Het jawoord verveelt Ineke na 32 jaar nog niet

Nieuws

“Als je dit gewoon gaat vinden, moet je stoppen”

NIEZIJL – Al honderden keren hoorde ze het woord uitgesproken: ‘ja’, en dan in alle variaties die te bedenken zijn. Niezijlster Ineke Admiraal is al 32 jaar buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand en trouwde vele echtparen in de gemeente Zuidhorn. Hoeveel precies zou ze niet weten, maar als het moet, kan ze het uitzoeken. Ineke heeft namelijk plakboeken vol van ‘haar bruidsparen’, een kaartje, een foto en de toespraak; het wordt allemaal zorgvuldig bewaard. Haar beroep is dan ook gewoon niet zomaar een beroep. “Je deelt iets met de bruidsparen wat zo bijzonder en intiem is, dat is niet iets gewoons.”

Ineke begon in 1981 als trouwambtenaar in de toenmalige gemeente Grijpskerk. Haar man was destijds raadslid en in de raad werd er toen gesproken over de rol van vrouwen. Een vrouwelijke ambtenaar achtte de raad hoognodig en dus keek iedereen eens goed om zich heen in de zaal. ‘Is dat niet wat voor jouw vrouw?’, werd manlief mee naar huis gestuurd en in eerste instantie was Ineke resoluut: “nee”. Maar een half jaartje later besloot ze toch eens te kijken bij de heren die tot dan toe de stellen in het echt verbonden. “En toen bedacht dat ik het toch wel goed zijn eens wat fris bloed eraan toe te voegen.”

Het was een ware duik in het diepe, want een cursus zoals de buitengewone ambtenaren tegenwoordig volgen voor ze aan de slag gaan, bestond destijds nog niet. “Ik heb ook wel echt met knikkende knieën ‘ja’ gezegd”, lacht Ineke. “En nog altijd blijft het spannend. Het belangrijkste vind ik: hou het persoonlijk. Ik maak mijn toespraak echt op de mensen. Als ik iedere keer hetzelfde praatje moet afsteken, dan zou ik ermee op houden.” In de loop der jaren kreeg ze meer vrijheid in de toespraak. “Vroeger was je nog verplicht bepaalde artikelen uit het Burgerlijk Wetboek voor te lezen. ‘Echtgenoten zijn verplicht…”’, steekt ze direct van wal. “Die teksten vergeet je niet meer.” Net als het eerste paar wat ze trouwde. “Dat staat me nog zo bij”.

Eigenlijk een wonder als je door de plakboeken kijkt en ziet hoe ontzettend bruidsparen Ineke voorbij zag komen. Als een ware expert kan Ineke natuurlijk het beste vertellen wat er ‘in’ is in bruiloftenland. “Eigenlijk houden heel veel het toch traditioneel. Vrij veel vrouwen kiezen voor een jurk, niet altijd in het wit overigens. Over het algemeen is er na de plechtigheid een feest. Maar soms zijn er wel uitzonderingen. Dan weet ik alles al en mag ik nog niks zeggen. Uiteindelijk is er niks meer traditioneel, omdat ik zo persoonlijk ben. Ik heb ook wel een bruidspaar getrouwd die elkaar geen ringen omschoof, maar voor een kettinkje koos of voor tattoos. Alles keuzes moet je respecteren. Ik vraag ook altijd aan de bruidsparen: wat wil je op die dag. Het is hún dag.” Het mooiste vindt Ineke het als man en vrouw hun liefde voor elkaar ook zelf uiten. “Ik vraag wel eens dat ze afzonderlijk naar mij mailen waarom ze van de ander houden. En het mooiste is als dat dan ook zelf vertellen. Of misschien verwerken in een gedicht of zingen. Ik vind het prachtig.”

Stralende gezichten lachen je vanaf de foto’s toe. “Ik heb eigenlijk niet vaak gehad dat er tranen waren. Vaak is dat dan wanneer iemand ziek is of iemand er niet meer is. Ik pas mijn toespraak dan ook aan; het hoeft niet tranenopwekkend te zijn.” Wat Ineke het meest bijblijft zijn de kinderen. “Het zijn niet alleen maar jonge mensen die trouwen. Het gebeurt ook wel dat mensen eerder gescheiden zijn en nu opnieuw trouwen met iemand anders. Vaak zijn er dan twee gezinnetjes die één worden. Ik probeer de kinderen er dan altijd bij te betrekken. Daarvoor heb ik een speciale kinderakte en dan laat ik de kinderen tekenen dat zij het goed vinden dat papa of mama gaat trouwen. Eén keer heb ik iets heel gewaagds gedaan”, bekent ze met een lach. “Toen heb ik de kinderen ook ‘ja’ laten zeggen. Ik had wel een plan voor als ze ‘nee’ zouden zeggen, maar dat doe ik niet weer. Maar het is zo bijzonder dat ze met zijn allen weer één gezin gaan vormen; dat blijft je bij.”

Ook haar eigen kinderen zijn door hun moeder getrouwd. “Heel bijzonder”, denkt ze er met een glimlach aan terug. “Ik voel me dan toch echt ambtenaar, maar ook dan mag je je gevoel tonen.” Binnenkort is de cirkel rond als ze haar jongste zoon, de laatste ongehuwde van haar vier kinderen ook mag trouwen. “’Mam, hoe lang ga je nog door?’, vroeg hij me laatst. Zijn huwelijk, vond hij, zou misschien wel een hele mooie gelegenheid zijn om ermee te stoppen. Tja, ik vind het nog zo leuk…” verzucht ze. Er is nog altijd niks gewoons aan.

UIT DE KRANT