Geert Wagenaar wil zich inzetten voor asielzoekers in Grootegast

“Het is Bijbels om mensen te helpen.”

GROOTEGAST- Een asielzoekerscentrum (AZC) in Grootegast. De plannen daarvoor komen steeds dichterbij. Maar is Grootegast er wel klaar voor? Volgens Geert Wagenaar, koster van de protestantse vrijgemaakte kerk De Morgenster wel. Hij vindt dat de kerk daarin een maatschappelijke rol heeft. “Het is Bijbels om mensen te helpen. Je moet je als kerk niet blindstaren op je eigen hokje. Maar het breder aanpakken, samenwerken met mensen uit Grootegast.”

Ze kwamen ondermeer uit Congo en Rwanda. Wagenaar herinnert zich de asielzoekers van jaren geleden. Toen was er ook een asielzoekerscentrum in Grootegast. “Het asielzoekerscentrum kwam er in 2000,” zegt de koster. “Daar heb ik goede herinneringen aan,” zegt hij. “Zo waren er asielzoekers die meehielpen met een vrijwilligersactie van de kerk. Ze waren niet allemaal kerkelijk, sommigen waren moslim, maar ze zochten vertier. We hadden zulke goede contacten, toen mijn dochter ging trouwen hebben we een aantal asielzoekers uitgenodigd op de bruiloft,” vertelt Wagenaar. “Ook konden ze op woensdagavond een kop koffie komen drinken in de kerk, dat zou ik nu weer doen. Proberen om zo’n open avond of open middag te creëren.”

Wagenaar vertelt dat er op dit moment een aantal vluchtelingen is dat de Nederlandse taal leert in de Morgenster. “Daarbij gaat het om zeven mensen met een status. De cursus gaat uit van de gemeente Grootegast. Een lerares van het Alfacollege geeft les.” Vluchtelingen die het niveau nog niet bij kunnen benen, worden voorgelezen, vertelt Wagenaar. “Een van onze gemeenteleden van de Morgenster leest een vrouw uit Eritrea voor,” zegt hij. “En ook een vrouw uit Sebaldeburen leest voor.” Volgens hem komen de vluchtelingen nu meer uit landen als Syrië, Irak en Iran. “Dat zijn heel andere bevolkingsgroepen dan de mensen uit Congo en Rwanda.”

Dat sommige mensen bang zijn voor de komst van vluchtelingen begrijpt Wagenaar wel. “Het is de angst voor het onbekende, maar daar moet je niet voor weglopen. De meesten van hen zijn op zoek naar warmte en aandacht. En vergeet niet dat de meeste vluchtelingen met bepaalde trauma’s kampen. Die trauma’s zijn heel anders dan trauma’s van Nederlanders. Als kerk zijn wij geen expert op traumaverwerking. Ik denk daarom dat als hier een asielzoekerscentrum komt dat de arts die hier een praktijk naast de kerk heeft, hier goed op zou kunnen inspelen.”

Hij vertelt dat er bij het eerste asielzoekerscentrum van Grootegast een paar vluchtelingen waren die Portugees spraken. “Onze predikant in die tijd, kon goed Portugees. Hij organiseerde voor de vluchtelingen uit Congo en andere mensen die Portugees spraken, één keer in de maand een Portugese dienst.”

Het bieden van hulp aan de vluchtelingen vindt Wagenaar erg belangrijk. “Het kan toch niet zo zijn dat als ik later bij de hemelpoort kom het verwijt krijg van goh, daar zijn allemaal mensen verdronken en ze hadden je hulp nodig, jij wist dat en je hebt er niks aan gedaan. Zij wilden bij jou in Grootegast komen maar jij bood weerstand, dat kan toch niet?” Met enige trots vertelt Wagenaar over een jongen uit Rwanda van het eerdere asielzoekerscentrum, die de kerk geholpen heeft. “Die jongen heeft het helemaal gemaakt in Nederland. Ik ben er best trots op dat wij hem daar in begeleid hebben, hij was namelijk een tijd kerkelijk bij ons aangesloten, is hier een aantal jaren geweest en ging economie studeren.”

Voor toestanden zoals in Geldermalsen, waarbij er heftig geprotesteerd werd tegen de komst van asielzoekers, is de koster niet bang. “Ik denk dat er genoeg draagvlak is in Grootegast. ” Volgens de koster heeft de kerk daar ook een rol in. “We willen dat de asielzoekers zich thuis voelen. Bij de komst van het vorige asielzoekerscentrum ging het initiatief om te helpen ook van ons kerkgenootschap uit. We hebben daarbij als kerk niet op kerkelijk terrein contact gezocht, maar uit maatschappelijke betrokkenheid. Je moet je als kerk daarbij neutraal opstellen omdat het om hulpverlening gaat.”

Dat sommige vluchtelingen een ander geloof aanhangen, zoals het islamitische geloof, mag bij de hulpverlening dan ook niet in de weg staan, vindt Wagenaar. “Als iemand in nood zit, help je diegene. Ik denk dat je juist de dialoog met mensen van een ander geloof, bijvoorbeeld de islam, aan moet gaan. Zo van jullie hebben Mohammed als profeet en wij Jezus Christus als Onze Verlosser. Daar moet je met elkaar over praten en alleen zo kun je vrede bewerkstelligen en vreedzaam naast elkaar leven. De moslimgedachte gaat namelijk ook uit van vrede en niet van haat.”