Niekerkse studente Kimberley (21) op stage in Zuid-Afrika

Afbeelding
voorpagina groningen

NIEKERK – De 21-jarige Kimberley Bouma heeft haar woonplaats Niekerk verruild voor het Zuid-Afrikaanse Port Alfred. Kimberley studeert in Leeuwarden aan de Stenden Hogeschool, Internationaal toerisme en management. Voor de Streekkrant houdt ze een dagboekje bij en zal ze ons regelmatig op de hoogte houden van haar avonturen.

“Geen raam open ‘s nachts, straks een aap in mijn bed”



Deel I


Inmiddels ben ik aangekomen in Zuid-Afrika. De komende tijd blijf ik hier om voor mijn minor studiepunten te halen. Ik zag wel op tegen de reis. Naar het buitenland gaan is voor mij niet nieuw. Ik was voor mijn studie ook al op Bali, maar afscheid nemen van mijn familie en vliegen zijn niet mijn favoriete bezigheden. Ik heb vliegangst en ik moet al huilen als ik alleen al denk aan afscheid nemen van mijn ouders.


Ik heb er lang naar uitgekeken en afgelopen vrijdag was het dan zover. Om 04:30 begon de reis met het gepiep van de wekker en nog wat laatste spullen bij elkaar pakken. Het ontbijtje sla ik nog even over en om 05:00 vertrek ik dan eindelijk voor de tien weken Zuid-Afrika richting Schiphol. Mijn ouders brengen me. Op Schiphol aangekomen ga ik gelijk naar de incheckbalie om mijn koffers af te geven, die natuurlijk eerst te zwaar waren. Bij La Place halen we daarna een ontbijtje. De sfeer is gek. We proberen ontspannen te doen, maar weten allemaal dat het onvermijdelijke zo gaat komen en dat niemand echt ontspannen is. Toch probeer ik het afscheid zo lang mogelijk uit te stellen, maar dan is het toch echt tijd om te gaan. Een paar flinke tranen later sta ik bij de douane en dat ging erg snel. Toch was ik aan de late kant en moest ik er uiteindelijk nog vaart achter zetten om op tijd te komen bij de Gate. Maar daar eenmaal aangekomen, stond er al een hele lange rij waar ik natuurlijk niet in ging staan. Vliegen vind ik verschrikkelijk. En de twee dingen waar ik doodsbang voor ben gebeurden; onweer en turbulentie. Een paar mental breakdowns verder, kom ik na een vlucht van elf uur eindelijk aan in Johannesburg. Daar stond een chauffeur voor mij klaar die mij naar een hotel heeft gebracht vlakbij het vliegveld. De volgende ochtend ben ik doorgevlogen naar Port-Elizabeth. Een prima vlucht van 1,5 uur, tot dat ik tijdens de landing alle slechte scenario’s alweer voorbij had laten komen in mijn hoofd. Er stond veel wind en die landing was dus niet al te prettig. Gelukkig had ik de verhalen over het gebroken Turkse vliegtuig toen nog niet gehoord.


Als ik daar mijn koffer heb gehaald, staan de mensen van Stenden al klaar om mij op te vangen en richting de school in Port-Alfred te brengen. Ik heb een kamer toegewezen gekregen waar je ’s ochtends vroeg om 07:00 al uitgebrand wordt door de bloedhete zon. ’s Middags kan er je er ook niet zijn, want ook dan staat de volle zon erop tot dat hij onder gaat. Overdag ligt de temperatuur boven de 30 graden en daar moet ik heel erg aan wennen. Nergens heb je echt een plekje om je terug te trekken waar het lekker koel is. Dus besloot ik een ventilator te kopen, maar het bleek dat die het niet deed, helaas. Ik heb besloten de hitte maar te aanvaarden. ‘s Nachts gaat de warmte ook totaal niet je slaapkamer uit. Maar je deur of een groot raam open doen is ook geen optie, want dan komen er apen je kamer in. Ik wil geen aap in mijn bed, haha!


Mijn eerste volle dag hier in Port Alfred ben ik met een paar mensen naar het strand geweest. Tijdens mijn vorige stage op Bali was ik veel op mezelf aangewezen en dat beviel prima, maar in verband met veiligheid ben je hier bijna altijd met een groepje meiden. Ik ben niet contactgestoord of zo, maar daar moet ik best een beetje aan wennen. Aan het strand was het overigens erg gezellig. Allemaal dachten we dat een paar keer zonnebrand smeren wel genoeg was. Eindstand; allemaal volledig verbrand. Het leven is hier echt totaal anders dan in ons land. Er is een tekort aan water, waardoor er op bepaalde tijden gewoon geen water uit de kraan komt en ook elektriciteit is lang niet altijd voor handen. Ze noemen dan een ‘load shedding’. De stroom gaat dan in het hele dorp uit. Omdat er niet genoeg stroomt is voor het hele land, wordt het verdeeld. Ook is er dus een waterprobleem. Het komt best vaak voor dat we geen water hebben. Dan kunnen we niet douchen en zelfs het toilet niet doorspoelen. Het maakt me op dag één al bewust van alle goede voorzieningen thuis en daar ben ik dankbaar voor als ik me realiseer dat we thuis nooit te maken hebben met zulke omstandigheden. Verder zijn hier veel en grote muggen. Ik zit nu al onder de muggenbulten, maar ook dat neem ik allemaal maar voor lief. Ze hebben ons namelijk de eerste dag verteld dat we gewoon moeten denken ‘Ik ben in Afrika’. En dat is dan ook precies wat ik doe.

UIT DE KRANT

Lees ook