Vakantieman: Boukje Hollenga & Rein Jan Zijlstra
Ze komen net terug van het Griekse eiland Kos, en Boukje Hollenga en Rein Jan Zijlstra zijn er nog helemaal vol van. Vol zijn ze sowieso van Griekenland, hun favoriete land om op vakantie te gaan. Voor Hollenga begon het toen ze in 1981 met haar zussen een keer naar Rhodos ging. “Dat was zo prachtig, ‘dit is het,’ dacht ik toen. Vervolgens heeft het wel even geduurd voor ik weer gegaan ben, maar sinds 2008 ben ik heel veel geweest, Corfu, Kreta, Zakynthos, Kefalonia. De eilanden zijn gewoon zo heerlijk, daar is het vaak met de wind ook wat minder warm. De zee is er prachtig en de mensen zijn heel gastvrij. Ze leggen je als je daar uit eten gaat echt in de watten. Het is natuurlijk ook een stukje klandizie voor ze, dat begrijpen wij ook wel, maar het is wel heel fijn.”
Ook haar partner Rein Jan Zijlstra viel voor de Griekse eilanden. “De liefde voor het land werd voor mij aangewakkerd toen we voor het eerst samen op vakantie naar Kreta gingen. Dat was sowieso al heel bijzonder. We houden van mooi weer; van zon, zee, en strand, en daar is Griekenland natuurlijk perfect voor. Maar het is niet alleen een luiervakantie hoor, we huren meestal ook een auto en gaan dan een paar dagen het eiland verkennen, of afgelopen keer op Kos hadden we fietsen gehuurd. Je wilt toch wat van het land zien, en zo vinden we een goede balans om een eiland te verkennen.” De hele ervaring die de Griekse eilanden bieden lijkt precies aan te sluiten op wat het stel zoekt in een vakantie. “Het eten is ook zo ontzettend lekker, dat is over de jaren ook wel beter geworden in de restaurants, dat merk je wel,” vertelt Hollenga. “Lekker vlees, of een heerlijke Griekse salade met feta. En het feit dat je elke avond buiten kan eten, dat is ook al zo veel waard. Wij zijn ontzettende liefhebbers van ijs, dus na het eten gaan we dan wel op zoek naar wat lekker schepijs. Dat is genieten.”
De vakantie begint voor het stel vaak al voordat ze in Griekenland aankomen. Hollenga: “Voor ons begint het op het moment dat we aankomen op Schiphol, daar gaan we vaak met opzet veel te vroeg heen. Dan zijn we daar een tijd van tevoren, en kunnen we lekker een kopje koffie drinken, mensen kijken, en kun je ook nog even langs de winkels voordat je het vliegtuig instapt. Dat vinden we allebei heel fijn.” Op foto’s in de boeken van Hollenga en Zijlstra zijn de meest prachtige landschappen te zien met cactussen, azuurblauwe zee en kraakhelder water. “Dit is waar een scheepswrak achtergelaten is, daar ben ik toen bijna verdronken in de branding,” vertelt Hollenga lachend. “Daar was een heel hoge golfslag en daar was ik even niet op bedacht. Ik werd meegesleurd door het water en maakte een salto onder water, dat was toch wel even schrikken toen ik weer veilig boven was.”
De mensen op de Griekse eilanden zijn heel aardig, vertelt het stel, dat in Griekenland makkelijk contact maakt. “Op een gegeven moment waren we door een dorpje op Kefalonia aan het wandelen en kwamen we langs een kerk waar een groep mensen stond. Toen we de mensen daar wilden gaan feliciteren, waren ze zo enthousiast. We kregen gelijk een glas drinken in de handen geduwd met wat lekkers. Dat is heel leuk om zo contact te hebben met de lokale bevolking.”
Voorlopig zijn Hollenga en Zijlstra nog niet klaar met het land. “In de toekomst willen we graag nog eens naar Karpatos, maar ook Samos en Lesbos moeten heel mooi zijn. Ook het vasteland zou prachtig zijn, maar daar moet je dan eens heen als het niet zo ontzettend warm is in de zomer. En we hebben nog zo veel op het lijstje staan: we willen allebei heel graag nog eens naar Australië en Nieuw-Zeeland. Mijn dochter was laatst op Cuba en zei toen: ‘dat is ook wel wat voor jou.’ Misschien gaan we daar volgend jaar heen: lekker salsa dansen en mooie oude auto’s kijken.”
Hoewel ze de Griekse eilanden heerlijk vinden, zullen ze niet zo gauw emigreren. Hollenga: “We zeggen het wel eens, voor de grap, maar dat zouden we uiteindelijk toch niet zo snel doen. Het is heerlijk om naartoe te gaan op vakantie, maar niet om te wonen. Daarbovenop vinden we het ook ontzettend leuk om iedere keer een ander eiland te bezoeken en zo steeds ergens anders te komen. Ieder eiland heeft zijn eigen charme.”
