’t Fean ‘58 - Nieuwe trainer, met Duitse ervaring en mentaliteit
Sport
SURHUISTERVEEN – ’t Fean ’58 kreeg vorig seizoen nog een gevoelige tik. Na de degradatie van de recordhouder in de tweede klasse, bleef de blauw-witte formatie een nieuwe ramp bespaard. Maar de schrik zat er goed in. Degradatie naar de vierde klasse werd nog net voorkomen. Yko de Boer heeft ‘de Ketting’ vaarwel gezegd. De nieuwe stuurman heet Mark Bosma.
De geboren Leeuwarder groeide ook op in de Friese hoofdstad en verhuisde vervolgens naar Duitsland. “Ik heb – wel een tijd geleden, 1996-1998- nog gespeeld bij Werder Bremen 2 en in het eerste van VfL Osnabrück”. Via Osnabrück kwam Bosma terug, vlakbij het oude nest, in het dorpje Mantgum. “Ik had altijd al de mentaliteit van hard werken”, vertelt Bosma, als gesproken wordt over typisch Duitse mentaliteit, vergelijkbaar met het Friese. “Na een knieoperatie ben ik gestopt met voetballen en ging het trainersvak in. Mijn eerste club was A1 van Leeuwarder Zwaluwen. Daar ben ik twee keer mee gepromoveerd”. Promoveren deed Bosma ook twee keer met LAC Frisia. Vorig seizoen was de man uit Mantgum trainer van FVC. En dan nu dus ’t Fean ’58. “Ik kende de club uit de tijd van Leeuwarder Zwaluwen, in de tweede klasse. Ik had een leuke indruk van die club”. De Feansters, standvastige tweede klasser en vervolgens gedegradeerd. Als promovenduservaringsdeskundige zou je denken….Bosma hapt. “Ze waren bijna gedegradeerd. Gelijk kampioen, dat zou mooi zijn”. Maar dus niet reëel. “Er zijn een hoop tegenstanders in deze klasse waar ik nooit ben geweest. Ik ken wel mensen bij Berlikum, Rijperkerk en Leovardia”. Van de spelersgroep enkele wijzigingen. Twee spelers zijn vertrokken, twee naar een lager team. Jens Hamstra uit het tweede is teruggehaald en ook weer tussen de palen: Jelmer van der Meer, met hoofdklasse-ervaring. “Ik wilde een grotere selectie, zodat ik ook tactisch meer kan. De jongens zijn in het nieuw gestoken. Dat is belangrijk voor de uitstraling. De jongens zijn enthousiast. Met assistent Menno van der Werff proberen we een nieuw elftal te kneden en de club langzamerhand weer omhoog te krijgen. Het eerste oefenduel was tegen Waterpoort Boys. In de eerste helft stonden we met 4-0 voor, aan het eind werd het nog een nipte 5-4. Ik probeer een ander systeem uit. Hoe die speelwijze er precies uitziet, dat houd ik nog even voor me”. De eerste competitiewedstrijd is tegen Twijzel, de promovendus uit de vierde klasse. “Ze hebben flink aan de weg getimmerd, kunnen onbevangen spelen, een pittige tegenstander”, heeft Bosma al uitgezocht. “Ik wilde graag een club van buitenaf. De eerste weken voelen goed. Het is met elkaar, voor elkaar”. De juiste (Feanster) mentaliteit dus.
De geboren Leeuwarder groeide ook op in de Friese hoofdstad en verhuisde vervolgens naar Duitsland. “Ik heb – wel een tijd geleden, 1996-1998- nog gespeeld bij Werder Bremen 2 en in het eerste van VfL Osnabrück”. Via Osnabrück kwam Bosma terug, vlakbij het oude nest, in het dorpje Mantgum. “Ik had altijd al de mentaliteit van hard werken”, vertelt Bosma, als gesproken wordt over typisch Duitse mentaliteit, vergelijkbaar met het Friese. “Na een knieoperatie ben ik gestopt met voetballen en ging het trainersvak in. Mijn eerste club was A1 van Leeuwarder Zwaluwen. Daar ben ik twee keer mee gepromoveerd”. Promoveren deed Bosma ook twee keer met LAC Frisia. Vorig seizoen was de man uit Mantgum trainer van FVC. En dan nu dus ’t Fean ’58. “Ik kende de club uit de tijd van Leeuwarder Zwaluwen, in de tweede klasse. Ik had een leuke indruk van die club”. De Feansters, standvastige tweede klasser en vervolgens gedegradeerd. Als promovenduservaringsdeskundige zou je denken….Bosma hapt. “Ze waren bijna gedegradeerd. Gelijk kampioen, dat zou mooi zijn”. Maar dus niet reëel. “Er zijn een hoop tegenstanders in deze klasse waar ik nooit ben geweest. Ik ken wel mensen bij Berlikum, Rijperkerk en Leovardia”. Van de spelersgroep enkele wijzigingen. Twee spelers zijn vertrokken, twee naar een lager team. Jens Hamstra uit het tweede is teruggehaald en ook weer tussen de palen: Jelmer van der Meer, met hoofdklasse-ervaring. “Ik wilde een grotere selectie, zodat ik ook tactisch meer kan. De jongens zijn in het nieuw gestoken. Dat is belangrijk voor de uitstraling. De jongens zijn enthousiast. Met assistent Menno van der Werff proberen we een nieuw elftal te kneden en de club langzamerhand weer omhoog te krijgen. Het eerste oefenduel was tegen Waterpoort Boys. In de eerste helft stonden we met 4-0 voor, aan het eind werd het nog een nipte 5-4. Ik probeer een ander systeem uit. Hoe die speelwijze er precies uitziet, dat houd ik nog even voor me”. De eerste competitiewedstrijd is tegen Twijzel, de promovendus uit de vierde klasse. “Ze hebben flink aan de weg getimmerd, kunnen onbevangen spelen, een pittige tegenstander”, heeft Bosma al uitgezocht. “Ik wilde graag een club van buitenaf. De eerste weken voelen goed. Het is met elkaar, voor elkaar”. De juiste (Feanster) mentaliteit dus.