Week 2

minikul

Minikul (voor 08.01.13)

Nederland staat volgens een onderzoek in de top 5 van meest gelukkige landen. Terecht. Want we hebben het door de bank genomen (misschien kun je beter schrijven: zélfs door de bank genomen – doordenkertje!) ondanks de crisis in vergelijking met veel andere landen een hartstikke goed leventje. Maar we móeten wat te kankeren hebben. We zeiken en zaniken dan ook wat af. In onze leefomgeving, maar zeker ook via wat ze zo fraai de ‘sociale media’ (mobiele telefonie, twitter en dat soort moderniteiten) noemen. Als er ooit een vergelijkend onderzoek naar de meest zeikerig/zanikende landen zou komen, zou Nederland vast ook bij die eerste 5 eindigen.

Onze grootste publieke zeiker vind ik Jan Mulder. Hij heeft daarvoor niet alleen zijn kop mee maar past ook prima in het yupachtige grachtengordelgroepje dat Matthijs van Nieuwkerk dagelijks in zijn immer DoorDraaiende tv-Wereldje verzamelt. Met als tweede mopperkontprofessor Maarten van Rossem. Maar zij zijn beroepszeikers, verdienen daar hun brood mee. Wat zíj doen is entertainment. Voor míj zitten ze er bij, omdat ík wat over hun gezeik te zeiken wil hebben.

Wie op internet ‘Vijf grootste ergernissen’ googled treft een lange lijst van zeiksites aan. Algemene maar ook voor speciale doelgroepen. Zo is er eentje met ergernissen op kantoor en werkvloer. Daarop worden ‘crashende computers’ en ‘ellebogenwerk’ als grootste ergernissen vermeld. En een speciale vliegtuigergernissen site geeft als grootste ongerief aan, dat de voorzittende vaak zijn/haar stoel ongevraagd in de ligstand stelt. De grootste algemene ergernissen zijn: Hondenpoep en verkeersaso’s; oeverloos gebabbel van sportcommentatoren op tv; het openen van een cupje koffiemelk; luide gesprekken op het mobieltje. En ook een voor velen herkenbare is de scoringsdrang bij de overheid ‘die er álles maar gewoon wil doordrukken’.

Tot slot de grootste ergernis van de ene sekse over de andere. Bij mannen: ‘Vrouwen zeggen altijd dat er niks aan de hand is, terwijl er overduidelijk wél wat aan de hand is.’ Vrouwen daarentegen ergeren zich er vooral aan, dat mannen niet goed luisteren. Dat laatste kan kloppen want mijn vrouw komt net verontwaardigd melden dat ze al vijf keer heeft geroepen dat de koffie klaar staat. Ik moet volgens haar nodig naar de oorarts. Waarop ík zeg, dat er niks aan de hand is.

Henk Hendriks

UIT DE KRANT