Westerkwartier helpt mensen met taalproblemen
“Het is niets om je voor te schamen”
STREEK – Afgelopen week
was in heel Nederland de ‘Week van de Alfabetisering’. Een week die in het
teken stond van mensen die moeite hebben met lezen, schrijven en of rekenen.
Ook de gemeente Westerkwartier stond hierbij stil. “In Nederland zijn er zo’n
drie miljoen mensen die problemen hebben met taal”, vertelt wethouder Elly
Pastoor. “In de gemeente Westerkwartier gaat het om zo’n 7000 volwassenen.
Mensen die moeite hebben met lezen, schrijven of rekenen, kunnen moeilijk
meekomen in de samenleving. Denk hierbij aan online solliciteren, geldzaken
regelen of de dokter begrijpen. Voor alles is taal belangrijk”. Pastoor opende
vorige week maandag de Week van de Alfabetisering in het Taalhuis in de
Bibliotheek Grootegast.
De Week van de
Alfabetisering is een landelijke campagne en komt voort uit de Stichting Lezen
& Schrijven. Deze is op 27 mei 2004 opgericht op initiatief van H.K.H.
Prinses Laurentien. “De prinses is echt een boegbeeld voor het strijden tegen
laaggeletterdheid”, legt Pastoor uit. “In Brussel was ze jarenlang vrijwilliger
bij het geven van cursussen over laaggeletterdheid. Ze was ontzettend
geïnteresseerd in taal en wilde mensen die hier moeite mee hadden graag mee
helpen”. De Stichting Lezen & Schrijven vindt dat iedereen in Nederland
moet kunnen lezen, schrijven, rekenen en omgaan met de computer. Middels de
Week van de alfabetisering wordt hier extra aandacht voor gevraagd. “In de
gemeente Westerkwartier zijn we al een tijdje bezig om aandacht te vragen voor
laaggeletterdheid”, gaat Pastoor verder. “In 2016 hadden we ons eerste taalhuis
in Grootegast. Dit was bovendien de eerste in de provincie Groningen. Inmiddels
hebben we vier taalhuizen in de gehele gemeente Westerkwartier”.
In de taalhuizen, die zich bevinden in Grootegast, Zuidhorn, Leek en Marum, is
gedurende het jaar elke week een spreekuur voor mensen die laaggeletterd zijn.
Mensen die moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen of het werken met de
computeren kunnen hier terecht. “Zelf gebruik ik niet graag de term
laaggeletterd”, laat Pastoor weten. “Het wekt een verkeerde indruk over de
mensen om wie het gaat. De betrokkenen zijn absoluut geen analfabeet, maar ze
hebben moeite met lezen en schrijven. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om het
lezen van een handleiding of recept van de apotheek. Het lezen en schrijven
hebben ze vroeger wel geleerd, maar hebben het lang niet gedaan, waardoor ze
kwijt zijn hoe het moet. Ook dat willen we tijdens deze week duidelijk maken”.
Een ander belangrijk vooroordeel wat speelt onder mensen is dat er vaak wordt
gedacht dat veelal buitenlandse inwoners van Nederland laaggeletterd zijn. Maar
ook dat klopt volgens Pastoor niet. “Er zijn ook veel autochtone Nederlanders
die taalproblemen hebben”, gaat de wethouder verder. “Afgelopen maandag was ik
bij één van de taalhuizen aanwezig en dan zie ik juist dat de meerderheid
autochtoon is”.
Onlangs trof Pastoor een man die veertig jaar lang heeft gewerkt, maar in
verband met reorganisatie zijn baan kwijtraakte. Hierdoor moest hij opnieuw
solliciteren. “Via het UWV moest hij digitaal een sollicitatiebrief versturen”,
legt Pastoor uit. “Maar denk je dat hij wist hoe dat moest? Nee dus. Toen hij
zich hierin verdiepte, bleek ook dat hij moeite had met lezen en schrijven.
Doordat hij hier veertig jaar lang niet mee bezig is geweest, was hij kwijt hoe
het moest”. En onder andere voor deze mensen is het Taalhuis in de gemeente
Westerkwatier, dat een samenwerking is tussen het ROC, de gemeente, Biblionet
en Stichting Lezen & Schrijven, bedoeld. “We roepen mensen, die
taalproblemen hebben, nadrukkelijk op om eens bij het Taalhuis langs te komen”,
gaat Pastoor verder. “Het hebben van taalproblemen is niets om je voor te
schamen, want dat is ook vaak nog een dingetje. Door je taal- en
rekenvaardigheid te verbeteren, wordt het leven een stuk makkelijker. Bij het
Taalhuis kunnen we de mensen daarmee helpen”.
Bij de diverse taalhuizen in de gemeente zijn docenten, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen
actief, die mensen, die moeite hebben met taal, te helpen. Onder de docenten is
onder andere Roelie Schipper, die coördinator is van diverse taalhuizen in de
regio. “De afgelopen week stonden we met de aanwezigen vooral stil bij het
thema van dit jaar ‘durf’”, vertelt Schipper. “Wat durf jij? Men denkt dan vaak
aan bijvoorbeeld fietsen of zwemmen, maar wij hadden het dan juist over de
taal”. Bij de bijeenkomsten worden vrijwilligers gekoppeld aan de deelnemers en
wordt er gesproken over tegen wat voor problemen ze aanlopen. “Sommige kunnen
wel lezen, alleen snappen de uitleg niet”, gaat Schipper verder. “Bij het
Taalhuis proberen we deze problemen te signaleren. Het is ook niet echt een
cursus, maar een spreekuur. We gaan in gesprek en kijken waar de betrokkene
behoefte aan heeft”.
Tijdens de Week van de Alfabetisering opende wethouder Pastoor ook een functie
op de website van de gemeente Westerkwartier, die het mogelijk maakt om
geschreven tekst uit te spreken. “Dat is zo ontzettend handig”, vertelt de
wethouder. “Je klikt op de luidspreker op de computer en de tekst wordt
voorgelezen. Bovendien wordt het deel dat uitgesproken wordt, geselecteerd,
waardoor men er ook van leert. Het wordt makkelijker om het te begrijpen. Ik
ben er trots op dat we dit als gemeente hebben gelanceerd. Het is toch net het
Ei van Columbus?” Pastoor, die het zelf niet zou kunnen voorstellen hoe het is
om laaggeletterd te zijn, doet ook een oproep aan werkgevers om aandacht te
vragen voor laaggeletterdheid. “Je ziet vaak bij reorganisaties dat werknemers
de weg kwijtraken en dat taalproblemen dan boven tafel komen. Bedrijven hebben
tegenwoordig bovendien veel moeite om werknemers te vinden, dus werkgevers
moeten werknemers helpen die moeite hebben met taalproblemen. Als werknemers
last hebben met bijvoorbeeld het uitrekenen van een som of een werkbriefje
juist in te vullen, dat is toch voor een werkgever ook lastig?”, besluit
Pastoor.