Plaats: Zonnehuis de Oostergast, Zuidhorn

||
|| Foto: ||
ongenode gast

Datum: dinsdag 21 mei
Tijd: 16.30 uur

“Het houdt niet op, niet vanzelf.” De reclamespotjes van de overheid kennen we allemaal inmiddels. Maar wanneer is er nou eigenlijk sprake van ouderenmishandeling? En wat moet je dan doen? In het Zonnehuis in Zuidhorn vond vorige week een interactieve theatermiddag plaats over het thema. De ongenode gast nam een kijkje en was aangenaam verrast door de mooie voorstelling die Bureau Hetsen en Visschers verzorgde én over de leuke interactie met de zaal.
Wat doe je als je partner dement wordt en daardoor soms erg lastig is en je geen moment rust hebt? “Misschien de deur op slot doen als hij een middagdutje doet met de babyfoon erbij”, is één van de oplossingen uit de zaal. Er komen ook iets gangbaardere ideeën. Een mantelzorger inschakelen, vrienden in huis halen of dagbesteding. Hoe dan ook, je kunt het niet alleen. Een dame in de zaal weet dat maar als te goed. “Mijn moeder was ook dement, daar hebben we heel wat mee meegemaakt. Ik reed eens met mijn man door de Friesestraatweg toen daar een verdwaasde man liep. Die hoort hier niet, zag ik meteen en we hebben hem thuis gebracht.”
Er worden verschillende korte scènes nagespeeld waarop het publiek mag reageren. In sommige gevallen is het duidelijk dat het gaat om ouderenmishandeling. In andere gevallen zijn die grenzen een stuk minder goed zichbaar, zoals in de scène waarbij meneer De Boer in zijn hemd thuis zit en niet mee wil met de reis van de Zonnebloem. De vrijwilligster wil weten waarom niet, hij gaat toch altijd met zoveel plezier mee? En waarom zit hij hier eigenlijk in zijn hemd? “Mijn overhemd zit in de was. En die andere ook.” Als dan blijkt dat hij ook zijn visblaadje heeft opgezegd, die meneer De Boer altijd zo graag las, krijgt de vrijwilligster argwaan. Het blijkt dat meneer de Boer geen geld genoeg heeft. Af en toe vindt hij het namelijk goed als zijn kleindochter wat geld van zijn rekening pint. “Ze had laatst een wasmachine nodig. Ze heeft jonge kinderen en dan kun je natuurlijk niet zonder wasmachine.” De vrijwilligster vindt dat het zo niet langer kan, maar meneer De Boer is onvermurwbaar. “Het is mijn geld, en ik bepaal waar ik dat aan uit geef. Zij is de enige van de familie die nog bij mij komt.”
Wat vindt het publiek van dit dilemma? “U moet zich er niet mee bemoeien!”, zegt een vrouw uit de zaal tegen de actrice die de vrijwilligster speelt. “Het is zijn leven en hij mag zelf weten wat hij met dat geld doet.” Iemand anders vindt dat hij op deze manier de liefde van zijn kleindochter koopt. Een andere vrouw in de zaal vraagt: “vindt u het diep in uw hart echt wel goed dat ze zoveel geld pint?” Meneer De Boer geeft aan het ook wel wat veel geld te vinden. De vrijwilligster wordt aangeraden om er melding van te maken bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. “Ga er vooral niet zelf tussen zitten, anders raakt die relatie ook verstoord.”
Een andere scène gaat over een moeder in het verzorgingshuis en haar zoon uit Amsterdam die haar bezoekt. Moeder is heel blij met zijn bezoek, maar zoonlief is minder blij met wat hij aantreft. “Moeder, je stinkt!” Moeder zegt dat ze wel had willen douchen, maar het mocht niet. Niemand had tijd om haar te helpen. “Kun je me helpen met eten”, vraagt ze vervolgens. “Ik heb wat last van mijn armen.” Dan valt het haar zoon op dat ze is afgevallen. “Daar doe je je je levenlang je best voor”, zegt ze goedgemutst. Dan wordt het de zoon uit Amsterdam allemaal te veel. “Ik heb hierover gebeld. Ze zouden je elke dag douchen. En ze moeten je helpen met eten. Ik zit in Amsterdam en ik heb het hartstikke druk, ik kan niet alles regelen.” Hij vervolgt schreeuwend: “Je laat alles uit je vingers glippen moeder, je laat het maar gebeuren!” Van de zaal krijgt de zoon er vervolgens goed van langs. “Je moet niet zo schreeuwen!” en “hij reageert zijn boosheid af op zijn moeder, terwijl zij er ook niks aan kan doen. Hij kan beter een gesprek met de zorgleiding aanvragen en duidelijke afspraken maken.”
Na de voorstelling is er nog volop gelegenheid om na te praten en om vragen te stellen. De middag is georganiseerd door het Zonnehuis, Stichting Welzijn gemeente Zuidhorn en stichting Het Kopland. Zij hebben alle kennis in huis om de ouderen voor te lichten over mogelijke problemen op het gebied van ouderenmishandeling. En dat begint met het doorbreken van taboes en door over het probleem te praten. En dat is meer dan gelukt. Als de ongenode gast het Zonnehuis verlaat, komt er net een oudere dame met rollator aangelopen. “Wat is hier te doen”, wil ze weten. “Ouderenmishandeling? O, dat wat ook op televisie is?” Nieuwsgierig schuifelt ze naar een vrije stoel. “Dat wil ik niet missen.”

||
||

UIT DE KRANT