Speciaal projectteam werkt onafgebroken aan opvang voor Oekraïners

Afbeelding
Nieuws

‘Deze mensen moeten het perspectief op hun eigen leven radicaal omgooien’


WESTERKWARTIER – Sinds Rusland Oekraïne binnen viel op 24 februari is niets meer wat het was. De inval raakt niet alleen de landen die betrokken zijn en hun buurlanden, maar is ook in Nederland merkbaar. Er is een gigantische vluchtelingenstroom op gang gekomen die elk Europees land voor de vraag stelt hoe er zo snel mogelijk goede opvang geregeld kan worden. In Nederland sijpelt deze opgave zeker ook door tot gemeentelijk niveau. De gemeente Westerkwartier realiseerde snel haar eerste opvangplekken. Een speciaal projectteam werkt de laatste zes weken onafgebroken om deze te blijven realiseren en de mogelijkheden uit te breiden. ‘Een cruciaal moment is wanneer we ons realiseerden: dit zijn geen vluchtelingen zoals we ze kennen. Ze mogen vrij reizen en verblijven in ons land. En dan ben je dus als gemeente aan zet’, aldus burgemeester Ard van der Tuuk.


Een spaarzaam momentje wist hij te vinden, Van der Tuuk, om de Westerkwartierse inwoners goed te informeren wat er allemaal gaande is rondom de Oekraïense vluchtelingen. Ook aangeschoven is Erwin van der Maesen de Sombreff, projectleider Opvang Vluchtelingen. De heren hebben drukke weken achter de rug. ‘Er is een team neergezet wat de eerste weken echt dag en nacht gewerkt heeft’, vertelt Van der Tuuk. ‘Het was echt weleens zo dat ik tegen Erwin zei: moet jij niet even gaan slapen nu? Ons werd gezegd: realiseer zo snel mogelijk, zoveel mogelijk plekken. En het was onbekend hoe we dit moesten oppakken.’


De VN spreken over de grootste vluchtelingenstroom sinds de Tweede Wereldoorlog. Meer dan 4,5 miljoen mensen zijn op de vlucht als gevolg van de inval van Rusland in Oekraïne. In Nederland wordt er landsbreed hard gewerkt aan het realiseren van opvangplekken. Dit proces is opgedeeld in drie fases. In fase 1 werden er door de vier grote steden acuut 2500 opvangplekken gerealiseerd. In fase twee, waar we momenteel in zitten, is er door het rijk een officiële opdracht bij de Veiligheidsregio’s neergelegd dat alle gemeenten gezamenlijk 50.000 opvangplekken moeten realiseren. De Veiligheidsregio Groningen moet daarvan gezamenlijk 2000 opvangplekken klaar maken. Mochten er hierna nog meer opvangplekken nodig zijn, dan gaat fase 3 in en gaat het Rijk zelf grootschalige opvanglocaties opzetten. Vrij snel na de inval op 24 februari kwamen de Groningse burgemeesters al samen. ‘Daar hebben wij met alle tien Groningse gemeentes samen, dus provincie breed, afgesproken dat we 2000 opvangplekken zouden gaan realiseren. Dat was dus nog voordat deze opdracht vanuit het Rijk kwam’, vertelt Van der Tuuk. En toen ging het treintje in het Westerkwartier lopen.


Krap een dag later begon Van der Maesen de Sombreff met zijn team. Als strategisch adviseur op het gebied van innovatie en onderzoek is hij gewend breed te denken en door zijn jarenlange dienstverband bij de gemeente kent hij de organisatie en de mensen goed. ‘We voelen als overheid een grote verantwoordelijkheid om grotere aantallen en acute opvang te realiseren’, benadrukt Van der Tuuk. ‘We hebben echt mensen achter de bureaus weggetrokken.’ Het team ging voortvarend aan de slag, maar liep al snel tegen moeilijkheden aan. ‘Een cruciaal moment was toen we ons realiseerden: dit zijn niet de vluchtelingen zoals we ze kennen. Ze mogen vrij reizen en verblijven in ons land en dan ben je als gemeente dus aan zet. Ze vallen niet onder het COA.’


De eerste locaties


‘We zijn direct flink aan de bak gegaan’, vertelt Van der Maesen de Sombreff. ‘We zijn gaan inventariseren: welke locaties zijn er en waar moeten deze plekken aan voldoen? Al snel hebben we een format gemaakt op basis van onder andere documentatie van het COA. Zo konden we een soort van normenkader opstellen met onder andere wat er nodig is aan vierkante meters per persoon en welke voorzieningen noodzakelijk zijn. Deze dient nu als basis in de Veiligheidsregio zelfs.’ Vrij snel kon er een lijst van mogelijk geschikte locaties met het college gedeeld worden. Daarbij was er onderscheid gemaakt in locaties in eigendom van de gemeente, locaties in eigendom van non-profit organisaties zoals zorginstellingen en locaties in eigendom van ondernemers. Het werken met de eerste categorie heeft de voorkeur. ‘We kunnen sneller schakelen met ons eigen eigendom en we weten dan precies wat de kosten zijn.’ De lijst was aanzienlijk, meent Van der Tuuk. ‘We hadden direct de overtuiging: als dit het potentieel is in het Westerkwartier dan gaan we die 2000 plekken zeker halen.’


Op 8 maart kwam er ineens een eerste bus met de eerste mensen uit Oekraïne aan. Omdat de Hayemaheerd in Oldehove direct beschikbaar was, werden ze daar in eerste instantie opgevangen. Nu de locatie Museumplein in Grootegast gereed is, zijn ze daarheen verhuisd. ‘Er zijn eigenlijk drie pijlers van opvang’, vertelt Van der Tuuk. ‘De acute opvang: dan heb je het over er staat een bus en waar is plek? Dan is er de lijst met substantiële aantallen aan opvangplekken voor de middellange en lange termijn en er zijn de particuliere initiatieven.’


De gemeente Westerkwartier heeft momenteel 125 Oekraïense mensen ingeschreven in de basisregistratie. Er is een opvanglocatie in Sebaldeburen, in de voormalige basisschool De Aquarel, gerealiseerd, locatie het Museumplein in Grootegast wordt sinds kort gedeeltelijk bewoond en het voormalige Gomarus College in Zuidhorn wordt gereedgemaakt voor opvang. Het grootste deel van de mensen uit Oekraïne, zo’n 75 mensen, is ondergebracht bij particuliere initiatieven.


Particuliere initiatieven


De particuliere opvang wordt door de overheid niet per se wordt toegejuicht. ‘Het niet niks om iemand die uit een oorlog komt op te vangen’, benadrukt ook Ard. ‘De overheid zegt ook: ontzettend mooi als je iemand wilt opvangen, maar je moet ervan uitgaan dat de mensen zeker een half jaar tot een jaar in je huis wonen. Dat is een behoorlijke inbreuk op je privacy.’ ‘Het zijn echt twee gescheiden stromen’, vult Van der Maesen de Sombreff aan. ‘Als particulier sta je zelf aan de lat en krijg je geen vergoeding. De Oekraïners krijgen dan wel een wooncomponent naast de leefgeldvergoeding die ze krijgen, van waaruit ze dingen zoals de woonkosten kunnen financieren.’


De particuliere initiatieven zorgen voor uitdagingen. ‘Laat ik beginnen: het is ontzettend mooi. Zo kennen we Nederland. Als er nood is, dan stáán we er. Maar hoe hou je het in de greep en beheersbaar? Want als we een oproep doen, dan worden we overspoeld en wordt het onbeheersbaar. En hoe fijn het ook is dat mensen willen helpen; onze eerste focus ligt nu op de opvang.’ Steeds meer komt er lijn in alle initiatieven. ‘De samenwerkende hulporganisaties hebben vrij snel nederlandvoorvluchtelingen.nl gelanceerd, wat echt een aanmeldplaats is voor particuliere initiatieven en een vindplaats voor informatie. Zelf hebben we direct oekraine@westerkwartier.nl aangemaakt om het aanbod te stroomlijnen. Inmiddels werken we zij aan zij met Sociaal Werk De Schans. Dat is het lokale punt waar alle initiatieven samen komen en waar wij ook weer aankloppen als we vrijwilligers nodig hebben.’ Hoe goedbedoeld ook: ‘soms moeten we echt zeggen: bedankt voor je aanbod, maar nu help je ons het beste door nog even op je handen te zitten.’ Dit is geen zwaktebod, wil Van der Maesen de Sombreff, duidelijk maken. ‘We werken gestructureerd en we zijn in control. We weten welke locaties er zijn en hoe we ze moeten beheren. Het alternatief zou blinde paniek zijn, maar daar is absoluut geen sprake van. Onze prioriteit is nu wel die opvangplekken realiseren.’


Waar gaat dit heen?


Van der Tuuk was al eerder richting de gemeenteraad helder: een kritische noot is ook op zijn plek. Want als we het hebben over de grootste vluchtelingencrisis in jaren, waar zijn die mensen dan? ‘We hebben totaal geen zicht op waar we naartoe werken’, beaamt hij. ‘Wij dachten in het begin echt: we moeten dag en nacht werken, want straks staan hier tientallen bussen met vluchtelingen en die moeten een plek vinden. Maar de inschatting van deskundigen blijft’, vervolgt hij, ‘dat we ons nog steeds moeten voorbereiden op een grote vluchtelingenstroom. We zien nu dat veel vluchtelingen in de landen direct omringend blijven hangen. Wat wel doortrekt, komt vooral in de randstad terecht, maar dat begint geleidelijk aan over te lopen.’


De lange termijn is niemand nog mee bezig. Op dit moment richt alles zich op de opvang voor een half jaar tot een jaar. Integratie is desondanks een wezenlijk onderdeel. ‘Dankzij de tijdelijke beschermingsrichtlijn die geldt voor de vluchtelingen uit Oekraïne kunnen zij hier een jaar lang blijven en hebben ze recht op onderwijs, zorg, inkomen en arbeid. Dit kun je alleen realiseren als ze integreren’, stelt Van der Maesen de Sombreff. Dat lijkt misschien een hoge inzet voor zo’n korte periode, maar dat zien deze heren anders. ‘Het is oorlog’, benadrukt Van der Tuuk. ‘Een oorlog waar we misschien niet zomaar mee klaar zijn. En daar staan we nu voor als samenleving. De vluchtelingen maken eigenlijk deel uit van dit conflict door dat ze door Poetin zo worden opgejaagd. Het beste wat we in Europa kunnen doen, is laten zien dat we ferm staan in deze oorlog, onder andere door die vluchtelingen zo goed mogelijk op te vangen. Dit is iets wat op ons continent gebeurd. Het heeft impact op alles.’


Dankbaarheid


Van der Tuuk was overigens zelf twee jaar geleden nog in Oekraïne. ‘Ik ben er drie dagen geweest en het is gewoon een Westers land. Het is gewoon Europa. Ze leven zoals wij leven, gaan naar dezelfde winkels als wij, hebben ook allemaal een mobiele telefoon aan de oor en zijn goed gekleed.’ Bij de opvang is het belangrijk dit duidelijk voor ogen te houden. Ook Van der Maesen de Sombreff benadrukt dit. ‘We hoeven niet voor ze te denken. Je bent al snel geneigd bij een vluchteling in het ‘ach en wee’ te schieten, maar laten we blijven kijken en vragen: wat hebben zíj nodig?’, aldus van der Maesen de Sombreff. ‘En soms kan dat gewoon een kop thee zijn, omdat ze al dagen onderweg zijn en het koud hebben.’ Zelf is hij ook regelmatig aanwezig op de opvanglocaties. ‘Nu zien we vooral de behoefte aan een plek waar de mensen tot rust kunnen komen, een plek waar ze het warm hebben, waar eten en drinken en een slaapplek is. En dan zie je langzaamaan dankbaarheid ontstaan. Ze zien de gastvrijheid van Nederland’, ervaarde hij. ‘Ik merk dat het heel gemotiveerde mensen zijn. Ze zitten met veel vragen: hoe zit het met werk? Kunnen we naar school? Ontzettend krachtige mensen ook.’ De sfeer is goed op de locaties en dat is bewonderenswaardig. ‘Je moet niet vergeten dat deze mensen het perspectief op hun eigen leven radicaal moesten omgooien. Alles wat ze gewend zijn aan privacy bijvoorbeeld moeten ze achter zich laten. Ze zijn veroordeeld tot het wonen in één huis met mensen die ze totaal niet kennen.’


Op de lijst van het Westerkwartier staat nog een aantal kansrijke locaties waar zo zorgvuldig mogelijk wordt gekeken of er opvang gerealiseerd kan worden. Daarbij is de eerste stap altijd het inlichten van de direct omwonenden. In nauw overleg met de overige Groningse gemeentes wordt er gestaag naar die 2000 plekken toegewerkt. Daarbij werken zij solidair en zij aan zij. Elke gemeente levert naar draagkracht en naar gelang de mogelijkheden. De financiële consequenties worden in de gemeente Westerkwartier tot nu toe geschat op 1,5 miljoen. De Rijksoverheid heeft herhaaldelijk aangegeven ruimhartig te compenseren.

UIT DE KRANT