‘Poppenkind’ Ineke Oskam maakt levensechte poppen

Afbeelding
voorpagina groningen

“Mannen vinden de poppen vaak geweldig óf ontzettend eng”


VISVLIET – Ineke Oskam heeft een wel heel bijzondere hobby. De inwoner van Visvliet maakt namelijk poppen die sprekend lijken op levende wezens. In haar leven heeft ze al ontzettend veel van die levensechte poppen gemaakt. Zo’n dertig jaar geleden begon ze met het maken van opa’s en oma’s, maar inmiddels beperkt ze zich tot het creëren van baby’s en peuters. Uniek is het zeker! “Eigenlijk ben ik van jongs af aan al een poppenkind”, zegt Ineke. “Alleen toen ik klein was, was er eigenlijk geen geld voor poppen. Toen ik erachter kwam dat ik zelf ook poppen kon maken, ben ik dat dan ook gaan doen. Inmiddels doe ik al jaren niets liever meer. Dit is echt mijn grootste hobby”.

Drie jaar geleden is Ineke, samen met haar man, vanuit Hardinxveld-Giessendam naar Visvliet verhuisd. Een belangrijke vereiste bij het kopen van het huis was een mooie, grote ruimte welke Ineke kon gebruiken als atelier. En dat is gelukt! Aan de Stationsweg in Visvliet heeft het echtpaar een prachtige woning, waar op de eerste verdieping een kamer vol staat met de levensechte poppen van Ineke. “Dit is nog niets in vergelijking met wat ik in mijn leven allemaal heb gemaakt”, lacht ze. “De meeste van mijn werken verkoop ik namelijk, alleen moet ik zelf ook wat over houden hè”. Hoewel elke hoek van de ruimte gevuld is met verschillende poppen, erkent Ineke dat er in de rest van de woning geen enkele pop van haar te vinden is. “Daar heb ik mijn atelier voor. Ik ken wel mensen waar het huis er helemaal mee vol staat. Het hebben van poppen is namelijk ook heel verslavend”.

Zo’n dertig jaar geleden kwam Ineke voor het eerst in contact met iemand die levensechte poppen maakt. Een Belgische kunstenaar exposeerde met zijn poppen in Nederland en daarvan werd Ineke gelijk enthousiast. “Het trok me ontzettend aan”, zegt ze. “Het leek me geweldig om zelf ook van die poppen te kunnen creëren. Ik heb daarom een cursus gedaan en ben blijven oefenen. Ik ben begonnen met opa’s en oma’s, en daarna volgden ook kleuters en peuters. Hoe meer ik maakte, hoe beter ik werd. Het spreekwoord ‘al doende leert men’, klopt dus echt”. Nadat Ineke haar kleindochter geboren werd, besloot ze om ook baby’s te gaan maken. Sindsdien doet ze dat het liefst. “Je kunt er zoveel verschillende kanten mee op. Geen pop is hetzelfde”.

Inspiratie voor de poppen heeft Ineke voldoende. Soms gebruikt ze foto’s om zo’n reëel mogelijk beeld te schetsen, maar bestaande baby’s of mensen namaken, doet ze absoluut niet. “Iedereen ziet een persoon namelijk anders”, zegt Ineke. “Als ik een baby op een bepaalde manier zie, kan een ander het oogje of de neus bijvoorbeeld wel weer anders zien. Wat wel eens gebeurt, is dat mensen op beurzen zeggen: ‘Die baby lijkt heel erg op het kindje van mijn vriendin’. Vaak wordt er dus wel iets van herkenning gezien”.

In de dertig jaar dat Ineke bezig is met de poppen, heeft ze regelmatig met haar werken geëxposeerd. Vanuit daar werden dan tevens vele poppen verkocht. “Ik zat echt hele dagen te kleien”, zegt ze. “Dat vond ik ontzettend leuk, maar op den duur werd het me allemaal wat teveel. Mijn man zei toen ook: ‘Moet je er van leven?’, maar dat was zeker niet het geval. Vandaar dat ik toen besloot om met het kleien te stoppen”. Eind jaren ’90 werden vervolgens poppen, die gemaakt waren van ‘kitjes’, gepresenteerd. Hierin zag Ineke nieuwe kansen. “Op deze manier vond een ander het licht uit en hoefde ik alleen het lampje aan te doen”, zegt ze. “In 2001 ben ik daarom begonnen met het zogenoemde ‘rebornen’. Een ander ontwerpt de pop, ik maak er een baby van. Dat doe ik nu alweer twintig jaar. Zo verf ik de baby zodat het een echte huidskleur krijgt en implementeer ik de haren stuk voor stuk. De haren voor de baby’s zijn gemaakt van geitenhaar en die voor de peuters van echt mensenhaar. Als de haren geïmplementeerd zijn, zet ik de pop in elkaar. Dat is wel het leukste werk, want dan wordt het een echte baby”.

In haar atelier heeft Ineke een aantal poppen staan die ze nooit van haar leven weg zou doen. Zo is er één jongetje die lijkt op haar zoontje en één meisje die wel iets weg heeft van het nichtje van Ineke. “Als ik een pop klaar heb, ben ik toch best altijd nog een beetje trots, ondanks dat ik al zoveel heb gemaakt”, zegt Ineke. “Dat komt misschien ook wel omdat je er wel een behoorlijke tijd mee bezig bent. Het maken van een babypop kost zo’n twee weken, en als ‘ie iets groter is wel vier. Toch beschouw ik het echt niet als werk. Voor mij is het een hele mooie hobby”.

De poppen van Ineke gaan heel de wereld over. Op dit moment is er zelfs één onderweg naar Australië! Overal is het werk van Ineke dus zichtbaar. “Ik behoor tot de eerste generatie poppenmakers, en dat vinden mensen best wel bijzonder”, zegt ze. “Mensen die een pop van mij kopen, zien het vaak als verzamelstuk. Veel waardering krijg ik op zich wel voor mijn werk. Mannen vinden het vaak of geweldig of eng. ‘Het lijkt wel heel erg op een echt kind’, is iets wat ik wel vaak gehoord heb. Dat vat ik dan wel op als een compliment, want ik wil juist een zo realistisch mogelijk beeld schetsen. Zoals je ziet lukt dat vrij aardig”, besluit Ineke.

UIT DE KRANT