Maria’s Mooie Mensen week 49

maria's mooie mensen

Er zijn van die mensen met wie het nooit saai is, met wie het klikt vanaf het eerste moment en die altijd weer vol plannen voor het leven zitten. Zo iemand is Arie Molenhuis. We leren elkaar kennen als hij besluit het ‘Altied wat op ’t wad’-weekend op te zetten. Voor ik het wist, hing ik een half uur aan de lijn met Arie, initiatiefnemer en kartrekker, overlopend van de plannen en ideeën. Zelf geboren en getogen in Pieterburen vond hij het hoog tijd de sfeer van vroeger weer eens terug te brengen, daarbij en passant steeds stapjes verder gaand. Zo vertrouwde hij me toen al toe, dat ook de burgemeester zijn agenda die dag vrij zou houden; díe was immers gastheer de hele dag. Lenie ’t Hart zou er zijn, waddenlopen bleek ook nog eens vijftig jaar te bestaan, de molen zou draaien, oude Gado-bussen reden opeens weer en oh ja, Arie overhandigde de eerste kaartjes voor het weekend aan oud-Westernielander Freek de Jonge. Al snel belde hij me weer op: met dé kans voor mijn carrière. Lenie zou haar afscheid definitief aankondigen en dat gunde hij aan mij. Dat ik toen al vijf maanden zwanger was en mijn ambities toen al helemaal niet meer, maar eigenlijk nooit, verder gingen dan de Streekkrant, hield ik maar even stil. Ik toog naar Pieterburen voor een zeer gezellige ochtend, deed er slechts een half uur over om Lenie überhaupt om tafel te krijgen, waarna ze als eerste geheel overbodig vertelde ADHD te hebben, maar genoot met volle teugen van de verhalen van haar en Arie over hoe het vroeger was in het dorp. Dat ze haar afscheid niet aankondigde, of deed ze dat niet juist al veel vaker?, kon mij niet deren. Ze stonden erop met mij op foto te gaan en de brede lach op mijn gezicht vertelt alles over het plezier wat we hadden. Al snel hangt Arie weer aan de lijn, ditmaal rijd ik naar Pieterburen voor de grondleggers van het wadlopen. Na een interview in het dorp, rijden de fotograaf en ik achter hem aan richting het wad. Op hoge snelheid over de smalle weggetjes proberen wij hem zonder succes bij te houden, waarna we ook nog eens bij het uitstappen horen dat we te langzaam reden. Op ons verweer dat er tegenliggers aan kwamen waardoor wij moesten afremmen, volgde een simpele redenatie dat deze mensen Arie allemaal kenden en dus wel wisten dat ze aan de kant moesten voor hem. Had ik al verteld dat er nogal wat af gelachen wordt op de afspraken met hem? En dus terwijl mijn buik groeit en tijd richting de geboorte van mijn dochter wegtikt, breekt onvermijdelijk het moment aan van de laatste afspraak. Die natuurlijk weer met Arie is. Nog één keer op pad voorlopig, dan doe ik het ook goed. Van tevoren spreekt hij me toe: dit moet een serieuze afspraak worden, want Arie is namelijk De Brasserie in Leens gestart, een fantastisch horecaproject waarbij mensen zonder baan de kans krijgen te werken en te leren en hopelijk door te stromen naar betaald werk. Met mijn ‘pokerface’ stap ik de auto uit in Leens, maar de lijkwagen die net aan de Brouwerij geparkeerd staat, doet onze serieuze inzet geen goed. Al snel rollen grappen over de tafel van de kop van mijn artikel, ‘een dooie boel bij de Brasserie’, tot over het eten van de Brasserie wat die middag net boven bij het Zonnehuis geserveerd was, ‘dodelijk goed of dodelijk slecht?’. Anderhalf uur plezier, een goed verhaal en een zeehondknuffel rijker, zit het erop. Achteraf volgt net als na alle afspraken met Arie een mailtje van hem: ‘ik hoop dat je het naar de zin hebt gehad’. Met een blik op de kinderbox in de huiskamer waar de zeehond ligt te wachten op dochterlief, tikkend achter de computer, kan ik niet anders antwoorden: ‘uiteraard’. Net als altijd met Arie. Ik kijk er weer naar uit om straks zijn kant weer op te gaan.

UIT DE KRANT