Tusken libben en dea: Sjoerd Steegstra brengt CD uit over strijd tussen leven en dood

|
| Foto: |
voorpagina friesland

DOKKUM - Sjoerd Steegstra bracht onlangs de CD ‘Tusken libben en dea’ uit. Op de CD staan twaalf nummers die hij geschreven heeft gedurende de periode die hij doorbracht in het Jelgerhûs in Leeuwarden. Over de ziekte en de doodstrijd van zijn moeder, over zijn eigen strijd tegen zijn psychische klachten en over de vooroordelen die mensen hebben ten opzichte van mensen met een psychische ziekte. ‘Wanneer ik vertelde dat ik in behandeling was in het Jelgerhûs gebeurde het wel dat mensen me ineens gingen behandelen alsof ik een klein kind was, of dat mensen dachten dat ik een gevaarlijke gek was die ieder moment uit zijn slof kon schieten. Je wordt keihard geconfronteerd met deze vooroordelen, terwijl je het op dat moment met jezelf al moeilijk genoeg hebt. Ook daarvoor is deze CD. Ik hoop dat ik mensen met deze CD hiervan bewust kan maken.’

Sjoerd raakte al op jonge leeftijd depressief. Al sinds zijn dertiende heeft hij hiermee te kampen gehad, vanaf zijn veertiende kreeg hij hier ook behandelingen voor bij de GGZ. ‘Er waren veel zaken die meespeelden. Als kind ben ik veel gepest, en toen mijn moeder ook nog eens ziek werd werd het mij allemaal teveel. Ik was vooral heel erg kwaad. Mijn moeder, die nooit gedronken of gerookt had, die altijd gezond at en gewoon gezond leefde, had ineens borstkanker. Het was zo oneerlijk.’

Naarmate de gezondheid van Sjoerds moeder achteruit ging, ging het ook met Sjoerd zelf steeds minder. ‘Ik had altijd last van depressies, en dat werd niet altijd door iedereen begrepen. Dan zei men: ‘Kijk eens naar je moeder, zij is ziek en vecht voor haar leven. Jij bent gezond maar wilt liever dood. Gelukkig kon ik daar altijd goed met mijn moeder over praten.’

Het moment dat het echt misging was toen Sjoerd afscheid moest nemen van zijn moeder, een vriend vond die een overdosis had genomen en zijn toenmalige vriendin de verkering verbrak. ‘De verwachting was dat mijn moeder die avond zou sterven. Ik besloot een einde te maken aan mijn leven, zodat ik er al vast zou zijn als mijn moeder kwam. Als mijn vader me die dag niet gevonden had dan was ik er nu niet meer geweest.’ Ook Sjoerds moeder stierf die dag niet. Sjoerd werd na de ziekenhuisbehandeling opgenomen in het Jelgerhûs. ‘Daar schaamde ik me enorm voor. Ik had zelf ook last van vooroordelen. Ik dacht altijd: het mag dan wel niet goed met me gaan, maar ik zit tenminste nog niet in het Jelgerhûs. Ik dacht altijd dat als je daar terechtkwam dat je wel echt gek moest zijn.’

In het Jelgerhûs kon Sjoerd echter eindelijk zichzelf zijn. Hier had hij niet het idee dat hij zich hoefde te verschuilen achter een masker. Tijdens de behandelingen in het Jelgerhûs raakte hij ook weer zijn gitaar aan. Hij begon nummers te schrijven, over zijn verdriet, zijn strijd en de strijd die zijn moeder meemaakte. Het nummer ‘As in roas’ schreef hij voor zijn moeder. ‘Mijn moeder heeft tijdens haar ziek zijn vaak rozen gekregen. Ik kon me daar nooit zo in vinden, maar mijn moeder kon daar zo ontzettend van genieten. ‘Moast ris sjen hoe moai at de roazen útkomme’, zei ze dan. Ik heb het nummer voor haar gespeeld. Ze zei altijd dat ze zich niet met haar eigen begrafenis wilde bemoeien, maar toen heeft ze gevraagd of ik dit nummer op haar begrafenis wilde spelen, als ik het kon. En dat heb ik gedaan.’

Ook staat op de CD het nummer ‘Heit en soan’, dat Sjoerd schreef over de band met zijn vader. ‘Die is nu veel beter dan eerst. Ik ben hem beter gaan begrijpen, en hij is mij beter gaan begrijpen. Maar we blijven twee compleet verschillende types, en daar gaat het nummer ook over. We staan soms lijnrecht tegenover elkaar. Maar in het nummer laat ik weten dat dat niet erg is, want we zijn nou eenmaal ‘heit en soan’. We blijven altijd met elkaar verbonden.’ Sjoerd schreef het nummer nadat zijn moeder is overleden. ‘Het is jammer dat ze dit niet meer heeft mogen horen. Ze zou het prachtig gevonden hebben.’

Op de CD staan ook nummers over de vooroordelen waar Sjoerd mee te maken kreeg gedurende zijn behandeling. ‘Voor mensen die psychische klachten niet van dichtbij meemaken, is het heel moeilijk om voor te stellen hoe het is. Daarbij lees je zo vaak in de krant dat iemand last had van psychische problemen terwijl hij of zij iets van criminele aard deed. Mensen denken daarom al snel dat je een psychopaat bent. Terwijl de meeste mensen met psychische klachten daar verre van zijn.’ De Jelgerhûsblues is één van de nummers die Sjoerd schreef over de vooroordelen. ‘Iedereen in het Jelgerhûs kon zich daar in vinden. We hebben het met z’n allen vaak luidkeels gezongen.’

Inmiddels gaat het stukken beter met Sjoerd. Hij is momenteel zelf werkzaam bij de GGZ, als ervaringsdeskundige. ‘Het is een redelijk nieuwe functie, die door (ex)-patiënten ingevuld wordt. Een vaakgehoorde klacht bij de GGZ is dat de psychologen best een luisterend oor kunnen bieden, maar uiteindelijk niet weten hoe het echt is om je zo te voelen. Om een brug te slaan tussen patiënt en de begeleiding zijn er ervaringsdeskundigen. Ik begeleid bijvoorbeeld praatgroepen en kan fungeren als tussenpersoon tussen patiënt en psychiater.’

Ook het sterven van zijn moeder heeft hij op een bepaalde manier vrede mee. ‘Ik ben heel erg blij dat we over alles nog hebben kunnen praten. Over mijn zelfmoordpoging, waar ik me tegenover mijn moeder heel erg om schaamde, we hebben het uit kunnen praten. Mijn moeder heeft ontzettend gevochten om langer te leven. Ze wilde er zeker van zijn dat het met mij goed zou komen. Dat heeft ze gelukkig kunnen meemaken. Ze kon nu in alle rust sterven.’

Met de CD ‘Tusken libben en dea’ hoopt Sjoerd mensen te kunnen helpen. ‘De CD dient eigenlijk twee doelen. Het heeft voor mij gewerkt als een verwerking, maar het heeft ook andere mensen geholpen. Op de Cd-presentatie kwamen er mensen naar me toe, met de tranen in de ogen. Zij verplaatsen hun eigen situatie in mijn nummers en waren daardoor geholpen.’ In de toekomst hoopt Sjoerd ook met zijn nummers op uitvaarten te kunnen spelen. ‘Het zou heel mooi zijn dat mijn nummers mensen kunnen helpen in hun rouwverwerking.’

 

|

UIT DE KRANT