Tineke Nanninga

Afbeelding
de man/vrouw met de hamer

Blik Trommel en Oudheden
Museum Niezijl
NIEZIJL – “Nee, ik had tien jaar geleden echt niet gedacht dat we een museum zouden hebben. Samen met mijn man Hein heb ik 31 jaar een supermarkt gehad in Niezijl. Maar dat ging niet meer. Maar een voorliefde voor oude hebben we altijd gehad. In de supermarkt hingen de oude spullen aan het plafond. ‘We kunnen zo een museum beginnen’, zei ik weleens gekscherend tegen mijn man. Toen de super niet meer uitkon, waagden we de sprong in het diepe. Wie zien wel hoe het komt, dachten we. We richtten een stichting op en in 2009 gingen we open. Vrijwel onmiddellijk nadat bekend werd dat we van super naar museum transformeerden, kregen we het tv-programma Man Bijt Hond op bezoek. Na die uitzending stuurden mensen ons vanuit het hele land oude blikken en trommels. We hebben er nu wel zo’n vijfenhalf duizend. Naast blikken en trommeltjes hebben we een oudheidskamer, een hoek met timmermansgereedschap, boerenwerktuigen, een hoek met oude huishoudelijke spullen en een kinderkamer van vroeger. Nee, dat speelgoed is niet om mee te spelen. Het is bedoeld om ernaar te kijken. Wat er instaat? Onder andere een heel oude kinderwagen, een doopjurk, een looprekje en een ouderwetse knikkerbaan. Hier is echt van alles te zien. Mensen denken weleens dat ze op dezelfde dag ook nog even een bezoekje kunnen brengen aan het Kloostermuseum in Aduard. Nou, dat gaat echt niet lukken. Een bezoek aan ons museum is een middagvullend programma. We richten ons vooral op groepen. Dat kunnen families zijn, maar we hebben ook al de vrouwenvereniging gehad en Theater Dali voerde hier vorige week een toneelstuk op. En high tea’s organiseren we ook. We zijn open als de vlag uithangt. Of op afspraak. Een kaartje kost zes euro. Bij binnenkomst krijgen ze een lekker bakje koffie met museumgebak. Of dat ook heel oud is? Nee, de schimmel staat er niet op. Oorlogstaart noemen ze het ook wel. Naar ouderwets recept met beschuiten, warme melk en pudding.  Als het opgestijfd is, doen we er verse slagroom op. Echt héérlijk, je weet niet wat je proeft. Wanneer iedereen een plekje heeft gezocht aan de –natuurlijk ook antieke- tafeltjes met smirna-kleedjes, vertelt mijn man verhalen over het museum. Wat ik persoonlijk het allerleukst vind? Dat we mensen een gezellige middag kunnen bezorgen. Dat ze genoten hebben. Echt, we horen zo vaak dat ze niet hadden verwacht dat het zó groot is hier. ‘De sfeer van vroeger komt je tegemoet’, is wat we vaak horen. Ik denk dat we gemiddeld zo’n 1000 bezoekers per jaar hebben. Nou, dat hadden we in 2009 niet durven dromen. Wie nieuwsgierig geworden is, moet maar eens op onze website kijken: www.blikentrommelmuseum.nl.”

UIT DE KRANT