Showband DOS gaat voor het eerst naar het WMC

Afbeelding
kleintje cultuur

“Wij zijn zeker niet bang voor de concurrentie”

ULRUM – Showband DOS Ulrum is met haar twintig leden misschien wel de kleinste showband in dit land, maar de ambities kennen geen grenzen. Een duidelijke visie en een duidelijk doel voor ogen houdend, lukte het de club zich te kwalificeren voor het Wereld Muziek Concours. Voor het eerst in de geschiedenis van deze showband zullen de muzikanten in het weekend van 20 en 21 juli 2013 het dak van het stadion in Kerkrade spelen.

Gertjan Bruins waarschuwde van tevoren: “ik kan de hele krant wel vol praten, hoor”, en inderdaad hij praat honderduit over zijn korps. Als tamboer-maitre geeft hij leiding over het korps tijdens straatoptredens, “dat is echt kicken”, en daarnaast speelt hij bekkens tijdens taptoes. Elf jaar geleden werd hij gevraagd om DOS te versterken en nog geen moment heeft hij er spijt van gehad. “De rit van mijn woonplaats Noordbroek naar Ulrum heb ik er graag voor over.” Sinds vijf jaar is hij ook nog eens voorzitter van de vereniging. “Een hele eer vind ik het om voorzitter te zijn van zo’n club”, vertelt hij. “Ze hebben me gevraagd en ach, ik ben graag aan het woord, dus waarom niet?”

DOS heeft een belangrijk doel voor ogen. “De muziek naar de mensen toebrengen. Wij als showband kampen natuurlijk met een enorm imagoprobleem. Daarom zijn wij al zeker tien jaar bezig met vernieuwing en kwaliteitsverbetering. Hoe kan je meer inspelen op de mensen? De eerste kentering bracht dirigent Sander Snip. Onder hem gingen we vlottere muziek spelen en kwamen we met een flitsendere show. Hij werd opgevolgd door onze huidige choreograaf Arnold, die ons nog een stapje verder bracht. We speelden muziek dat nog maar net uit was en er is hard gewerkt aan de loophouding. Het staat allemaal strakker en netter en we hebben meer uitstraling gekregen. Nu werken we met Simon Visser. Eén van de beste dirigenten die ik ken. En weet je waarom? Hij voelt wat de club wil.”

De sportshow waarmee DOS naar het WMC gaat, klinkt als de verwezenlijking van alle doelen. Flitsend, snel en vooral entertainend. “Het thema sport komt tot uiting in bijvoorbeeld de tune van Studio Sport die we spelen. Het begint allemaal heel statig en dan wordt het steeds soepeler en sneller. We gaan schaatsen op ‘het kleine café aan de haven’, wat opgevolgd wordt door ‘het is stil aan de overkant’ en ‘we are the champions’.” De reacties zijn goed. “We hebben gespeeld op de Taptoe in Groningen en de tribune werd afgebroken”, vertelt Gertjan enthousiast. “You’ll never walk alone’ werd door de hele zaal meegeneuriëd en toen we bij ‘we are the champions’ waren aangekomen kon ik niet meer horen wat mijn buurman speelt, zo hard werd er meegezongen.” Een effect zoals DOS het graag ziet. “De mensen komen voor een leuke avond uit. Je kan daar wel met een heel moeilijk stuk gaan staan, maar ze willen gewoon vermaakt worden.” Neemt niet weg dat het muzikale niveau wel hoog ligt. “Het moet voor de muzikanten ook een uitdaging zijn het stuk te spelen, daarom hebben we arrangeur Peter Kleine Schaars gevraagd het stuk te schrijven. Bij ons moet je ook minimaal B-niveau hebben om mee te spelen.”

Hoewel DOS zich ruimschoots kwalificeerde, was er wel twijfel over de deelname aan het WMC. “Moeten we dat willen? Er moet heel veel gerepeteerd worden en ook bestuurlijk heeft het wel gevolgen, want er moet veel geregeld worden.” Er werd twee avonden belegd. Op de eerste kregen de leden uitleg, op de tweede mochten ze ja of nee zeggen. “Unaniem”, vertelt Gertjan trots. “Ieder lid was voor.” En dus gaan ze ervoor, maar wel realistisch. “We zetten niet in op goud, maar we willen ook geen laatste worden. Het doel is er een leuke show neerzetten, ervaring opdoen en genieten van het feit dat we er staan. En natuurlijk het ultieme doel: het publiek te entertainen.”

Zorgen voor de toekomst zijn er wel. “De financiële situatie is best wel krap. Er zijn een heleboel bedrijven en instellingen die ons een warm hart toedragen, maar de ondersteuning is niet vaak in geld.” Daarnaast baart de aanwas van leden zorgen. “Zelf ben ik een enorme voorstander van één gezamenlijk jeugdbeleid voor muzikanten en één gezamenlijk jeugdorkest binnen De Marne. Binnen Ulrum alleen zijn er misschien twaalf potentiële jeugdmuzikanten en dat is te klein. Als we niet binnen tien jaar samen een jeugdopleiding opzetten, dan vrees ik dat wij weg zijn.”

Voor nu richten de muzikanten zich vol op hun uitdaging. “We zijn met maar twintig man de kleinste deelnemende showband. Maar wij zijn zeker niet bang voor de concurrentie.”

UIT DE KRANT