Op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats zijn. Dat is zo ongeveer – als we Jasper S. moeten geloven- aan de hand geweest met Marianne Vaatstra. Toevallig besloot Jasper S te gaan fietsen, toen bleek dat de koeien toevalligerwijs nog niet hoefden te kalveren. Toevallig kwam hij, want hij reed zomaar wat rond, Marianne tegen, die toevallig juist deze avond besloot alleen naar huis te fietsen. Toevallig achterhaalde hij haar juist op een punt waar je zo – dus zonder hek of andere versperring- het weiland op kunt lopen, toevallig een weiland met daarin een uitgelezen plek om dingen te doen die het daglicht niet kunnen verdragen. Allemaal toeval? Volgens S. wel. Hoe S was? Zenuwachtig. Nerveus, emotioneel. Het leven van de boer was toch al niet zoals hij zich dat ooit voorgesteld had. Het was altijd maar weer hard werken, S. was seksueel gefrustreerd en de relatie met zijn vader was vertroebeld. ‘Ik besefte me toen het laatste DNA-onderzoek kwam, dat het voorbij was’, zei S nog, die niet overwoog alsnog te vluchten. Overigens waren er sterke aanwijzingen dat Marianne al dood zou zijn voor Jasper haar verkrachtte. Dat ontkent hij echter. En zo was het toch een beetje met de verdachte. Bepaalde dingen herinnerde hij zich bijna tot in detail, andere zaken weer helemaal niet.
Vincent Muskee