Weerman Johan Kamphuis schrijft In Memoriam Piet Paulusma

|
| Foto: |
voorpagina groningen

“Ik ben Piet”

“Ik mis je! Dit opschrijven valt me zwaar:
Het was op zomaar een avond ergens de zomer van 1993 of 1994. Al een tijdje probeerde ik als weerliefhebber contact te leggen met de steeds populairder wordende weerman uit Friesland Piet Paulusma. Uiteindelijk lukte het om via zijn toenmalige vrouw Joke een afspraak te regelen. Een soort minilandhuis, oprijlaan, veel gras en ruimte om het huis. Een weerhut in de tuin en honden die me begroeten bij aankomst voordat de deur opengaat en een vrouw, die Joke blijkt te zijn de deur open doet. Een hartelijk welkom volgt. Even later sta ik oog in oog met de man die Jan Pelleboer bij RTV Noord opvolgde. De man met de kenmerkende stem. Staand tegen het aanrecht, een bordje spaghetti op te eten. Eerste indruk: sympathiek en een beetje chaotisch. Lang en een glimlach die maar niet van zijn gezicht te slaan is. “Ik ben Piet”. Dat bleken memorabele woorden. Piet wilde één ding in zijn leven: gewoon Piet zijn en blijven. Piet als aardige buurman, als vriend, als vader. Als collega, als werkgever. Om en nabij de dertig jaar deelden wij het leven op de één of andere manier. Tot op die ene zondag waarvan ik niet wist dat hij zou komen. Ja, ik wist dat Piet ziek was geweest. Erg ziek. Darmkanker. Enkele jaren geleden. Piet herstelde en wilde niet dat de mensen wisten dat hij kanker had. Piet heeft me niet anders dan verteld dat alles steeds goed was. Ook ruim een maand geleden, toen ik vroeg naar zijn heesheid en of alles ok was. Ja, dat was het. “Dat heb ik soms, Kamphuis, en dat gaat altijd weer voorbij.” Ik voelde dat hij snel weer van onderwerp wilde veranderen, achteraf gezien iets te snel. Dus ging het weer over het weer, of mijn leven.


Piet werd steeds bekender. In 1996 kreeg hij al landelijke bekendheid toen een Elfstedentocht op het nippertje niet door ging. Een jaar later was het raak. Zijn collega’s voorspelden een dooiaanval daar waar de Piet de vorst zag verscherpen. De vorst verscherpte en de Elfstedentocht ging door. Piet bracht voor Hart van Nederland dagelijks een weerbericht met zijn Friese muts op vanaf het ijs en Nederland viel voor Piet en sloot de Fries in het hart. SBS bood hem een contract aan. Daarna werkte Piet 23 jaar lang, 24/7 voor SBS 6. ‘Oant moarn’ werd zijn legendarische handelsmerk en wie heeft het niet ooit eens uitgesproken. Piet werd een bedrijf en ik kreeg een plek in dat bedrijf. Piet kwam op mijn huwelijk, Piet belde me toen ik ging scheiden, maar ook toen hij ging scheiden. We hadden feestjes in zijn huis waar ik ‘s ochtends om 6:00 met een kater de wc zocht en Piet alweer zijn weerpraatje de ether in slingerde. Hoe dan, was wat ik dacht? Je broer mee? Je vriendin mee? Geen probleem, we maken nog wel een bed op. Dat dan vervolgens niet opgemaakt was, maar daar ging het niet om. Piet was gastvrij. En Piet wilde zich bezig houden met zaken die hij echt belangrijk vond. Dat mensen zich gastvrij voelen. Dat bed is bijzaak. Die eigenschap heeft Piet ook veel gekost. Piet wilde zich bezig houden met het weer en niet met randzaken. Hij nam mensen in dienst, gaf mensen het volledige vertrouwen en er zijn mensen geweest die dat op een beschamende manier hebben beschaamd. Ieder jaar regelde Piet een vakantie voor mij en de kinderen. Vaak wisten we de ochtend van vertrek nog niet waarheen, maar dat had ook iets spannends al vond ik het toen in alle eerlijkheid vooral stressvol. Piet regelde een vakantie en deed dat op Piets manier. “Het komt goed Kamphuis.” En dat kwam het.


Wij hebben het leven gedeeld. Gelachen, ruzie gemaakt, veel en heel veel over het weer gepraat. Keek ik ‘s ochtends op de weerkaarten en naderde een storm dan wist ik, Piet belt straks. Over storm, droogte, zware buien, tropische temperaturen, sneeuwstormen. Vooral extreme weersverschijnselen hadden zijn voorliefde. Piet belde ook vaak om te zeggen dat hij straks zou bellen. Dat ging dus zo: ik neem op en Piet, die me dus belt, zegt dat hij me straks gaat bellen. Op zich al eigenaardig. Het aller eigenaardigste was dat hij dan niet terug belde. Dit was geen incident. Dit ging 30 jaar lang gewoon heel regelmatig zo. Ik heb tot op de dag de reden daarvan nooit begrepen, maar het echt grappige is dat we het er ook nooit over hebben gehad.


Piet werd populair op een manier die alleen filmsterren kennen. Op zijn auto stond met grote letters ‘Piets weer’ gedrukt. Hij genoot van de aandacht. Van mensen groeten bij het verkeerslicht. Bij de benzine pomp. Bij zijn opnames. Op de foto gaan. Nooit kwam iemand tevergeefs om een handtekening vragen. Zijn familie bleef altijd het centrum van zijn bestaan. Dagelijks at hij bij zijn ex-vrouw Joke en hij was echt in zijn sas met zijn kinderen, aanhang en familie om hem heen.


Zijn afscheid bij SBS viel hem zwaar. Bij MAX voelde hij zich thuis, maar miste de mensen. Zijn mensen. De coronatijd hielp ook niet mee.


Nooit meer een telefoontje van Piet die zegt te gaan bellen. Nooit meer: “Kamphuis, PP hier. Maak jij straks het Friesch Dagblad? Ik heb het stervensdruk.” Nooit meer even een belletje om het weer samen te beleven, het leven te delen. Piet werd slechts 65 jaar. Natuurlijk is Piet te vroeg gestorven. Een man als Piet sterft altijd te vroeg. Gelukkig bleef hem dit lot de afgelopen twee jaar bespaard. In ‘coronatijd’ was afscheid nemen met de mensen waarvan je houdt bijna onmogelijk.


Mensen hielden van Piet. Daarom was het letterlijk zo stervensdruk bij zijn afscheid. Piet bleef Piet tot in zijn kist. Afscheid nemen zonder mensen, zonder zijn mensen. Dat zou pas echt te vroeg zijn geweest.”

UIT DE KRANT

Lees ook