Succesvolle inbrengmiddag in Victory Museum Grootegast

Afbeelding
voorpagina groningen

 ‘Alles heeft een eigen verhaal en betekenis’


GROOTEGAST – In aanloop naar de 4 mei herdenking en de viering van de bevrijding op 5 mei werd op dinsdag 26 april in het Victory Museum in Grootegast in het kader van de ‘Groninger Niet Weggooien Tour’ een inbrengmiddag gehouden. Iedereen die nog iets op zolder had liggen, dat betrekking heeft op de Tweede Wereldoorlog, kon hiermee langskomen. In het museum konden de goederen gedoneerd worden, maar het was ook mogelijk om het alleen te laten beoordelen en registreren. De opkomst was boven verwachting. Enkele tientallen mensen meldden zich met documenten en voorwerpen uit de oorlog in het museum.


In de oproep werden als voorbeelden genoemd; dagboeken, een verduisteringslamp of een stapel brieven. Er meldden zich dan ook verschillende mensen met de meest uiteenlopende documenten uit de oorlog en die dus altijd binnen de familie bewaard zijn gebleven. Maar er werden ook meerdere voorwerpen ingeleverd en getoond. Eén van de meest opvallende voorwerpen betreft een zogenaamde koppelgordel van de ‘Hitlerjugend’ met op de gesp het embleem van deze organisatie (zie foto), met daarop de woorden ‘Blut und Ehre”. Aan de omvang van de gordel is duidelijk af te leiden dat deze bestemd was voor jeugdige personen. Jan van der Vaart uit Aduard en zijn zus Ina van der Vaart (zie foto) uit Doezum meldden zich met een grote map met daarin meerdere documenten, welke betrekking hadden op de actieve deelname aan de oorlog van hun in 1907 geboren vader Derk van der Vaart. In de map zaten een paar originele brieven van de Minister van Oorlog, alsmede persoons- en legitimatiebewijzen. “Toen de oorlog uitbrak werd mijn vader opgeroepen om in het 40e Regiment Infanterie mee te helpen om ons land te verdedigen. Hij raakte bij gevechten in Zeeland door een granaatscherf gewond aan zijn onderbeen. Na een herstelperiode mocht hij naar huis”, vertelt Jan. “We woonden in de Peebos. Ik was toen een jaar of drie, vier en weet nog dat ik hem tegemoet liep toen hij op een geleende fiets thuiskwam. Uit de documenten in de map blijkt dat hij van het Ministerie van Oorlog in 1948 een jaarlijks pensioen kreeg toegekend van 214 gulden. In 1956 werd dat verhoogd naar 313 gulden per jaar. Ook blijkt uit een groot brevet, dat hij scherpschutter was bij de Bijzondere Vrijwillige Landstorm. Nadat hij gewond raakte werd hij volgens een ander document op de meest eervolle wijze ontheven van zijn verbintenis bij het Landstormkorps”. Zus Ina heeft de map met documenten jarenlang bewaard. “Ik neem de map wel weer mee naar huis en houd deze toch maar binnen de familie”, was ze stellig. “Weggooien zullen we zeker niet doen. Het is voor ons toch wel een tastbare herinnering aan de oorlog en een dierbare herinnering aan onze vader”.


De Niet Weggooien Tour werd georganiseerd vanuit het Groninger Scheepvaartmuseum, dat daarbij de samenwerking zocht met het museum in Grootegast en het Oorlogsmuseum in Middelstum. Ook op de andere locaties werden na Grootegast nog inbrengmiddagen gehouden. Historica Sanne Meijer, die werkzaam is bij het Scheepvaartmuseum in Groningen, toonde zich opgetogen over het verloop van de middag in het museum in Grootegast: “Het Scheepvaartmuseum in Groningen ondergaat de komende jaren een gedaanteverandering en krijgt ook een nieuwe naam. We gaan verder als Museum aan de A. Naast de historie van de Scheepvaart, gaan we de gehele historie van de provincie Groningen veel breder tentoonstellen. We zoeken daarbij nadrukkelijk de verbinding met de overige ruim honderd musea, welke de provincie Groningen rijk is. We zien daarbij het Museum aan de A als een soort doorstuurpunt. We gaan bezoekers wijzen op en verwijzen naar andere musea in de provincie. Ik ben nu voor het eerst in het museum in Grootegast en dat heeft mij aangenaam verrast. Dat er hier drie musea onder één dak gehuisvest zijn, is een prachtig concept”. Ook over het verloop van de middag toonde ze zich enthousiast. “Het liep steeds lekker door en het leverde bijzondere donaties en gesprekken op”.


Iemand die zich ook tevreden toonde is Heiko Ates. De grote collectie aan oorlogsmateriaal in het Victorie Museum is zijn eigendom en wordt dus nu weer wat aangevuld. Hij kreeg onder andere een zogenaamde ‘knijpkat’ krijgt overhandigd van mevr. Prins uit Lauwerzijl, die de oproep had gelezen en de moeite nam om het voorwerp naar het museum te brengen. Ates heeft een fascinatie voor de Tweede Wereldoorlog en daaruit ontstomnd een ware verzamelwoede. “Ik werkte als jongen van 17 jaar bij een garagehouder, die veel over de oorlog vertelde en hij had ook oorlogsvoertuigen in zijn bedrijf staan. Ik vond het enorm interessant en ben toen begonnen met mijn verzameling”, vertelt hij. “Die groeide en groeide en dat vraagt veel ruimte. Ik gebruikte eerst een ruimte van de gemeente Groningen en iedereen had kosteloze toegang om de collectie te komen bekijken. De samenwerking met de gemeente Groningen liep op enig moment spaak en toen bood Grootegast uitkomst. Ik kon aansluiten bij het Legio-museum en het Drukkerijmuseum van Henk Roede. We zijn laagdrempelig en hanteren één betaalbare toegangsprijs voor de drie musea. De wissel- en samenwerking is hier perfect. We hebben een fantastisch leger van 44 vrijwilligers en 6 rondleiders. In de toekomst zal mijn collectie in bezit gaan komen van een stichting. Ik ben er best wel trots op wat er is bereikt en alles wat hier staat werkt en rijdt nog. Ik heb ontzettend veel op kunnen kopen en ook veel gekregen. Zo kwam er in Groningen een keer iemand, die me vroeg om even mee te lopen naar zijn auto om te laten zien wat hij voor me had. Toen hij de kofferbak opende lag er een mitrailleur in. Deze was door de Duitsers in een greppel achtergelaten en door zijn vader meegenomen naar huis. Zo heeft alles hier een eigen verhaal en betekenis en alles helpt mee aan de zo belangrijke blijvende herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en de betekenis van het in vrijheid kunnen leven”.

UIT DE KRANT

Lees ook