Wasmachinemuseum naar prachtig verbouwde schuur in Doezum

Cultuur

DOEZUM – In de deuropening van de verbouwde schuur treffen we een vrolijk lachende Bettie. ‘Kom verder,’ zegt ze. Bettie en Iske Hummel verhuisden ongeveer een jaar geleden naar Doezum.


Bettie leidt ons via een andere deur naar het museum. De voormalige koeienstal is onherkenbaar. Wie het museum binnenstapt, heeft het idee dat er een reis terug door de tijd is gemaakt. We worden omgeven door een immense collectie aan wasmachines die door de jaren heen hun opmars (of juist niet) op de markt hebben gemaakt. Alles wat ook maar enigszins met de was te maken, is hier te vinden. We nemen plaats aan een grote rode keukentafel. ‘Mijn man helpt me af en toe mee, maar wanneer er grotere groepen zijn vraag ik meestal mijn zuster om me even te helpen. Hier, kijk. Ze haalt een lange wollen onderbroek tevoorschijn. Deze is helemaal versteld. Mijn zuster kan hier ontzettend leuk over vertellen.’ Overal waar men kijkt is wat te zien. In de hoek staat een vitrinekast met allerlei soorten zeep van vroeger. De felkleurige verpakkingen hebben allemaal een sierlijke opdruk. De verpakkingen van nu steken er bleek tegen af. Vlak onder het balkenplafond zijn meerdere waslijnen gespannen. Nog meer wollen onderbroeken, witte zondagse bloezen, kousen met een sierrandje.


Het museum is net weer open. Afgelopen winter is er door de 71-jarige Bettie en Iske keihard gewerkt aan het verbouwen van de voormalige koeienstal. Een jaar of twee begon het hele verhuisavontuur. ‘Ik ben geboren in Doezum. Twee huizen verderop zelfs, waar mijn broer nu woont,’ vertelt Bettie. Ondertussen schuift Iske bij ons aan. ‘Mijn broer begreep dat het huis en de stallen te koop stonden,’ vervolgt Bettie. De man van het stel dat hier toen nog woonde was ernstig ziek. Toen hij overleed, is zijn vrouw kleiner gaan wonen.’ Toen Bettie en Iske gingen kijken wisten ze met een blikwisseling genoeg. ‘Dit is precies wat voor ons,‘ zeiden we tegen elkaar. Daarna ging het snel. In Opende bestierde het koppel niet alleen het museum, maar ook een camping. De camping is overgenomen door onze kinderen. Het museum verhuisde met Bettie en Iske mee. ‘We hebben geen opvolgers voor het museum, maar hebben nog altijd veel plezier in het uitbreiden van de collectie en het rondleiden van mensen. Het is een bron van verhalen. Andersom trouwens ook, het levert ons ook veel nieuwe verhalen op. Bij iedereen die hier komt, roepen de attributen herinneringen op. Zolang onze gezondheid het nog toelaat, gaan we er gewoon mee door.’


Er volgt een rondleiding langs foto’s van vrouwen omstreeks 1930 die de was staan te doen. ‘Zo ging het er vroeger aan toe,’ zegt Iske. ‘Je was uren bezig. Ik herinner mij nog wel dat mijn moeder ’s ochtends vroeg met de was begon. Wanneer ik dan uit school kwam, was ze er nog steeds mee bezig. En elke dag een schone onderbroek? Geen sprake van. We hadden niet zoveel kleding als nu.’ Bettie steekt de stekker in het stopcontact van een van de eerste elektrische modellen. Het apparaat lijkt op een grote houten regenton, met daarin een stalen trommel met gaten. ‘Het moest eerst aangedraaid worden,’ zegt ze. Ze stopt haar vingers in haar oren. Er klinkt een immens kabaal. Ze zet hem gauw weer uit. We lopen verder. ‘Op deze zat trouwens nog geen beveiliging,’ voegt Iske toe. Dat werd later pas een belangrijk onderdeel in de techniek.’ Op de planken erboven staan tientallen wringers en stampers. Ook zien we een aantal apparaten die meer op pannen lijken dan op de eerste wasmachines die op de markt kwamen. Na nog een aantal modellen werkend te hebben gezien, komen we uit bij de strijkijzercollectie. Er staan er minstens 50, allemaal verschillend qua grootte en model. ‘Weten jullie waar het spreekwoord meerdere ijzers in het vuur hebben vandaan komt,’ vraagt Iske. Hij haalt het handvat los van een van de ijzers. ‘Omdat je maar een handvat had dat op meerdere verschillende ijzers paste. Dat was goedkoper en zo kon je toch meerdere ijzers in het vuur hebben.’


Een ding is zeker, de verhalen raken hier in Doezum niet uitgeput. Het wasmachinemuseum herbergt zowel het verleden als de opmars naar de toekomst. Het museum is elke zaterdag van 14.00 uur tot 16.00 uur geopend. Ook is het museum op afspraak geopend. Een afspraak maken kan door te bellen met: 06-30483908.

UIT DE KRANT

Lees ook