Brandweerman ‘aangereden’ tijdens oefening

|||||||
||||||| Foto: |||||||
nieuws groningen

ZOUTKAMP - Een aangereden brandweerman, een wietplantage, een brand en een beknelling. De brandweerkorpsen uit de gemeenten De Marne, Winsum, Leek, Marum, Zuidhorn en Grootegast kregen het afgelopen week allemaal op één dag voor hun kiezen.

Tijdens een brandweeroefening in het nepdorp Marnehuizen bij Zoutkamp werden de vrijwillige brandweerlieden op de proef gesteld. Zo werden zij op de dag op vijf verschillende plaatsen in het dorp verwacht en werd er bekeken hoe zij omgingen met verschillende situaties. Alles werd gebruikt om de situatie zo echt mogelijk te laten lijken. Zo werden er echte voertuigen, middelen en personen gebruikt.

Het dorp heeft onder andere een gemeentehuis, een school, een slager, een bank, een spoor met een trein, een rioolstelsel, tientallen woningen, een sportclubhuis, een bakkerij, een boerderij, een verzamelpunt van afval en corveemateriaal en een notariskantoor. “Wij leren hier veel van”, zegt Ipe Jan Rozema van de vrijwillige brandweer uit Grijpskerk. Hij zit al twintig jaar bij de brandweer, maar tijdens de oefeningen leert hij nog wel dingen. “Normaal zaten we altijd gewoon op een fiets. Dat was dan onze oefening. Hier leer je met echte en ook speciale situaties omgaan. Zo maken wij natuurlijk niet vaak mee dat tijdens een brand in een woning, een boze bewoner een brandweerbevelhebber aanrijdt en een andere brandweerman deze bewoner weer neerslaat. Er zijn tijdens de oefening vier brandweerlieden in de woning die geen reactie meer geven. Aan ons de taak dit zo goed mogelijk op te lossen.” Als de brandweerbevelhebber uiteindelijk uit zijn benaderde positie bevrijd is, wordt er niet meer naar hem omgekeken. Terwijl er druk overlegd wordt tussen de brandweermannen over hoe zij het in brand staande huis nu verder aanpakken, kijkt het bebloede slachtoffer om zich heen, wachtend op de volgende oefening.

Bij één van de oefeningen komt rook vrij in een zeecontainer. “Er moet hierbij op de dikte en de kleur van de rook gelet worden, oftewel rook lezen. Zo kunnen gevaren herkend worden”, vertelt Gerrit Tuinstra van het korps uit Grootegast. “Het komt nog regelmatig voor dat de brandweermannen de rook niet goed inschatten.” Ook wordt de deurprocedure geoefend. “De brandweerlieden moeten kijken of er wat te winnen valt in het vertrek, want anders moeten de brandweerlieden niet naar binnen gaan. Met deze rook kan er overigens goed naar binnen gelopen worden. Dat werd vroeger altijd gedaan ook al was er niets te winnen.” Met een gasmasker op gaat de groep naar binnen en bestrijdt het vuur.

“Dit maak je niet elke dag mee”, zegt Michel Dijkstra, die al tien jaar bij de vrijwillige brandweer van Zoutkamp zit. “Hopelijk kunnen we hier vaker oefenen.” Per oefening krijgen de brandweermannen drie kwartier om het probleem op te lossen. Daarna wordt een kwartier geëvalueerd.

Aangekomen bij een caddy die in botsing is gekomen met een trein ligt een slachtoffer in een witte schildersoveral. Er lijken gevaarlijke stoffen uit de auto te lekken. De brandweer trekt gele, chemicaliën werende pakken kwamen om er op af te gaan. Er komt rook uit de achterbak van de caddy. Het is voor de brandweermannen onbekend om wat voor stoffen het gaat, dus spannen ze een lint. Er zitten zowel gevaarlijke stoffen op het slachtoffer als in en op de auto. Ze knippen de overal van het slachtoffer open, waarna ze de auto onderzoeken. “Wat zij niet weten is dat er een vat achterin de caddy ligt en dat dit vat eruit valt als ze de achterklep onvoorzichtig openen”, legt Tuinstra uit. De leidinggevenden van de verschillende korpsen kijken toe hoe de vrijwillige brandweermannen te werk gaan. De gele marsmannetjes openen de achterdeuren van de caddy voorzichtig en slagen voor de test. “Er zijn altijd wel wat kleine dingetjes waar ze wat meer op moeten letten”, zegt Tuinstra. “Het is ook goed om te blijven oefenen.” Ondertussen trekt het slachtoffer andere kleding aan om zich klaar te maken voor de volgende oefening.

Het senario voor de oefeningen werd geschreven door de leidinggevenden van verschillende korpsen. “Je moet een beetje gek zijn om zoiets te bedenken, geef ik eerlijk toe”, zegt Tuinstra. Hij schreef een deel van de scenario’s samen met Klaas de Vries van de brandweer in De Marne, Rieks Stavinga van de brandweer in Winsum, Pop van der Veen van de brandweer in Leek en Marum en Piet Postma van de brandweer in Zuidhorn.

Een andere oefening staat klaar aan de rand van het dorp. Een vrouw zit met haar arm vast in een aardappelrooimachine en roept: “Gerrit, Gerrit, Gerrit?”

De schrijvers bedachten dat een boer samen met zijn vrouw op het land aardappelen aan het rooien was. Op een gegeven moment komt de boer vast te zitten met zijn kleding. Zijn vrouw schiet hem te hulp. De boer komt vrij, maar zijn vrouw raakt met haar arm verstrikt in de machine. De boer zet de machine stil en belt de alarmdiensten. Intussen gaat hij hulp halen. De zoon van de boer en zijn vrouw komt alvast met zijn auto naar het ongeval. Hij rijdt onvoorzichtig en rijdt onbesuisd het land op. Hij komt tot stilstand tegen de aardappelrooimachine. Als de brandweer ter plaatse komt, kunnen zij geen contact maken met de zoon. “Wat gaan we doen jongens?”, vraagt één van de brandweermannen. Ze kiezen er uiteindelijk voor om een steiger op te zetten. De vrouw schreeuwt het tijdens de operatie uit. De brandweerleiding grijpt in. “Jullie moeten iets anders bedenken”, zegt hij. Hij helpt ze met een aantal aanwijzingen op weg. Ze besluiten na het advies van de leidinggevende een sjorband op te halen en bevrijden de vrouw uiteindelijk. Hoe het met de zoon is afgelopen is onduidelijk, er zat een pop in de auto.

Tijdens de oefeningen werd er ook geoefend door militairen. Het leek net of de brandweerlieden beschoten werden van alle kanten. “Ze worden hier opgeleid voor missies, waaronder naar Afghanistan”, zegt Tuinstra. Het dorp is zo goed mogelijk nagebootst. Er is dit jaar dan ook een kerkhof bijgekomen. De gebouwen zijn aan de binnenkant ook voorzien van een zo echt mogelijk interieur. “Hopelijk kunnen we hier vaker oefenen”, zegt Dijkstra, die het duidelijk naar zin zijn zin had tijdens de oefeningen.

|||||||
|||||||
|||||||
|||||||
|||||||
|||||||
|||||||

UIT DE KRANT

Lees ook