week24

maria's mooie mensen

Tegen de tijd dat deze Streekkrant van de pers rolt, sta ik een dikke 8.000 kilometer verderop in mijn trouwjurk. In Las Vegas, ten overstaan van niemand minder dan Elvis, zal ik mijn jawoord geven aan de mooiste persoon die ik ken. Bijna op de kop af vijf jaar geleden stonden we zomaar ineens oog in oog met elkaar. Op een zomerse dag die ik in bikini in de tuin van mijn ouders had doorgebracht. ’s Avonds schoot ik oude kleren aan, kookte op geheel eigen wijze eten en liep daarna nog even mee door de tuin om te zien wat er allemaal uitbotte. De ‘jongen van de overkant’, die ene waarover mijn moeder al eens tactisch hintte ‘goh, die jongen van de overkant heeft geen vriendin’, was door een wegopbreking genoodzaakt zijn auto bij mijn ouders in de berm te parkeren. Nét op dat moment, dat ik half in bikini en met vetvlekken in mijn shirt met mijn ouders door de tuin liep. En zo stonden we oog in oog met elkaar en stond de wereld zomaar even stil. Het klinkt zoetsappig, maar ik kan u vertellen: liefde op het eerste gezicht bestaat. Ik trok de stoute schoenen aan en vroeg hem mee uit, maar al voordat het zover was smsten en belden we al alsof we elkaar al jaren kenden. “Pas maar op, je smst eigenlijk met een wildvreemde”, zei mijn beste vriendin toch nog beschermend, een opmerking waar we nog altijd hartelijk om lachen nu. Ik wist het toen al en hij wist het toen al; dit is voor altijd. In al die jaren die volgden, een wervelwind van verhuizen, vakanties, verbouwen en hard werken, maar ook veel genieten, was het leven nooit saai. Soms was het verdrietig, maar veel vaker mooi en leuk. En nu, kijk ik hem nog maar eens diep in de ogen voor ik mijn ‘I do’ eruit gooi en zie het mooie mens dat hij is. Zelden negatief of chagrijnig en nog nooit is hij boos op me geweest. Hij is ondernemend, zit vol plannen en is altijd bezig. Met één blik kunnen we communiceren en die blik van elkaar vinden we blindelings, waar we ook zijn. Ontelbare keren gieren we van de lach; ’s avonds in bed als we eigenlijk al moeten slapen, tijdens een zoveelste bezoekje aan de Gamma of wanneer we weer eens een verjaardagscadeau vergeten mee te nemen. Mijn wederhelft is de enige naar wie ik luister, de enige bij wie ik alles kwijt kan en de enige van wie ik zoveel hou. En nu is hij mijn man. Mooie mensen; een mooi leven.

UIT DE KRANT