minikul week 31

minikul

Toch maar even vooraf: Mannenliefde is me vreemd. Zeker lichamelijk. Hoewel ik, om elk misverstand te vermijden, niks tegen een liefdesverhouding tussen mannen onderling heb. Als ik maar niet hoef.

Maar dáár gaat dit verhaaltje niet over. Wél over een – zo u wilt – andere onhebbelijkheid van me. Want stiekem kan ik soms enige bewondering – misschien is het ook wel jaloezie - opbrengen voor mannen, die ‘iets’ hebben wat mij in wezen ‘vreemd’ is.

Lees maar niet verder als u de Eerste Steen wilt werpen. Want heimelijk, diep van binnen maar toch ook weer niet want daar ben ik te laf voor, zou ik soms zo willen zijn als zij. Soms. Totdat het wat we noemen Gezonde Verstand, het zich bewust zijn van normen en waarden, weer zó van zich laat spreken, dat ik, beschaamd en toch ook weer niet – wat halfslachtig allemaal, dat besef ik goed - de overhand krijgt. En ik vind: dit kan niet. Dit mag niet. Dit is fout. En dit moet worden bestraft.

Zo’n man was destijds Aage M. Inmiddels overleden, maar in de zeventiger jaren van de vorige eeuw in ons land wereldberoemd als de kluizeninbreker met de thermische lans. Daarmee brak hij bankkluizen van banken en rijkaards open. De buit hield hij deels voor zichzelf, maar hij hielp er ook anderen, veel minder bedeelden, mee. Aage M. werd op den duur natuurlijk gesnapt. Kreeg een langdurige gevangenisstraf. Maar hij had zóveel uitstraling, dat ie tijdens zijn gevangenschap zelfs politieagentes en vrouwelijke cipiers op zijn brits in de cel kreeg. Ik heb hem destijds een keer geïnterviewd. En ik was onder de indruk. Van zijn charisma, van zijn uitstraling – hij had ook twee bijzonder fraaie dames aan zijn zijde – en van zijn openhartige antwoorden. Zo zou ik ook wel willen zijn. Dacht ik toen. Heel even, want het Gezonde Verstand en de Moraal….En natuurlijk mijn lafheid.

Eenzelfde niet definieerbare bewondering koesterde ik voor de Fransman Bernard Tapie. Hij was een jongen uit een arbeidersgezin, good looking en met veel flair, die zich opwerkte tot miljonair, voorzitter van de destijds Europese topclub Olympique Marseille werd, failliet ging, in de cel belandde, opnieuw miljonair werd en nu van grootscheepse fraude wordt beschuldigd en wederom in de cel dreigt te belanden.

De man boeit me. Maar vraag me niet waaróm precies en ik besef ook heel goed dat ie goed fout was. En misschien is. Werp nu die Eerste Steen maar naar mij. Ik buk wel.

Henk Hendriks

UIT DE KRANT