Eigenaren nieuw Zwemcentrum Zuidhorn spreken zich uit
“Iedereen moet leren zwemmen”
ZUIDHORN/KOLLUM – Regelmatig komen de eigenaren van Zwemcentrum Kollum, Hans Pantjes en Michel Vaatstra naar Zuidhorn om te kijken hoe de bouw van het nieuwe Zwemcentrum dat zij in deze plaats gaan openen, vlot. Of de datum van 1 januari gehaald wordt, dát laten de heren nog even in het midden. Wél stomen zij bedrijfsleidster Elske van der Laan, die een vast gezicht in Zuidhorn wordt, alvast helemaal klaar om straks zonder opstartproblemen hét concept van de heren neer te zetten. Dit concept, daar worden geen concessies aangedaan, ook al zetten sommige mensen hier openlijk vraagtekens bij. “Ieder bad profileert zich anders”, vindt Hans. “Wij richten ons op de toekomst en ons eigen concept.”
Hun concept is iets waar de mannen vol passie en enthousiasme over kunnen vertellen. Beide werkten bij Sportfondsen, voordat ze besloten dat zij het anders, en misschien wel beter, konden en dus hun eigen Zwemcentrum Kollum openden. Sinds drie jaar is hun bedrijf uitgebreid met een horecatak, gerund door de zoon van Hans, Ronal. Dat het anders is in Zwemcentrum Kollum dan in een doorgaans zwemcentrum, ervaart iedereen die binnenstapt en direct in het Grand Café komt. “Veel gezelliger, hè?”, beaamt Hans. Ook het nieuwe bad, zal deze gezellige uitstraling krijgen. “Er komt zelfs precies dezelfde receptie in.”
Ook de zwemlessen verlopen volgens hun eigen concept. “De grootste groep die wij hebben, bestaat uit zes kinderen per instructeur”, vertelt Michel. “Maar het verhaal begint al als ouders bellen. Wij doen het andersom, dan bij de meeste zwemlessen gewoon is. Hier doen we eerst een intake, waarbij de instructeur met het kind het water in gaat. Daarna spreken we door met de ouders: wat past bij jouw kind? Kinderen zijn nou eenmaal verschillend.” Uniek is dat de kinderen een zwemvestpakje aankrijgen met drijvers daarin. “De drijvers zijn op het lichaam gesneden en groot voordeel is, dat de kinderen niet alleen blijven drijven, maar ook direct de goede houding aannemen.” Bewegingsvrijheid in het water vinden de twee ook belangrijk. “Een kind weet niet hoe een zwemles eruit hoort te zien. Wij kijken: wat kan een kind? We beginnen dus bijvoorbeeld met het duiken, de jongere kinderen zijn daar juist heel vrij in.”
Het Zwemcentrum in Kollum mag een groot succes genoemd worden. “Drie jaar op rij zijn we uitverkozen tot beste bad van Friesland met een waardecijfer van een 9,63 van de klanten. Ook zijn we uitgeroepen tot beste en creatiefste concept van heel Nederland.”
Alle tumult die in Zuidhorn is ontstaan na het bekend worden van de sluiting van de Waterborgh, die als gevolg bij sommige inwoners ook een bepaalde negatieve houding naar het nieuwe zwemcentrum oplevert, doet de heren in eerste instantie zuchten. “We hebben de politiek meegekregen”, doet Hans het af. “Kom eens binnen en oordeel zelf”, vindt Michel. De sluiting van de Waterborgh is in zijn ogen onvermijdelijk. “Het landelijke gemiddeld is één overdekte zwemvoorziening per 130.000 inwoners. In het noorden is er gemiddeld op de 20.000 inwoners een bad. Eigenlijk heeft elke gemeente dus overcapaciteit. In de jaren ’70 à ’80 was het economische hoogtij, maar nu het allemaal toch te ruim blijkt, zijn de gemeenten kritischer gaan kijken naar wat taken zijn die bij de overheid horen en wat er naar particulieren kan. Ja, we hebben dus straks geen 25-meterbad meer in Zuidhorn, maar de enige die uiteindelijk niet bij ons terecht kan, is de wedstrijdzwemmer. Zou je het daarvoor in stand houden, dan kun je zelf wel bedenken wat elke wedstrijdzwemmer moet kosten voor de gemeente.”
Op kritiek dat de kinderen niet meer leren langere afstanden te zwemmen en dat de verdrinkingsgevallen hierdoor toe gaan nemen, kijkt Michel even nors. Dan pakt hij pen en papier. “Kijk”, tekent hij uit, “dit is mijn bad, 6 bij 14 meter. De kinderen zwemmen een rondje langs de kant en dan maken ze dus ruim 40 meter. En overigens”, gaat hij verder, “zwemmen is bij ons absoluut niet duurder. Mensen die aangeven dat ze het budget niet hebben, daarmee gaan we om tafel. Iedereen moet leren zwemmen.”
De stap naar Zuidhorn is voor de heren niet helemaal ‘een sprong in het diepe’. “We hebben heel bewust gekeken. Nu trekken we klanten uit een grote regio, misschien moeten we een stapje naar de mensen toe doen.” Zuidhorn, als aangrenzende gemeente, bleek de perfecte plek. “Het is een goede locatie. We hebben inmiddels nauwe banden met het Zonnehuis en ook de ligging bij de Groningse wijk Reitdiephaven is gunstig.”
Het nieuwe Zwemcentrum krijgt net als Kollum een bad met een watertemperatuur die constant op 32 graden wordt gehouden. Er wordt niet gewerkt met chloor, maar met zoutelektrolyse, wat veel aangenamer is. Verbeteringen ten opzichte van Kollum zijn extra kleedruimte en een aparte ruimte voor minder validen, zodat deze zo vanuit het water de kleedruimte in kunnen. Bovendien kan er helemaal om het bad heen gelopen worden. Vele doelgroepen zullen er terecht kunnen. “Reuma- en fysiotherapie, baby, peuter, kleuter, fit & fun voor kinderen die hun diploma al hebben, aquagroepen zoals aquarobics en ook aquaspinning, en meer bewegen voor ouderen”, somt Hans allemaal op.
“We willen graag zo snel mogelijk open, maar het moet wel goed zijn”, wil Michel over de openingsdatum kwijt. “Ik wil wel het concept en de uitstraling die ik voor ogen heb, neerzetten. Als je concessies aan je concept doet, dan doe je concessies aan je bestaansrecht. Maar”, voegt hij er wel aan toe, “mochten we 1 januari niet open zijn, dan kunnen alle mensen die een abonnement hebben in de Waterborgh, hier gratis gebruik maken van de faciliteiten.”