week 45

minikul

Ik houd van dieren. Daarom heb ik ze ook niet. Ja, lekkere drogreden, hoor ik u zeggen. En u hebt misschien wel gelijk. Vroeger hadden we thuis een hond en een kat. De hond, Doggy, werd door mijn dochter in het asiel uitgezocht. Ik hoor het haar nóg zeggen: ‘Hij zat daar zó zielig, zo stilletjes tussen al die andere blaffende honden. ’t Is asbakkenras, maar kijk eens naar zijn lieve ogen.’ En mijn vrouw en ik waren allebei verloren. Doggy is veertien jaar bij ons geweest. Altijd blaffend, hevig blaffend. Alleen toen een inbreker ’s nachts ons huis binnensloop en ons geldkistje meenam, hield ie zich stil. Op het laatst werd Doggy doof, liet ie zijn ontlasting lopen en kon hij nauwelijks nog staan; hij kwam zijn mand niet meer uit. Maar toen we te langen leste besloten om hem uit zijn lijden te verlossen en we de dierenarts belden om hem een spuitje te geven, sprong hij, toen de arts op hem afkwam, kwiek uit zijn mand. Geen spuitje dus, besloten we. Doggy heeft nog een paar maanden geleefd en is toen een natuurlijke dood gestorven.

Ook hebben we een paar keer een poes gehad. Bertus, een rode tijgerachtige kater, was nogal uithuizig en is na zo’n escapade nooit meer teruggekeerd. En toen Tinus, een zwarte kater die graag in onze (toen) heel grote tuin liep, één keer de weg overstak werd hij door een vrachtwagen doodgereden. Tja.

Sindsdien leven we, mijn vrouw en ik, dierloos, behalve vier weken in de zomer als we de cavia’s van het gezin van onze zoon dat dan vakantie viert, in huis hebben. Ze worden – door mijn vrouw; ik vind er echt niks aan – goed verzorgd maar ook zíj is blij als ze die vier weken goed overleefd hebben en naar hun baasjes terugkunnen. Maar euh, houdt u (ook) van dieren? Houd dan vooral géén huisdieren, zeggen in dierenwetenschap gespecialiseerde geleerden. Want, zo luidt hun conclusie: voor dieren is de menselijke huiskamer de hel. En, als extra waarschuwing:’Voor mensen zijn dieren gevaarlijk. Ze dragen allerlei voor de mens schadelijke bacteriën bij zich.’ Alweer zeg ik: Tja.

‘Met het houden van huisdieren doe je hen geen enkel plezier. Het is voor hen een onnatuurlijke omgeving met een onnatuurlijke behandeling.’ Aldus wetenschappers die zelfs concluderen: ‘Het is vervelend om te zeggen maar we kunnen nauwelijks dieren houden zonder hun welzijn aan te tasten.’ En ten derde male zeg ík: Tja….

Henk Hendriks

UIT DE KRANT