Zoutkamper jongeren trots op hun hokje

‘Overlast gaat flink achteruit’

ZOUTKAMP – Eerlijk is eerlijk, ze begrijpen dat ze soms wel eens wat vervelend waren. Ze ruimden hun rotzooi niet altijd even goed op en een fikje stoken gebeurde ook wel eens. Een groepje jongeren in Zoutkamp stond tot voor de zomervakantie vaak voor de entree van sporthal in het dorp. Inmiddels zijn de jongeren zo’n tien meter verderop verhuisd. Nu staan ze niet meer voor de ingang, maar zitten ze in hun eigen hanghokje. Met de komst van hun eigen hokje zorgen ze voor minder overlast. ‘Door ze verantwoordelijk te maken voor hun eigen hok gaat de overlast flink achteruit’, durft Teye Barkema, jongerenwerker in de gemeente De Marne, te stellen.

Het is maandagavond wanneer een groep van ongeveer twintig jongeren tussen de veertien en twintig jaar, zowel jongens als meiden, bijeen is in hun hokje.  Ze praten over van alles, roken ondertussen een sigaretje en luisteren naar muziek. Het houten hokje is niet heel groot, maar er passen een hoop jongeren in. Aan de muur hangen een paar lampen die de boel moeten verlichten. ‘Binnenkort krijgen we hier ook WiFi’, vertelt Renaldo Roorda, die voor de gelegenheid is gebombardeerd tot woordvoerder van het stel. De WiFi is de enige luxe die de jongeren voorlopig nog kunnen verwachten. Ze zouden ook graag een stopcontact willen – om frituurpannen op aan te sluiten zodat ze frikandellen kunnen bakken – maar dat zit er volgens Barkema niet in. ‘Dat is natuurlijk vragen om problemen’. Anders dan bij andere jongerenvoorzieningen is het hokje niet vóór de jongeren gebouwd, maar dóór de jongeren. ‘Teye kwam bij ons met het idee om een hokje te bouwen. Hij kwam met het verhaal dat de gemeente hiervoor wel wilde betalen, maar dat wij dan zelf aan de slag moesten om het hokje te bouwen. Met een flinke groep zijn we in de zomervakantie bezig gegaan. Al met al zijn we zo’n anderhalve week bezig geweest. Bestrating aanleggen, hokje bouwen. En nu zitten we bijna iedere avond hier’, aldus Renaldo. Het groepje jongeren is door de week tot ongeveer 22.00 uur in het hokje, terwijl het in de weekenden wel eens flink later wil worden.
Op maandagavond heeft Renaldo onder andere gezelschap van Ruben van Iren, Daniël Veenstra, Dieter Schulz, Manon Kwint, Gijs Knol, Asia Oosterkamp, Dennis Visser en Niels van der Veen. De meesten van hen waren er de afgelopen zomer bij tijdens de bouwwerkzaamheden, anderen waren net in die tijd op vakantie. Deze jongeren komen bijna iedere avond bijeen in het hokje. De soos in het dorp wordt minder vaak bezocht. ‘De soos is niet zoveel aan’, vertelt Manon. ‘Soms gaat de soos in het weekend al om 23.00 uur dicht omdat er te weinig mensen komen. Dan zijn we liever hier, hier is geen eindtijd en hier is het wel altijd druk’. De reden dat het in de soos niet zo druk is ligt volgens Barkema mede aan het nieuwe alcoholbeleid. ‘Bij de soos houden ze zich hier goed aan en dat is natuurlijk niet voor iedereen even leuk.’
Het hokje is volgens de jongeren en de jongerenwerker een groot succes. Omdat ze zelf de handen uit de mouwen hebben gestoken om het hokje te kunnen realiseren is de sociale controle erop ook groot. Als iemand iets vernielt wordt diegene er op aangesproken en samen wordt er voor gezorgd dat eventuele vernielingen weer gerepareerd worden. Ook in Ulrum, Eenrum, Wehe-den-Hoorn en Leens is er een hokje voor de jongeren en daar zijn zichtbare verbeteringen. ‘We hebben een groepswhatsapp’, vertelt Dieter. ‘Als er iets is dan laten we dat weten via de app en dan wordt het snel weer opgelost’.
Waarom de jongeren nu wel hun rotzooi opruimen, al is het soms pas aan het einde van de avond, is volgens Renaldo logisch te verklaren. ‘Ten eerste staat er nu een prullenbak. En daarnaast zijn we best wel trots op wat we hier hebben neergezet. Dat willen we natuurlijk graag zo houden’. Omdat de gemeente De Marne de komst van het hokje gefinancierd heeft wordt er van de jongeren ook het een en ander terugverwacht. Een aantal van de jongeren helpt bij de Actie Mobiel. ‘Er worden momenten ingepland waarbij ouderen hulp kunnen vragen aan de jongeren met hun smartphone. De jongeren leren de ouderen bijvoorbeeld hoe ze sms’jes moeten versturen’, vertelt Barkema.