Beroeps-Rotterdammer Moerings kiest Buitenpost als kunstcentrum

Afbeelding
voorpagina groningen

BUITENPOST – Het is een lange rit vanuit Rotterdam naar Buitenpost. Zeker als je de oversteek regelmatig moet maken voor de liefde. “Het was tijd om Rotterdam te verlaten”, weet Tejo Moerings. “De liefde was tè sterk om te blijven hangen in mijn mooie Rotterdam.” Spijt? Dat heeft Moerings nooit. Nooit gehad ook. “Het leven komt zoals het komt. Deal with it.” Bovendien schept een nieuwe omgeving ook nieuwe kansen. Zie het kunsthuis dat Moerings samen met Johan van der Dong gaat opzetten.

“Welkom in het hol van de leeuw”, begroet Moerings ons uitbundig. “Het is altijd goed om bezoek te krijgen, dus voel je vrij.” ‘Vrij’, het woord dat deze middag vaker op te maken is uit de mond van Tejo. “T-e-j-o”, verduidelijkt hij de aparte spelling van zijn voornaam. Net als zijn kunsthuispartner Van der Dong is Moerings een groot liefhebber van de provocerende kunst. “Eigenlijk zijn er twee soorten kunst”, stelt hij. “Je hebt behaaglijke kunst met zoete beelden en je hebt échte kunst. Voor dat eerste ben ik echter geen kunstenaar geworden. Ik ga voor het onbehaaglijke, het afzetten tegen de gevestigde orde. Ook kunst moet spreekwoordelijk op de barricades staan, net als ik zelf altijd heb gedaan. Dat rebelse zat er al van kinds af aan in en ik zal dat tot mijn dood door blijven zetten.” Het is inmiddels bijna 64 jaar geleden dat Moerings ter wereld kwam in zijn geliefde Rotterdam. “Prachtstad”, vindt hij. Na het Grafisch Lyceum te hebben afgerond, stapte Moerings de kunstacademie binnen. “Maar de kunstacademie stelt niks voor”, aldus Moerings. “Eigenlijk kan je als kunstenaar alleen slagen als je de kunstacademie niet afmaakt. De beste kunstenaars van Nederland zijn degenen die de academie vroegtijdig vaarwel hebben gezegd. Dat heb ik dus ook gedaan.” Naast het vervaardigen van beeldende kunst zit er een ondernemer in Tejo. Zijn huidige project met kunsthuis ‘Art it is’ is niet het eerste kunsthuis dat Moerings heeft opgezet. “Jaren geleden heb ik een groot maak-atelier gehad in Hellevoetsluis”, vertelt hij. “We maakten daar niet alleen kunst, maar ook van die grote poppen die je op rockpodia ziet en mooie kunstzinnige poortjes voor festivals. Ik heb zelfs ooit nog iets gedaan voor Lowlands toen zij nog in de kinderschoenen stonden. Ik ben een klein en nietszeggend voetnootje in hun geschiedenis, zeg maar.” Na een aantal jaren zag hij zijn maak-atelier echter verdwijnen. De reden? De participatiewet, volgens Tejo. “We hadden een goede groep met mensen met een beperking aan het werk”, herinnert hij zich. “Die vonden het leuk om bij mij te werken en waren zeer gemotiveerd. Goed ook. Aangezien je van kunstprojecten niet rijk wordt hadden we een win-win situatie. Zij een leuke baan en passende arbeid en ik had de beschikking over redelijk goedkope arbeidskrachten. Maar ja, dan komen die zogenaamde keukentafelgesprekken en krijgen die mensen te horen dat ze best wel volledig aan het werk kunnen voor een volwaardig loon. Volgens mij zit het merendeel van die mensen nu thuis. Uitgerangeerd. En het atelier is naar de knoppen.” Bij de pakken neer zitten doet Moerings echter niet. Dat zit ook niet in het aard van het beestje. “Art it is moet een succes worden”, besluit Moerings. “En daar zijn nu alle pijlen op gericht. Zorgen dat kunstenaars de weg naar Buitenpost weten te vinden en zich hier willen vestigen. Buitenpost als bruisend cultureel centrum van het noorden. Dat klinkt goed toch? Dus ga ik daar mijn best voor doen en we zien wel hoe het loopt. Je hebt uiteindelijk toch niet in eigen hand, zoveel heb ik al geleerd. Misschien zijn wij wel een spijker in de gereedschapskist en zit er boven in de hemel een grote timmerman die nog moet bepalen welk spijkertje waarin gaat.”

UIT DE KRANT