Lauwers College waagt zich aan nieuwe onderwijsmethode
voorpagina groningen
‘Het is een stukje eigenaarschap’
GRIJPSKERK – Het Lauwers College begint in het schooljaar 2018-2019 met een nieuw onderwijsmodel. De nieuwe onderwijsmethode is geïnspireerd door het Zweedse Kunskapsskolan, zogenaamde ‘kennisscholen’. Met de methode gaat het Lauwers College meer maatwerk bieden aan leerlingen en hopen zij meer aan te sluiten bij het eigen niveau van de leerlingen. Sjoerd de Jong, directeur van het Lauwers College te Grijpskerk, ziet het nieuwe onderwijsmodel met vertrouwen tegemoet. ‘Het Zweedse model is in 2000 ontstaan en wordt op een redelijk aantal scholen door heel Zweden gehanteerd. Het bijzondere aan dit model is dat er niet vanuit de lesmethode, maar vanuit leerdoelen wordt gewerkt. Leerlingen stellen leerdoelen vanwaar uit zij aan de slag gaan. Een voorbeeld van zo’n leerdoel zou kunnen zijn, dat een leerling wil weten wat de werking van een vulkaan is. Dan is dat het leerdoel, vervolgens kiezen zij een strategie om dit leerdoel te bereiken. De middelen kunnen boeken zijn, of kan vanuit de digitale omgeving worden opgezocht en ook maken zij de keuze voor een aantal verwerkingsopdrachten. Middels een toets of presentatie wordt dan gekeken of het leerdoel is behaald’, zegt De Jong. Bovenstaand voorbeeld is een ruwe schets van een leerdoel, maar het geeft wel aan in hoeverre het idee van gepersonaliseerd onderwijs vernieuwend is. ‘Het bijzondere aan de methode is dat de bal veel meer bij de leerlingen komt te liggen. Zij beslissen waar ze meer aandacht aan willen besteden en waar minder aan, maar uiteindelijk zorgen wij natuurlijk voor de structuur’, zegt De Jong. De structuur brengen zij aan door iedere dag een vast patroon te hanteren. ‘Je moet je voorstellen dat zo’n dag begint met een gesprek met je persoonlijke coach. Samen met de coach kijken de leerlingen aan welke leerdoelen er gewerkt gaat worden, dat wordt vervolgens genoteerd in het logboek. Daarna volg je een aantal lessen en dan is het tijd voor de keuzewerk tijd. Daarin mag de leerling zelf beslissen met welke vakken hij of zij bezig gaat en is er vaak nog ruimte voor workshops.’ Opmerkelijk is het verdwijnen van een mentor en de komst van een coach. ‘Het verschil is dat een mentor vaak een hele klas onder zijn hoede had, terwijl een coach persoonlijk met de leerlingen aan het werk gaat. En dat iedere week. Daarnaast vinden er drie keer per jaar zogeheten LOC- gesprekken plaats. Dat zijn gesprekken tussen leerling, ouders en coach, die voornamelijk door de leerling gevoerd worden.’ Dat leerlingen meer zeggenschap krijgen in hetgeen wat ze willen leren, betekent niet dat ze mogen doen en laten wat ze willen. ‘Je moet het eerder zo zien, dat als een leerling goed is in wiskunde maar minder in aardrijkskunde, hij ervoor kan kiezen om ingeroosterde tijd voor wiskunde te benutten voor aardrijkskunde. Maar een leerling kan er ook voor kiezen om een vak waar hij goed in is, op een hoger niveau te gaan volgen. Zo kun je dus als mavoleerling op havo-niveau vakken volgen. Het is zelfs mogelijk om voor sommige vakken eerder examen te doen, zodat je met een vak na drie jaar al klaar bent in plaats van na vier jaar.’ Een nieuw onderwijsmodel vereist natuurlijk enige aanpassing. ‘Leerlingen die kiezen voor gepersonaliseerd onderwijs zullen wellicht minder lessen krijgen van vakdocenten en vaker zelfstandig aan het werk gaan maar wel altijd onder begeleiding van een docent. Afhankelijk van het aantal leerlingen dat kiest voor de nieuwe methode, kunnen we pas zien wat de gevolgen binnen de bestaande structuur van de school zijn’, zegt De Jong. In 2018 beginnen ze dus officieel met de nieuwe methode, maar leerlingen die nu in de eerste klas van het Lauwers College te Grijpskerk zitten, kunnen al profiteren van de veranderingen die gaan komen. ‘Zij werken nu al met een persoonlijke coach die hun individuele begeleiding geeft’, zegt hij. Sjoerd de Jong heeft hooggespannen verwachtingen van de nieuwe methode. ‘Leerlingen worden meer verantwoordelijk voor hun leerproces, raken minder snel verveeld en kunnen hun talenten beter en sneller ontwikkelen. Het is een stukje eigenaarschap wat ze krijgen. Daarnaast kunnen we gewoon veel meer maatwerk bieden, maar doen we dit wel vanuit een hele duidelijk structuur. Het is niet zo dat wij ’s ochtends tegen de leerlingen zeggen: ‘’Ga maar aan de slag’’. Nee, we begeleiden ze nog steeds en zorgen ervoor dat er gestructureerd gewerkt kan worden.’
KADER
Het Lauwers College in Grijpskerk heeft het er maar druk mee. Vanaf volgend schooljaar maken zij niet alleen gebruik van een nieuwe onderwijsmethode, zij veranderen de naam voor de VMBO-tl ook nog eens naar ‘mavo’. Directeur De Jong legt uit: ‘Vroeger heette het al mavo, maar dat is zo’n twintig jaar geleden veranderd in VMBO. VMBO-tl schurkt echter heel erg aan tegen de havo, omdat het erg theoretisch is ingesteld. Vanwege het theoretische aspect vinden wij de naam ‘mavo’ meer op zijn plaats.’ Veel mensen zullen de mavo nog wel kennen uit hun tijd, maar voor de leerlingen zal het even wennen worden. ‘Vanaf volgend schooljaar heten al onze VMBO-tl klassen, mavo-klassen. Daar zullen ze wellicht even aan moeten wennen. Overigens verandert er verder niets. Na het examen krijgen ze gewoon een VMBO-tl diploma. Het is puur om aan te geven dat deze klassen tegen een havo niveau aan zitten’, zegt De Jong.
GRIJPSKERK – Het Lauwers College begint in het schooljaar 2018-2019 met een nieuw onderwijsmodel. De nieuwe onderwijsmethode is geïnspireerd door het Zweedse Kunskapsskolan, zogenaamde ‘kennisscholen’. Met de methode gaat het Lauwers College meer maatwerk bieden aan leerlingen en hopen zij meer aan te sluiten bij het eigen niveau van de leerlingen. Sjoerd de Jong, directeur van het Lauwers College te Grijpskerk, ziet het nieuwe onderwijsmodel met vertrouwen tegemoet. ‘Het Zweedse model is in 2000 ontstaan en wordt op een redelijk aantal scholen door heel Zweden gehanteerd. Het bijzondere aan dit model is dat er niet vanuit de lesmethode, maar vanuit leerdoelen wordt gewerkt. Leerlingen stellen leerdoelen vanwaar uit zij aan de slag gaan. Een voorbeeld van zo’n leerdoel zou kunnen zijn, dat een leerling wil weten wat de werking van een vulkaan is. Dan is dat het leerdoel, vervolgens kiezen zij een strategie om dit leerdoel te bereiken. De middelen kunnen boeken zijn, of kan vanuit de digitale omgeving worden opgezocht en ook maken zij de keuze voor een aantal verwerkingsopdrachten. Middels een toets of presentatie wordt dan gekeken of het leerdoel is behaald’, zegt De Jong. Bovenstaand voorbeeld is een ruwe schets van een leerdoel, maar het geeft wel aan in hoeverre het idee van gepersonaliseerd onderwijs vernieuwend is. ‘Het bijzondere aan de methode is dat de bal veel meer bij de leerlingen komt te liggen. Zij beslissen waar ze meer aandacht aan willen besteden en waar minder aan, maar uiteindelijk zorgen wij natuurlijk voor de structuur’, zegt De Jong. De structuur brengen zij aan door iedere dag een vast patroon te hanteren. ‘Je moet je voorstellen dat zo’n dag begint met een gesprek met je persoonlijke coach. Samen met de coach kijken de leerlingen aan welke leerdoelen er gewerkt gaat worden, dat wordt vervolgens genoteerd in het logboek. Daarna volg je een aantal lessen en dan is het tijd voor de keuzewerk tijd. Daarin mag de leerling zelf beslissen met welke vakken hij of zij bezig gaat en is er vaak nog ruimte voor workshops.’ Opmerkelijk is het verdwijnen van een mentor en de komst van een coach. ‘Het verschil is dat een mentor vaak een hele klas onder zijn hoede had, terwijl een coach persoonlijk met de leerlingen aan het werk gaat. En dat iedere week. Daarnaast vinden er drie keer per jaar zogeheten LOC- gesprekken plaats. Dat zijn gesprekken tussen leerling, ouders en coach, die voornamelijk door de leerling gevoerd worden.’ Dat leerlingen meer zeggenschap krijgen in hetgeen wat ze willen leren, betekent niet dat ze mogen doen en laten wat ze willen. ‘Je moet het eerder zo zien, dat als een leerling goed is in wiskunde maar minder in aardrijkskunde, hij ervoor kan kiezen om ingeroosterde tijd voor wiskunde te benutten voor aardrijkskunde. Maar een leerling kan er ook voor kiezen om een vak waar hij goed in is, op een hoger niveau te gaan volgen. Zo kun je dus als mavoleerling op havo-niveau vakken volgen. Het is zelfs mogelijk om voor sommige vakken eerder examen te doen, zodat je met een vak na drie jaar al klaar bent in plaats van na vier jaar.’ Een nieuw onderwijsmodel vereist natuurlijk enige aanpassing. ‘Leerlingen die kiezen voor gepersonaliseerd onderwijs zullen wellicht minder lessen krijgen van vakdocenten en vaker zelfstandig aan het werk gaan maar wel altijd onder begeleiding van een docent. Afhankelijk van het aantal leerlingen dat kiest voor de nieuwe methode, kunnen we pas zien wat de gevolgen binnen de bestaande structuur van de school zijn’, zegt De Jong. In 2018 beginnen ze dus officieel met de nieuwe methode, maar leerlingen die nu in de eerste klas van het Lauwers College te Grijpskerk zitten, kunnen al profiteren van de veranderingen die gaan komen. ‘Zij werken nu al met een persoonlijke coach die hun individuele begeleiding geeft’, zegt hij. Sjoerd de Jong heeft hooggespannen verwachtingen van de nieuwe methode. ‘Leerlingen worden meer verantwoordelijk voor hun leerproces, raken minder snel verveeld en kunnen hun talenten beter en sneller ontwikkelen. Het is een stukje eigenaarschap wat ze krijgen. Daarnaast kunnen we gewoon veel meer maatwerk bieden, maar doen we dit wel vanuit een hele duidelijk structuur. Het is niet zo dat wij ’s ochtends tegen de leerlingen zeggen: ‘’Ga maar aan de slag’’. Nee, we begeleiden ze nog steeds en zorgen ervoor dat er gestructureerd gewerkt kan worden.’
KADER
Het Lauwers College in Grijpskerk heeft het er maar druk mee. Vanaf volgend schooljaar maken zij niet alleen gebruik van een nieuwe onderwijsmethode, zij veranderen de naam voor de VMBO-tl ook nog eens naar ‘mavo’. Directeur De Jong legt uit: ‘Vroeger heette het al mavo, maar dat is zo’n twintig jaar geleden veranderd in VMBO. VMBO-tl schurkt echter heel erg aan tegen de havo, omdat het erg theoretisch is ingesteld. Vanwege het theoretische aspect vinden wij de naam ‘mavo’ meer op zijn plaats.’ Veel mensen zullen de mavo nog wel kennen uit hun tijd, maar voor de leerlingen zal het even wennen worden. ‘Vanaf volgend schooljaar heten al onze VMBO-tl klassen, mavo-klassen. Daar zullen ze wellicht even aan moeten wennen. Overigens verandert er verder niets. Na het examen krijgen ze gewoon een VMBO-tl diploma. Het is puur om aan te geven dat deze klassen tegen een havo niveau aan zitten’, zegt De Jong.