook. Niet goedkoop, wel effectief. Gewoon doen. Ik bedank de vrouw en vervolg mijn weg. Op Lewenborg heb je ook een Kruidvat en daar ga ik heen. Van Ineke van Luit had ik twee andere smeersels doorgekregen om de pijn te verzachten. Tantum en Advil. En laten nou alle drie crèmes keurig netjes naast elkaar liggen. Wat moet ik nou? De wijze raad van Ineke van Luit opvolgen of toch gaan voor de stelligheid van de dame van mijn leeftijd die al die jaren trouw naar mij heeft geluisterd? Ik kies voor haar. Helemaal als ik op de verpakking lees dat Voltaren diclofenac bevat en dat staat voor het remmen van een ontsteking. Nou weet ik niet of er een ontsteking in mijn linkerknie zit, maar is dit wel het geval, dan lijkt Voltaren mij toch het beste. De grootste tube is 150 gram en die neem ik. Kost twintig euro en het helpt. Drie weken lang vier keer dag wrijven met een hoeveelheid van een kers of een walnoot moet voldoende zijn staat er in de bijsluiter. Nou ben ik er zelf achter gekomen dat ik ook maar beter niet meer kan rennen. Drie keer in de week liep ik nog een uurtje, maar na de laatste twee rondjes speelde mijn knie weer op en begon ik te beseffen dat het over en uit is met hardlopen. Ik weet nog dat ik op 22 november 1990 een start maakte met het meer bewegen. Het begin was zwaar. Van 500 meter naar een kilometer en zo heel langzaam opbouwen. Een echte loper ben ik nooit geworden, maar de 4 Mijl en ook de 10 kilometer in de Nacht van Groningen liep ik keurig netjes uit. Geen wondertijden, maar wel toonbaar voor iedereen. De laatste jaren werd het steeds minder. Wanneer mensen mij na afloop vroegen wat mijn tijd op de 4 Mijl was, mompelde ik iets onverstaanbaars van dat ik voor het goede doel had gelopen en dat dus de tijd totaal niet interessant was en de vraag dus niet relevant. Drie kwartier of 50 minuten, wat maakt het uit? De allerlaatste keer dat ik meeliep deed ik er 59 minuten over, met als excuus dat ik een overvolle collectebus mee diende te torsen. Dat is nu allemaal verleden tijd. Ik heb besloten om te gaan fietsen. Schijnt ook nog veel beter te zijn voor de knieën.

UIT DE KRANT

Lees ook