Maria’s Mooie Mensen – week 05 - 2015

maria's mooie mensen

Ik sluit onderweg voor verhalen nogal wat mensen en initiatieven in mijn hart. Al vrij snel nadat ik begon voor de redactie van de Streekkrant te werken, kwam ik in aanraking met het fenomeen Struuntocht. Het was voor het eerst dat ik op die schaal kon ervaren wat gedreven vrijwilligers en mensen met passie samen voor elkaar kunnen krijgen. Waar ik tegen vele andere activiteiten vertelde dat ik onmogelijk overal zelf bij aanwezig kon zijn, zei ik tegen de Struuntocht: ‘tuurlijk ben ik erbij’. Let wel: lopen zag ik niet zitten, maar gelukkig werd ik goed verzorgd met een autokaart die me toegang gaf tot alle pleisterplaatsen en die het mogelijk maakte met de wandelaars mee te rijden. Ongelooflijk maar waar, we zijn alweer vier jaar verder. En dus is het weer tijd voor de Struuntocht. Weer denk ik: ik ben erbij. Maar lopen? Nou, toch maar niet. Ik ben gezegend met een heleboel leuke en mooie dingen, maar een sportief lichaam valt daar niet onder. Vroeger was ik de nachtmerrie van vele gymleraren, tegenwoordig hou ik het bij een wandelingetje met dochterlief of een keer op de fiets naar het werk, maar dan wel alleen als het een beetje lekker weer is. Dik 25 kilometer lopen is hele andere koek. Voorzitter Piet Miedema probeerde mij nog op andere gedachten te zetten. “Agenda: 12 september 2015 de Abel Tasman Struuntocht. Trainingsschema nodig?” stuurde hij me al in september van afgelopen jaar via de Whats App. Ik bleef resoluut. De Struuntocht lopen, dat ging hem echt niet worden. En toen brak 27 december aan; de dag van de presentatie. Zelf was ik al iets eerder bijgepraat over alle plannen en wist ik wat er op de planning stond die dag. Op Twitter zag ik hoe de inschrijving los ging, hoe er in no-time meer dan de helft van de kaarten al weg waren en hoe mensen enthousiast meldden dat zíj er bij zouden zijn. En toen begon het: de vrienden van de Struuntocht. Steeds vaker zag ik deze term voorbij komen, in tweets en mailtjes. Het prikkelde me en mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Wanneer kan je jezelf een vriend noemen? Ik vreesde alleen als je deze tocht ging lopen en begon te peinzen of ik mijn voornemen dan toch moest laten varen. Meer en meer mensen mochten zich ondertussen vriend noemen. Ook burgemeester Dijkstra, meldde Piet mij trots. Zou hij dan wel die ruim 25 kilometer gaan afleggen? Zo langzaamaan kon ik niet achterblijven, begon ik te vrezen. Naar aanleiding van het artikel dat ik had geschreven over de Struuntocht kwam er een vraag bij mij terecht, welke ik doorschoof die naar Piet. Het was maar even of mijn telefoon piepte: ‘Weer een vriend erbij voor de Struuntocht!’ meldde de voorzitter tevreden. Het zweet brak me uit; dit was dé druppel. Haastig tikte ik een berichtje terug: ‘als ik niet loop, mag ik mezelf dan wel vriend van de Struuntocht noemen?’.

UIT DE KRANT